393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
te zien in de suburbane thermen <strong>van</strong> Herculaneum. De zuidelijke nis <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voorburgse caldarium had<br />
mogelijk na een verbouwing een smallere opening omdat <strong>het</strong> fundament hier wel een stuk doorloopt. Dat<br />
was vergelijkbaar met de situatie in Maastricht. 1232<br />
Bij de thermen in <strong>het</strong> Duitse Kempten, waar de muren met 0,6 meter ook ongeveer even dik waren<br />
als in Voorburg, zijn de verkoolde houtresten <strong>van</strong> <strong>het</strong> dak teruggevonden. 1233 Vitruvius beschrijft hoe in<br />
een dergelijke dakkap een houten plafond werd aangebracht, waartegen met ijzeren haken aardewerken<br />
plafondtegels werden bevestigd. Deze werden vervolgens afgewerkt met een vochtwerende stuclaag. In<br />
Kempten zijn de ijzeren haken en tegelfragmenten inderdaad teruggevonden tussen de neergestorte<br />
verkoolde resten <strong>van</strong> de houten dakkap. In de Saalburg is een dergelijk plafond met succes<br />
gereconstrueerd in een verwarmd vertrek. Uit <strong>het</strong> formaat <strong>van</strong> dergelijke tegels blijkt dat de plafondbalken<br />
ruim een voet uit elkaar waren geplaatst. De dunne plafondtegels, voorzien <strong>van</strong> openingen voor de<br />
haken, werden door de Romeinen met een geribbeld oppervlak uitgevoerd om de stuclaag betere<br />
hechting te geven. Daardoor lijken ze op fragmenten <strong>van</strong> tubuli. Mogelijk zijn de “platte brokken <strong>van</strong><br />
warmtebuizen met ronde gaatjes”, die Reuvens bij de zuidkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> tepidarium vond, plafondtegels.<br />
Het gaat namelijk om ‘platte’ brokken terwijl <strong>van</strong> tubuli vaak een stuk <strong>van</strong> de sterke hoek bewaard blijft. De<br />
“ronde gaatjes” zouden dan voor de ijzeren bevestigingshaken gediend kunnen hebben. 1234<br />
Volgens Lucianus stond bij badvertrekken de breedte “in de juiste verhouding tot de hoogte”. Wat dat<br />
betreft adviseert Vitruvius een wandhoogte gelijk aan de breedte <strong>van</strong> <strong>het</strong> vertrek. 1235 Het is een<br />
verhouding die in de Vesuviussteden inderdaad voorkomt. In Voorburg zou de hoogte dan zo’n zes meter<br />
(twintig voet) bedragen. De zo gevonden muurhoogte <strong>van</strong> globaal tienmaal de muurdikte is constructief<br />
geloofwaardig. Verder is er zo precies genoeg ruimte voor hoge vensters boven de boogvormige<br />
nisopeningen (afb. 14.8). Bij een boogvormige opening is de hoogte <strong>van</strong> alleen de boog immers de halve<br />
breedte. Bij een boogbreedte <strong>van</strong> maximaal zes meter was de boogopening dus minimaal drie meter<br />
hoog. Dat strookt aardig met een nishoogte <strong>van</strong> drie tot vier meter die volgt uit een andere vuistregel <strong>van</strong><br />
Vitruvius. Drie meter was ook de minimale hoogte die nodig was om in een verwarmde wand voldoende<br />
trek teweeg te brengen. 1236 Bij een plafondhoogte voor de centrale ruimte <strong>van</strong> zo’n zes meter, was voor<br />
de hoge lichtvensters dan nog twee tot drie meter ruimte over. Als zich in verband met de doorgaans<br />
rondom afgeschuinde vensters aan de buitenzijde onder en boven de ramen minimaal een halve meter<br />
muur bevond, waren de ramen maximaal één tot twee meter hoog. Dat strookt met <strong>het</strong> gebruikelijke<br />
formaat <strong>van</strong> de ramen in dergelijke badruimtes. Het zal ook voldoende blijken te zijn voor een goede<br />
lichtvoorziening.<br />
In <strong>het</strong> warme zuiden was er bij de ontwikkeling <strong>van</strong> Romeinse baden een trend richting grotere<br />
raamopeningen, maar <strong>het</strong> is onzeker of dat in <strong>het</strong> koude noorden is overgenomen. Bovendien bevinden<br />
de bewaard gebleven grote vensters zich in grotere badhuizen. Die hadden immers alleen al door hun<br />
om<strong>van</strong>g ruimere openingen nodig. Geloofwaardig is daarom een venstermaat zoals die globaal bekend is<br />
<strong>van</strong> een raamfragment <strong>van</strong> de baden in <strong>het</strong> Britse Silchester. Dit venster had een breedte <strong>van</strong> ongeveer<br />
een meter en was ruim een meter hoog. Het is een raamformaat dat ook bekend is <strong>van</strong> baden in de<br />
Vesuviussteden en bijvoorbeeld <strong>het</strong> Franse Cahors. De gebogen bovenkant <strong>van</strong> <strong>het</strong> venster was onder<br />
meer in Silchester met steen opgevuld, zodat de zichtbare raamopening rechthoekig was. 1237<br />
Interessant is de vierde-eeuwse Sint Pieter in Rome, een openbaar Romeins gebouw waar<strong>van</strong><br />
dankzij oude tekeningen de bouwkundige details bewaard zijn gebleven. Daardoor is bekend dat de<br />
verhouding tussen raamoppervlak en bodemoppervlak 1 : 6,3 bedroeg. 1238 Uitgaand <strong>van</strong> die factor zou<br />
voor <strong>het</strong> Voorburgse caldarium, dat ongeveer 35 vierkante meter groot was, een raamoppervlak <strong>van</strong> zo’n<br />
zes vierkante meter gewenst zijn. Dat betekent zes ramen <strong>van</strong> <strong>het</strong> beschreven type. Dat is ook om<br />
andere redenen een zeer aannemelijke reconstructie. Het caldarium bezat drie buitenmuren met nissen.<br />
Zodoende konden boven iedere nis inderdaad twee ramen worden aangebracht. Dat sluit goed aan bij de<br />
beschikbare ruimte in de muur. Veronderstelling is daarbij dat de raamopeningen in de muur zich net als<br />
bijvoorbeeld in de Stabiaanse thermen onder een hoek <strong>van</strong> circa 45 graden naar binnen verbreedde tot<br />
1232<br />
Het zou extra warmte vasthouden in deze kuip die mogelijk (aan<strong>van</strong>kelijk) geen eigen stookgat had. Maar <strong>het</strong> kan ook om<br />
een latere verbouwing gaan.<br />
1233<br />
Kleiss 1962,49 en 54.<br />
1234<br />
Vitruvius, De Architectura V.10.3; Kleiss 1960,46 (Kempten = Cambodunum); Kretzschmer 1956 en Baatz 1979,36<br />
(Saalburg); Reuvens Dagboek I,89. Illustratie in Dürm 1905,186, fig. 193.<br />
1235<br />
Vitruvius, De Architectura V.10.5; Lucianus, Hippias sive balneum,4 wijst op een breedte “in de juiste verhouding tot de<br />
hoogte”; Brödner 1992,96.<br />
1236<br />
Namelijk regel dat hoogte gelijk is aan de halve som <strong>van</strong> lengte en breedte: Vitruvius, De Architectura VI.3.8; Vergelijk De<br />
Mayer 1937,220; Dodt 2003,80 (minimaal 3 meter).<br />
1237<br />
Eschebach 1976b,TAF 4 (Stabiaanse thermen); Hope 1905,360-361 (Silchester); raam Silchester is op basis extrapolatie<br />
boogaanzet circa 3,5 voet breed en minimaal 3,5 voet hoog.<br />
1238<br />
Daarmee was deze basiliek royaler verlicht dan vroegchristelijke kerken, waar de verhouding vaak tussen de 1 : 7 en 1 : 12 ligt.<br />
Kölner z.j. p. 124. Bij de 4 e eeuwse Aula in Trier is <strong>het</strong> 1 : 3,85, maar onzeker is of de vensters Romeins zijn. Buijtendorp<br />
1996,310-311.<br />
548