393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
393 Deel II: het uiterlijk van Forum Hadriani “De ... - VU-DARE Home
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gebrek aan dakgoten de nodige overlast kon bezorgen. 229 Ook toen al vormden burenruzies een<br />
dankbare inkomstenbron voor Romeinse juristen.<br />
De fundament- en draagconstructie (Structure)<br />
Voor de constructie <strong>van</strong> de huizen is de vraag cruciaal welke huizen aan elkaar vast waren gebouwd,<br />
en welke los stonden. En als de huizen aan elkaar waren gebouwd, is <strong>het</strong> de vraag of ze net als in<br />
veel Nederlandse middeleeuwse steden ieder een eigen dak bezaten met de nok loodrecht op de<br />
straat, of een gezamenlijk dak met de nok evenwijdig aan de straat. Het gezamenlijke dak was een<br />
constructie die bij de Romeinen de voorkeur genoot zoals de bewaard gebleven voorbeelden in de<br />
Vesuviussteden illustreren. Om voor insula <strong>II</strong> <strong>van</strong> <strong>Forum</strong> <strong>Hadriani</strong> inzicht in dakconstructies te krijgen,<br />
wordt eerst aandacht besteed aan de constructies die de Romeinen in verschillende situaties<br />
gebruikten. Daarna wordt specifiek gekeken naar de fundamentsporen <strong>van</strong> insula <strong>II</strong>. In combinatie<br />
levert dat een beeld <strong>van</strong> de constructieve huisstructuren zoals die in insula <strong>II</strong> in de plattegrond<br />
herkenbaar moeten zijn.<br />
Door huizen aan elkaar te bouwen werd een wand bespaard, terwijl de huizen elkaar ook beter<br />
warm hielden. In kampdorpen en kleine nederzettingen komt <strong>het</strong> daarom wel voor dat een paar huizen<br />
tegelijk tegen elkaar is gebouwd. Meestal is sprake <strong>van</strong> gelijktijdige bouw omdat <strong>het</strong> achteraf tegen<br />
elkaar aanbouwen constructief belastend is voor de al bestaande huizen. Het achteraf tegen elkaar<br />
bouwen kwam veel minder voor in inheemse nederzettingen en bijvoorbeeld de kampdorpen bij de<br />
castella. Het gevolg is dat daar de meeste huizen los <strong>van</strong> elkaar staan. Vooral in grotere Romeinse<br />
steden kwam <strong>het</strong> wel vaak voor dat bij gebrek aan ruimte ook bij een geleidelijke ontwikkeling huizen<br />
tegen elkaar aan werden gebouwd. Zo zijn in Pompeji nauwelijks vrijstaande huizen opgegraven.<br />
Maar ook in <strong>het</strong> opgegraven noordoostelijke deel <strong>van</strong> Keulen staan de huizen tegen elkaar aan, zoals<br />
dat ook <strong>het</strong> geval is in enkele insulae in Xanten.<br />
Bij <strong>het</strong> aan elkaar bouwen was de dakconstructie in een aantal middeleeuwse steden wezenlijk<br />
verschillend <strong>van</strong> de bouwmethode die de Romeinen kozen. Dat is een belangrijk inzicht omdat <strong>het</strong><br />
verleidelijk is <strong>het</strong> welbekende stadsbeeld uit <strong>het</strong> middeleeuwse Holland op de Romeinse periode te<br />
projecteren. Bij veel middeleeuwse steden werden bij <strong>het</strong> aan elkaar bouwen de vrijstaande huizen als<br />
<strong>het</strong> ware aan elkaar ‘geplakt’. De huizen behielden ieder een eigen dak met de nok loodrecht op de<br />
straat. 230 Dat resulteerde in een straatbeeld met een veelheid aan verschillende topgevels.<br />
Bouwkundig was dat onhandig omdat de aangrenzende dakvlakken een soort goot (‘zakgoot’)<br />
vormden. Daarin bleef in de winter sneeuw liggen wat de nodige inwateringsproblemen kon<br />
veroorzaken. En ook bij hevige regenval was <strong>het</strong> gevaar <strong>van</strong> lekkage ruimschoots aanwezig. 231 In<br />
Roermond wees in 1665 <strong>het</strong> stadsbestuur in een verordening op <strong>het</strong> voordeel <strong>van</strong> dwarskappen ten<br />
opzichte <strong>van</strong> topgevels, onder meer opmerkend dat er zo geen sneeuw en water tussen de panden<br />
kon komen. 232 Bij gebrek aan bestuurlijke afstemming beheersten de losse dakgevels toch in een flink<br />
aantal Nederlandse middeleeuwse steden <strong>het</strong> straatbeeld.<br />
Dat is een belangrijk verschil met de Romeinen die duidelijk een voorkeur hadden voor <strong>het</strong><br />
gemeenschappelijke dak. Zeker met hun planmatig aangelegde steden hadden de Romeinen de<br />
mogelijkheid de aangrenzende huizen wel een gemeenschappelijk dak te geven met de nok<br />
evenwijdig aan de straat. Het is een principe dat ze ook toepasten bij de barakken <strong>van</strong> hun<br />
legerplaatsen. Maar eveneens in bijvoorbeeld de Vesuviussteden is deze oplossing vrij algemeen,<br />
waaronder bijvoorbeeld de hoofdstraat <strong>van</strong> Pompeji. 233 Het is wat dat betreft geen toeval dat <strong>het</strong> enige<br />
bewaard gebleven dak <strong>van</strong> een Romeins huis, dat <strong>van</strong> de Casa del Telaio in Herculaneum, een nok<br />
evenwijdig aan de straat bezit. 234 Op bouwkundige gronden zijn vergelijkbare oplossingen<br />
verondersteld bij onder meer Romeinse rijenhuizen uit <strong>het</strong> Duitse Xanten en Zugmantel, <strong>het</strong> Britse St.<br />
Albans, <strong>het</strong> Franse Malain en <strong>het</strong> Zwitserse Lausanne. 235<br />
Waar daarentegen huizen een daknok loodrecht op de straat hadden, vormde zoals gezegd de<br />
zijwaartse afwatering een probleem. Dat kon opgelost worden door tussen twee aangrenzende huizen<br />
een smalle opening vrij te houden. Deze ambitus moest volgens Romeinse voorschriften 2,5 voet<br />
229 Boon 1974,89 (en noot 19); Cicero, De Oratore I,38.173; Digesta V<strong>II</strong>I 2.21 [20],6.8.<br />
230 Overigens kwamen rijenhuizen wel voor. Onder andere Girouar 1988,71.<br />
231 Rottier 1988,141; De auteur is hierop gewezen door de heer Monster <strong>van</strong> gemeentewerken Bleiswijk: Buijtendorp 1993a,noot<br />
61. Vergelijk Peterse e.a. 2002,17.<br />
232 Meischke e.a. 2000,61.<br />
233 Spinazzola 1953 fig. 46; Nappo 1998,42; Boersma 1985,169 voor Ostia (o.a. huis V.ii.10); Hoffmann 1980; Nappo 1997,103<br />
en 128.<br />
234 Maiuri 1958,426-430 en fig. 371-372. Van Buren 1941, 468-469 en foto fig. 16.<br />
235 Frere 1972,15 en 79 (St. Albans) en Hinz 1975,854 (Xanten); Zie Ook Ditmar-Trauth 1995,74-75 (algemeen), 137 (St.<br />
Albans, insula XIV), 243-245 (Xanten, insula 19 en 27), 248 (Zugmantel), 285 (Malain) en 316 (Lausanne); Gros 1996,205<br />
(Malain).<br />
427