Rapport final de l'étude: Remèdes juridico-institutionnels pour une ...

Wij zullen hier in vier etappes te werk gaan. Eerst behandelen wij de lijst van de handelingen die
aan een stedenbouwkundige vergunning zijn onderworpen. Dan gaan wij in op de vergunningen
die onderworpen zijn aan een effectenbeoordeling. Vervolgens bekijken wij het bijzonder statuut
van de vergunningen aangevraagd door publiekrechtelijke rechtspersonen of betreffende werken
van openbaar nut. Tenslotte eindigen we met de werken en handelingen die wegens hun geringe
omvang zijn vrijgesteld van vergunning.
3.2. De handelingen onderworpen aan een stedenbouwkundige vergunning
De O.P.S. bepaalt in artikel 84, § 1 welke handelingen en werken het voorwerp moeten
uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning (die afgeleverd wordt door het College van
Burgemeester en Schepenen). 210 Het toepassingsgebied ervan is ruim. Ook stedenbouwkundige
verordeningen (gewestelijke of gemeentelijke) kunnen een vergunning opleggen voor de
uitvoering van handelingen en werken. Dit is het geval wanneer de werken niet voorzien zijn
door artikel 84, paragraaf 1. Wel kan de Regering een lijst 211 van handelingen vaststellen die
vrijgesteld zijn van vergunning wegens hun geringe omvang. Voor deze werken en handelingen
kan een stedenbouwkundige verordening weliswaar geen vergunning opleggen (art. 84, § 3,
O.P.S. ).
De overheden, bevoegd inzake stedenbouw, kunnen, met in achtneming van het
evenredigheidsbeginsel, aan de aangifte van de vergunning de stedenbouwkundige lasten
verbinden die zij (artikel 86 O.P.S.). Deze lasten kunnen o.m. buiten de nodige financièle
waarborgen voor de uitvoering ervan, de verwezenlijking op kosten van de vergunninsaanvrager
van wegen, groene ruimte, openbare gebouwen en van woningen bevatten. 212 Zoals reeds gezegd
210 Volgende werken kunnen slechts mits een vergunning uitgevoerd worden:
1. bouwen, grond gebruiken voor het plaatsen van één of meer vaste inrichtingen,
reclameinrichtingen en uitgangsborden inbegrepen (....);
2. verbouwen van een bestaande bouwwerk met uitzondering van instandhoudings- en
onderhoudswerken (...);
3. herbouwen;
4. het gebruik of de bestemming van een goed geheel of gedeeltelijke wijziging, zelfs als
deze wijziging geen werken vereist; (...);
5. het relièf van de bodem aanzienlijk wijzigen;
6. ontbossen;
7. hoogstammige bomen vellen;
8. ontginnen of vegetatie wijziging van elk gebied waarvan de bescherming noodzakelijk
wordt geacht door de Regering;
9. een grond behoorlijk gebruiken voor:
a) het O.P.S.laan van één of meer gebruikte voertuigen, van schroot, van materiaal of
afval;
b) het parkeren van voertuigen, wagens of aanhalingswagens voor reclamedoeleinden
inbegrepen;
c) het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die door bewoning kunnen
worden gebruikt, zoals woonwagens, kampeerwagens, afgetankte voertuigen, tenten.
Er is evenwel geen vergunning vereist voor het kamperen met verplaatsbare inrichtingen op een
kampeerterrein in de zin van de wetgeving op het kamperen.
211 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11.1.1996 tot bepaling van de handelingen en
werken die vrijgesteld zijn van een stedenbouwkundige vergunning, van het eensluidend advies van de
gemachtigde ambtenaar of van de medewerking van een architect, B.S. 9.2.1996.
212 E. BREWAEYS, Stedenbouw in Brussel, C.D.P.K. - Libris - 3, 1998, blz. 26 en 27.