Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...
Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...
Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Deel II - De Instrumenten<br />
Hoofdstuk 1 : Ruimtelijke or<strong>de</strong>ning<br />
Sectie 1 : Ste<strong>de</strong>nbouw, ruimtelijke or<strong>de</strong>ning en mobiliteit<br />
A. Inleiding<br />
Er bestaat een belangrijk verband tussen mobiliteit en ruimte. De vervoerssoorten en —typen en<br />
het resulterend verkeer hebben correspon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> ruimtes nodig. Vervoersbehoeften relateren<br />
zich niet enkel tot “verkeersroutes” (tweedimensioneel), maar in feite ook tot “verkeersroutes<br />
als integraal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> leefruimte, in een landschap, stad, wijk of buurt” 105 .<br />
De mobiliteitsproblemen waarmee <strong>de</strong> stad wordt geconfronteerd zijn talrijk en divers. Ze zijn<br />
on<strong>de</strong>rling verweven en vormen een complex geheel. Eenzelf<strong>de</strong> gebeuren zoals bijvoorbeeld <strong>de</strong><br />
bouw van kantoren, moet vanuit verschillen<strong>de</strong> beleidsterreinen wor<strong>de</strong>n bekeken:<br />
werkgelegenheid, vervoer, milieu, ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, enz.... Elk van die beleidsterreinen is op<br />
zich weer complex. 106 Het gevaar van een sectoriele aanpak is dat problemen gewoon wor<strong>de</strong>n<br />
verschoven van het ene beleidsterrein naar het an<strong>de</strong>re. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n kan het oplossen<br />
van het ene probleem een an<strong>de</strong>r probleem veroorzaken. Zo wordt bijvoorbeeld vanuit<br />
economisch oogpunt <strong>de</strong> vestiging van nieuwe kantoren in <strong>de</strong> stad toegejuicht. De extreme<br />
uitbreiding van <strong>de</strong> tertiaire sector in het Brussels Gewest vertaalt zich echter in <strong>de</strong> toename van<br />
monofunctionele kantoorgebie<strong>de</strong>n, waardoor <strong>de</strong> leefkwaliteit vermin<strong>de</strong>rt, met als gevolg dat <strong>de</strong><br />
bevolking <strong>de</strong> zones verlaat. De kantoorontwikkeling zorgt eveneens voor verkeersoverbelasting<br />
en voor een duur<strong>de</strong>re huisvesting.<br />
Bij het zoeken naar fundamentele oorzaken voor <strong>de</strong> blijven<strong>de</strong> toename van <strong>de</strong> mobiliteit zal<br />
rekening wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met volgen<strong>de</strong> elementen: ruimtelijke ontwikkelingen (suburbanisatie<br />
en ruimtelijke segregatie), stijging van <strong>de</strong> welvaart ( grotere koopkracht), verlaging van <strong>de</strong><br />
verplaatsingsweerstand (in termen van tijd, geld en comfort), en logistiek-economische<br />
evoluties. 107<br />
Een effectief en efficiènt stadsbeheer dat streeft naar een duurzame mobiliteit, vergt een<br />
geï ntegreer<strong>de</strong> besluitvorming. Hierbij heeft het duurzaamheidaspect zowel betrekking op <strong>de</strong><br />
leefkwaliteit, werkgelegenheid, differentiatie en kwaliteit van <strong>de</strong> woningen, omvang en kwaliteit<br />
van groenvoorzieningen, veiligheid op straat, milieukwaliteitsaspecten en het niveau van allerlei<br />
openbare voorzieningen 108 . Geen sectorale bena<strong>de</strong>ring dus, maar een volgehou<strong>de</strong>n<br />
geï ntegreer<strong>de</strong> aanpak van verkeers- en vervoersbeleid, milieubeleid, regionaal economisch<br />
beleid en ruimtelijke beleid 109 .<br />
105 J. TANGHE en U. KEPPLER, “Mobiliteit en ruimtelijkheid”, Ruimtelijke planning, Afl. 16, 1986, II.F.2.d.1.<br />
106 A. HOOGERWERF (red.), Overheidsbeleid, Alphen aan <strong>de</strong> Rijn, Samsom, 1985, 419.<br />
107 MINA-RAAD Vlaan<strong>de</strong>ren, Orièntatienota van 5 maart 1998 over mobiliteit en infrastructuur, 1998/7,<br />
7.<br />
108<br />
C.B.F. KUIJPERS en H.P.H.M. LEIJENDEKKER-VAN KAAM, “Ontwikkelingen en perspectieven rond<br />
het thema Stad en Milieu”, M en R, 1997, 229 en 230.<br />
109<br />
G. ALLAERT, G. BLAUWENS, M. BURTHE en C. DELEPIERRE, Voorstellen voor een mobiliteitsbeleid,<br />
<strong>Rapport</strong> in opdracht van <strong>de</strong> heer G. COËME, Vice-Eertse Minister en Minister van Verkeerswezen en van