Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...

stads- en streekvervoer) op een grondgebied te vergemakkelijken en dit met het oog op het
beheersen van de exploitatiekosten van de maatschappijen voor gemeenschappelijk vervoer.
Deze aanvullende reglementen moeten eveneens goedgekeurd worden door de ministers, na
advies van de raadgevende commissie. De minister stelt zelf een aanvullend reglement vast
indien de gemeenteraden geen gevolg hebben gegeven aan zijn verzoek of indien hij niet kan
instemmen met het door de gemeenteraden vastgestelde aanvullend reglement.
2. De maatregelen die voorbijgaande, plotse of gelegenheidstoestanden regelen,
worden door de gemeenteraad genomen op grond van de wetten van 1789 en 1790 (voorbeeld:
verkeersverbod tijdens feestelijkheden) of door de burgemeester op grond van artikel 94
gemeentewet (voorbeeld: oproer, overstromingen) maar deze laatste moeten ter bekrachtiging
aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Die reglementen zijn niet aan ministerièle goedkeuring
onderworpen. Sommige gemeenten hebben verordeningen aangenomen met betrekking tot het
stationeren van woonwagens op het gemeentelijk grondgebied (op het openbaar domein of
privé-eigendommen). Soms wordt het stationeren op de openbare weg verboden of beperkt in
de tijd (6 tot 24 uur) (artikel 209bis).
Principieel kunnen de gemeenteraden de aanvullende reglementen opstellen betreffende de op
hun grondgebied gelegen wegen. Artikel 3 en 4 van de wetten betreffende de politie over het
wegverkeer bepalen echter de materies die tot bevoegdheid behoren van de federale ministers.
De gemeenten kunnen derhalve geen aanvullende reglementen nemen met betrekking tot
volgende materies:
1. De autosnelwegen en de gewestwegen op hun grondgebied en op de kruispunten
waarvan die wegen deel uitmaken. Deze aanvullende reglementen worden opgesteld
door de gewestminister bevoegd voor openbare werken.
2. De aanwijzing van de bebouwde kommen die over meer dan één gemeente
uitstrekken. Deze aanvullende reglementen worden opgesteld door de nationale
minister van verkeerswegen.
3. De wegen in de staatsbossen, in de natuur- en bosreservaten. Deze aanvullende
reglementen worden opgesteld door de minister van landbouw.
4. De militaire wegen die opengesteld zijn voor het publiek waarvoor de minister van
landsverdediging bevoegd is.
Deze reglementen moeten ter ADVIES voorgelegd worden aan de gemeenten en aan de
raadgevende commissie.
Zijn deze adviezen binnen de 60 dagen niet medegedeeld, dan kan de bevoegde minister het
reglement ambtshalve vaststellen.