31.07.2013 Views

393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home

393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home

393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wallace-Hadrill merkt op dat huizen met <strong>het</strong> formaat als die in de Voorburgse insula <strong>II</strong>, slechts<br />

gedeeltelijk <strong>van</strong> versierde wanden werden voorzien. In de door hem onderzochte huizen in de<br />

Vesuviussteden met een oppervlak kleiner dan honderd vierkante meter, was slechts zeventien<br />

procent versierd met één of meer fresco’s. Daarbij constateert Wallace-Hadrill dat met name de<br />

representatieve ruimtes versierd werden. Winkels en werkplaatsen zijn zelden gedecoreerd. 302 Evenzo<br />

geeft onderzoek in Romeins Londen aan dat daar in de beginperiode minder dan één op de tien<br />

houten woningen met fresco’s was versierd. 303 Bij die verhouding zouden in Voorburg in insula <strong>II</strong> <strong>van</strong><br />

de maximaal veertien huizen dus hooguit enkele <strong>van</strong> een versierde wand voorzien zijn geweest. Dat<br />

Holwerda zo weinig fresco’s aantrof, lijkt dus niet verrassend. Interessant genoeg trof hij de schildering<br />

aan bij <strong>het</strong> Huis met <strong>het</strong> natte Fresco (huis <strong>II</strong>.2) dat zich <strong>van</strong> de andere huizen in insula <strong>II</strong> onderscheidt<br />

door een wat luxere uitvoering zoals de tegelvloer en de porticus aan de zijde <strong>van</strong> <strong>het</strong> erf. Ook is hier<br />

een stuk bronzen vaatwerk gevonden dat elders in Voorburg zeldzaam was. 304<br />

De daken waren ook bekleed. Op in ieder geval enkele <strong>van</strong> de zuidelijke huizen in insula <strong>II</strong> lag een<br />

leien dak. Daar<strong>van</strong> is verder niets bekend. Reuvens vond ook dakleien. In zijn inventarisboek noemt<br />

Reuvens “stukken <strong>van</strong> dekleien met ingeslagen gaten om ze te bevestigen”. Een complete daklei uit<br />

de door Reuvens ontdekte grote waterput had <strong>het</strong> formaat <strong>van</strong> ongeveer één bij één voet. 305 Ook<br />

tijdens de opgraving <strong>van</strong> BAAC kwamen volop dakleien tevoorschijn waar<strong>van</strong> 5,7 kilo werd verzameld<br />

met veelal spijkergaten. Leisteen komt in <strong>het</strong> limesgebied verder bijvoorbeeld voor in Xanten en<br />

Nijmegen, maar is zeldzamer in de meer in <strong>het</strong> achterland gelegen steden Maastricht en Tongeren. 306<br />

Op de andere huizen <strong>van</strong> insula <strong>II</strong> zullen dakpannen zijn gebruikt. Complete dakpannen uit<br />

Voorburg geven een aardige indruk <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>uiterlijk</strong> daar<strong>van</strong>. In de grote waterput bij <strong>het</strong> badhuis vond<br />

Reuvens een komplete platte dakpan die aan de voorzijde 28 centimeter breed was en aan de<br />

achterzijde 32 centimeter, met een lengte <strong>van</strong> 27 centimeter. In zijn inventarisboek komen twee platte<br />

dakpannen voor die met 31 centimeter ongeveer even breed zijn, maar met 41 en 48 centimeter wel<br />

wat langer. In <strong>het</strong> RMO is uit de opgraving <strong>van</strong> Reuvens ook nog een beschadigd exemplaar<br />

aanwezig met eveneens een breedte <strong>van</strong> 31 centimeter. 307 Verder noemt <strong>het</strong> inventarisboek een nog<br />

wat groter exemplaar dat 39 centimeter breed is en 53 centimeter lang. En in <strong>het</strong> RMO is uit de<br />

opgraving een vergelijkbaar exemplaar aanwezig dat 42 centimeter breed is en 54,5 centimeter<br />

lang. 308 De lengtes lopen bij vijf exemplaren dus uiteen <strong>van</strong> 27 tot 54,5 centimeter met een<br />

gemiddelde <strong>van</strong> 45 centimeter (1 ½ voet), met steeds breedtes <strong>van</strong> ongeveer 30 centimeter (een voet)<br />

of soms 1 1/3 e voet. Waar diktes worden opgegeven bedraagt die zo’n drie centimeter, met een<br />

opstaande rand die veelal tussen de vijf en zeven centimeter hoog is. 309 Het beeld komt overeen met<br />

<strong>het</strong> baksteen <strong>van</strong> de opgraving <strong>van</strong> BAAC. Daar viel in acht gevallen de lengte <strong>van</strong> de platte<br />

dakpannen vast te stellen. Die varieerde tussen de 31 en 50,5 centimeter, met bij de meeste<br />

exemplaren lengtes tussen de 39 en 41 centimeter. Twee volledige exemplaren waren beide 41<br />

centimeter lang en 31,5 en 33,5 centimeter breed. Onderzoek elders wijst erop dat de platte<br />

dakpannen in de loop der tijd gemiddeld wat kleiner werden. 310<br />

Met genoemd formaat pasten er per vierkante meter ongeveer negen platte pannen, rekening<br />

houdend met een kleine overlap. De Maeyer berekent <strong>het</strong> gewicht voor Romeinse dakpannen op circa<br />

honderd kilo per vierkante meter, namelijk negen platte pannen (tegulae) <strong>van</strong> acht kilo elk en negen<br />

gebogen pannen (imbrices) <strong>van</strong> ieder drie kilo. Lammers komt op een iets lager gewicht. Twee<br />

komplete platte dakpannen die BAAC in Voorburg opgroef wogen beide ongeveer 6,1 kilo. 311 Analyse<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> panmateriaal dat BAAC opgroef bij <strong>het</strong> Huis met <strong>het</strong> Keulse Vaatwerk, besproken aan <strong>het</strong> eind<br />

<strong>van</strong> dit hoofdstuk, geeft aan dat de meeste dakpannen los lagen. Alleen de pannen aan de randen en<br />

op de nok waren met mortel vastgezet, waarna deze bevestigde pannen de rest vastklemden. Olivier<br />

berekent voor een leien dak uit <strong>het</strong> Franse Malain bij een helling <strong>van</strong> 18,5 graden eveneens een<br />

gewicht <strong>van</strong> circa honderd kilo. Het was een type daklei dat door <strong>het</strong> eigen gewicht bleef liggen. 312 Met<br />

302<br />

Wallace-Hadrill 1994,153-155 en 158; Perring 2002,125.<br />

303<br />

Perring 2002,32 en 124.<br />

304<br />

Vondst genoemd in <strong>het</strong> dagrapport <strong>van</strong> de metingen op 6 juni 1914: Koolemans Beijnen 1914-1915.<br />

305<br />

Tekening RMO RA B11 vondsten put archief RMO; RMO inventaris nr. 4: 4 april 1829 - okt 1838 p. 65, inventarisnummer AR<br />

41b.<br />

306<br />

Gazenbeek 2009a,250 en noot 531.<br />

307<br />

RMO inventarisnummer AR 101.<br />

308<br />

RMO inventarisnummer AR 143.<br />

309<br />

RMO inventarisnummer 4: 4 april 1829 - okt 1838,p. 69-70, nr. AR 145 t/m 147; Reuvens Dagboek I,255; tekening RMO RA<br />

B11.<br />

310<br />

Gazenbeek 2009a,219 en 231.<br />

311<br />

De Maeyer 1937,146-147; Brodrib 1979,140; Lammers 1994,165 (5794 kg voor 82 m2); Gazenbeek 2009a,217.<br />

312<br />

Olivier 1977.<br />

435

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!