Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...

Het Gewestelijk Ontwikkelingsplan of GEWOP 173 dat op 3 maart 1995 bij Besluit van de
Brusselse Hoofdstedelijk Regering werd vastgesteld, was voor de ruimtelijke planning in ons
land van groot belang 174 . Het beoogde een meer aangepast rechtskader voor het dagelijks
stedenbouwkundig beleid waaraan stedenbouwkundige vergunningen, aanlegplannen,
infrastructuurwerken en het gewestelijk subsidiebeleid (aan gemeenten) kon worden getoetst.
Het GEWOP bevat als instrument van actieve planning (artikel 17 O.P.S.) :
- de doelstellingen en prioriteiten inzake ontwikkeling, ruimtelijke ordening inbegrepen,
zoals die door economische, sociale, culturele, verplaatsing- en milieubehoeften
worden vereist 175 ;
- de middelen en prioriteiten daartoe;
- de prioritaire interventiegebieden;
- de wijzigingen aan te brengen aan de ondergeschikte plannen.
a.2. Het mobiliteitsbeleid.
Het beheren van de mobiliteit maakt uiteraard inherent deel uit van de gewestelijke ontwikkeling.
Dit kan rechtstreeks, door bijvoorbeeld de grote richtlijnen inzake het openbaar vervoer vast te
stellen of nog, door duidelijke verkeersmaatregelen in de beleidsinstrumenten op te nemen. Ook
onrechtstreeks kan bijvoorbeeld het bestemmingsbeleid een invmoed hebben op de mobiliteit. Er
In deze regelgeving valt op dat men geen louter sectorieel beleid wil gaan voeren. Ook
maatregelen in andere sectoren zullen hun invloed hebben op verkeer en vervoer in Brussel.
Specifiek m.b.t. het verkeer en vervoer, bevat het GEWOP de uitdagingen en de prioritaire
beleidslijnen. Het omvat een behandeling van het stedelijk vervoerssysteem, waarin
voornamelijk aanbodgerichte 176 verkeersmaatregelen zijn opgenomen.
173
Besluit van het Brussels Hoofdstedelijke Regering van 3 maart 1995 tot vaststelling van het gewestelijk
ontwikkelingsplan gewijzigd bij Besluit van de Regering van 5 december 1995 (B.S. 16 april 1997), van 24
april 1997 (B.S. 25 september 1997), van 6 oktober 1997 (B.S. 4 februari 1998), van 18 december 1997 (B.S. 30
januari 1998), van 12 februari 1998 (B.S. 13 juni 1998), van 4 juni 1998 (B.S. 7 oktober 1998), en gedeeltelijk
opgeheven bij artikel 203 § 3 van de ordonnantie van 29 augustus 1991, zoals ingevoegd bij artikel 35 van
de Ordonnantie van 16 juli 1998 (B.S. 14 augustus 1998).
174
E. LAGROU, “Het Gewestelijk Ontwikkelingsplan Brussel. Contractplanning, economische en sociale
ontwikkeling in één plan”, Ruimtelijke Planning, Katern 4, Thema Brussel, Kluwer, 1995, 81.
175
De principes van het stadsproject van het GEWOP zijn:
1. versterkte bescherming van de huisvesting;
2. modernis ering van het economisch weefsel door de bescherming van het gemengd weefsel,
omschreven op het gewestplan en door een herstructurering van de nijverheids-, haven- en
vevoergebieden,
3. ondersteuning van de veranderingen van het industrieel weefsel;
4. versterking van het grootstedelijk centraal karakter en van de oude centra met plaatselijke
identiteit;
5. stopzetting van de verspreiding van de kantoren over de hele stad door het aanwijzen van
voorkeurcentra voor de vestiging van kantoren;
6. structurering van de ruimte van het gewest door de as van het kanaal als katalysator aan te
wenden voor grootschalige stedelijke operaties;
7. opwaardering van de uitrustingen met een rechtstreekse weerslag op de economie;
8. beheer van de mobiliteit op gewestelijk niveau;
versterking van de stadsidentiteit door de opwaardering van elementen van het stedelijk landschap, die
bijdraagt tot de schoonheid van de stad (structurerende ruimtes, groen netwerk, bescherming van het
erfgoed).
176
De verkeersplanologie maakt een onderscheid tussen: