CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
94 HENRICUS HOLLMANN<br />
doeleinden nastreefde, die hij beschouwde als een heilzame en<br />
zelfs noodzakelijke ontwikkeling van de orde in haar geheel.<br />
Hij had daarbij niets van een doordrijver of fanaticus, noch van<br />
een politicus in de onaangename zin van het woord. Dat hij<br />
reeds vroeg het vertrouwen van zijn confraters veroverd had en<br />
het ook steeds wist te behouden, blijkt wel uit het volgende.<br />
Tijdens het generaal kapittel van 1876 werd de drieentwintigjarige<br />
Henricus in twee commissies gekozen, waarvan de ene<br />
zich bezig had te houden met eventuele gevallen van wegzending<br />
uit de orde, de andere met de examens voor de hogere<br />
wijdingen en voor de jurisdictie. Reeds op achtentwintigjarige<br />
leeftijd tot definitor gekozen, heeft hij dit verantwoordelijk<br />
ambt, voorzover de wettelijk voorgeschreven onderbrekingen<br />
dit toelieten, ook bij voortduring tot aan zijn generalaat vervuld.<br />
Bij diezelfde gelegenheid, namelijk het generaal kapittel van<br />
1881, werd hij tot voorlopige novicenmeester benoemd ; in feite<br />
zou hij in deze positie worden gehandhaafd tot het kapittel van<br />
1899, waarop hij zelf tot magister generaal zou worden gekozen<br />
en Wilhelmus van Dinter tot novicenmeester werd aangesteld.<br />
Bij vier opeenvolgende generate kapittels werd prior Hollmann<br />
aangewezen als visitator, de eerste keer voor Diest en daarna<br />
ook voor de andere huizen, met uitzondering natuurlijk van zijn<br />
eigen huis, St.-Agatha. Bovendien vindt men hem reeds in het<br />
verslag van het intermediair kapittel van 1882 als visitator van<br />
Diest aangeduid. Dit hangt wellicht samen met het feit, dat<br />
Ferdinand Dietvors, die in augustus 1881 als zodanig was be<br />
noemd, in oktober naar Maaseik werd verplaatst. Opmerkelijk<br />
is ook, dat Manders hem, hoewel in St.-Agatha verblijvend, tot<br />
zijn secretaris koos.<br />
Dit alles bewijst, dat hij niet alleen het vertrouwen van zijn<br />
overheid genoot, maar ook een gezien en gerespecteerd man was<br />
bij zijn overige medebroeders. Hij verstond de nogal eens moeilijk<br />
blijkende kunst om eigen vooruitstrevende ideeen te toetsen<br />
aan de ervaring van anderen, om begrip en achting te kunnen<br />
opbrengen voor de opvattingen van ouderen, ook al kon hij<br />
deze niet geheel tot de zijne maken. Liever dan zich te ergeren<br />
aan hun eigenaardigheden, wilde hij zich stichten aan datgene