Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...
Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...
Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In <strong>de</strong> spanning tussen “mobiliteit” en “kwaliteit van <strong>de</strong> ruimte”, streeft een duurzaam<br />
mobiliteitsbeleid ernaar om <strong>de</strong> mobiliteit, als verplaatsingsvrijheid, on<strong>de</strong>rgeschikt te maken aan <strong>de</strong><br />
kwaliteit van <strong>de</strong> leefruimte en <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke ruimte in het bijzon<strong>de</strong>r. 110 Dit conflict dat thans ook<br />
wel als een conflict tussen economie en ecologie wordt ge<strong>de</strong>finieerd of tussen bereikbaarheid en<br />
leefbaarheid maakt eigenlijk een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uit van een groter, sociaal-economisch conflict met<br />
complexe evenwichten zoals vervoersarmoe<strong>de</strong> versus vervoersrijkdom, winst versus verlies bij<br />
verkeersmaatregelen, collectief versus individueel belang, regionale ontwikkelingen versus<br />
mondiale ontwikkeling. 111<br />
De noodzaak van een geï ntegreer<strong>de</strong> aanpak van samenhangen<strong>de</strong> problemen werd ook door <strong>de</strong><br />
Brusselse wetgever aangevoeld. In <strong>de</strong> ordonnantie hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie van <strong>de</strong> planning en <strong>de</strong><br />
ste<strong>de</strong>nbouw van 29 augustus 1991, wordt er op het vlak van <strong>de</strong> planning gestreefd naar een<br />
geï ntegreer<strong>de</strong> of globale planning. Op het vlak van<strong>de</strong> vergunningen kan er een harmonisatie van<br />
<strong>de</strong> procedures wor<strong>de</strong>n waargenomen.<br />
Beleidsintegratie is in het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest echter uitermate moeilijk. Dit is te wijten<br />
aan <strong>de</strong> sterke versnippering van mobiliteitsrelevante bevoegdhe<strong>de</strong>n en aan <strong>de</strong> betrokkenheid van alle<br />
beleidsniveaus in het mobiliteitsbeleid. Op stadsgewestelijk niveau is het creèren van een<br />
gecentraliseer<strong>de</strong> beheers- en bestuursvorm, om met eenzelf<strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid zowel <strong>de</strong><br />
ruimtelijke planning als het vervoer te organiseren, te financieren en te exploiteren noodzakelijk. 112<br />
Niet alleen intra-gewestelijke integratie is noodzakelijk, ook intergewestelijke coördinatie dringt<br />
zich op. Voor een effectief mobiliteitsbeleid is het van cruciaal belang dat <strong>de</strong> grote lijnen van dit<br />
beleid tot stand komt in overleg tussen <strong>de</strong> gewestelijke en fe<strong>de</strong>rale overhe<strong>de</strong>n en dat <strong>de</strong>ze<br />
vervolgens snel doorwerken naar het beleid van <strong>de</strong> lokale overhe<strong>de</strong>n (provincies en<br />
gemeenten). 113<br />
Globale planning wordt gerechtvaardigd vanuit het oogmerk van rationaliteit en doeltreffendheid.<br />
Zij wordt in <strong>de</strong> organieke ordonnantie verwoord door het gebruik van het concept<br />
“ontwikkeling”. Zo bepaalt artikel 2 dat <strong>de</strong> ontwikkeling van het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk<br />
Gewest, met inbegrip van <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning, in gewestelijke en gemeentelijke plannen wordt<br />
vastgelegd. Het gaat om een nieuwe orièntatie in vergelijking met <strong>de</strong> vroegere<br />
ste<strong>de</strong>nbouwwet 114 . Deze beperkte zich immers tot <strong>de</strong> regeling van <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>ning en<br />
ste<strong>de</strong>nbouw als dusdanig, terwijl <strong>de</strong> door <strong>de</strong> organieke ordonnantie bedoel<strong>de</strong> ontwikkeling bre<strong>de</strong>r<br />
en globaler is opgevat. De regeling van het Brussels Hoofdste<strong>de</strong>lijk Gewest beoogt immers een<br />
ontwikkelingsbeleid met een economische, sociale en esthetische dimensie dat tevens strekt tot<br />
<strong>de</strong> bescherming van het leefmilieu, het zuinig bo<strong>de</strong>mbeheer en tot <strong>de</strong> uitbouw van een<br />
Overheidsbedrijven, 127; J. ZUALLAERT, Gemeentelijk verkeersbeleid. Rvaringen uit <strong>de</strong> praktijk —<br />
Orièntaties voor <strong>de</strong> toekomst, Garant, 1993, 109.<br />
110<br />
J. TANGHE en U. KEPPLER, o.c., II.F.2.d.1.<br />
111<br />
J. KORSMIT, “Mobiliteit een tweesnij<strong>de</strong>nd zwaard, in X., Stilstaan bij mobiliteit. Acht visies op <strong>de</strong> rol<br />
van <strong>de</strong> mobiliteit en <strong>de</strong> toekomstige samenleving, Garant, 1994, 71.<br />
112<br />
Comité van <strong>de</strong> Aca<strong>de</strong>mie voor Wetenschappen en Techniek, Ste<strong>de</strong>lijke mobiliteit (Urban mobility),<br />
CAWET, 1999, 9.<br />
113 MINA-RAAD Vlaan<strong>de</strong>ren,Orièntatienota van 5 maart 1998 over mobiliteit en infrastructuur, Brussel,<br />
,36.<br />
114 Wet van 29 maart 1962 hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> organisatie van ruimtelijke or<strong>de</strong>ning en ste<strong>de</strong>nbouw, B.S. 12 april 1962,<br />
hierna verkort geciteerd <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouwwet.