CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
182 HENRICUS HOLLMANN<br />
J. Goumans was sedert 1910 novicenmeester en magister van<br />
de scholastieken te St.-Agatha. Hij bleef dit tot 1922, toen hij<br />
tot prior van Uden werd gekozen. Goumans kon geweldig<br />
ernstig kijken en was waardig en beheerst in zijn optreden. Hij<br />
praatte zacht en afgemeten en leek volkomen onverstoorbaar.<br />
Geen frater zou het wagen met zijn gezag te spotten en een blik<br />
was voldoende om al te onstuimige uitingen van jeugdige<br />
levenslust tot bedaren te brengen. Hij kon het woord ,,fraterM<br />
uitspreken met een intonatie, die geen twijfel liet omtrent zijn<br />
bedoelingen of wensen. De eerste kennismaking wekte slechts<br />
gevoelens van ontzag. Maar geleidelijk aan leerde men ontdekken,<br />
dat hij in de grond een joviaal en goedig man was, die<br />
graag met jonge mensen omging en hartelijk kon lachen om hun<br />
onbezonnenheden en speelse plagerijen. Hij zag niets liever dan<br />
spontane en opgewekte jongelui om zich heen en nam volop<br />
deel aan hun recreatie. Behalve zijn asceselessen aan de novicen<br />
onderwees hij ook sociologie aan de theologanten en was er<br />
verder op uit om de kennis van het Latijn en van de moderne<br />
talen bij de jongere fraters op te frissen. Als oeconoom generaal<br />
en als suppriox had hij natuurlijk vrij geregeld contact met<br />
Hoogwaardig Heer en de prior. Maar voor het overige bewoog<br />
zijn werkzaamheid zich voornamelijk onder fraters en novicen.<br />
P. Hofman fungeerde als novicemeester van de broeders en<br />
als socius van de fraters. In natuurlijke begaafdheden moest hij<br />
zeker voor Goumans onderdoen. Maar hij gaf een prachtig<br />
voorbeeld van nederig, verstorven, volijverig priesterlijk en<br />
religieus leven en bezat een grote en offervaardige liefde tot zijn<br />
orde en zijn confraters. Er was hem nooit iets te veel, wanneer<br />
hij anderen kon helpen of een plezier doen.<br />
Onder de oudere broeders was Frans van den Biggelaar wel<br />
een der opvallendste figuren. Naar opvatting en uiterlijk toonde<br />
hij zich een overtuigd lid der oude garde. Was Frans in voile<br />
wapenrusting, dan droeg hij het schoudermanteltje en op zijn<br />
lange, grijze haren het kalotje. Hij praatte graag over het verleden<br />
en sprak dan wijs en vaderlijk en in een soort van lange<br />
verzuchtingen. Hij verrichtte zijn huiswerk in zeer gematigd<br />
tempo en met talrijke rustpozen. Het gangen vegen ging steeds<br />
met een vervaarlijk snuiven gepaard, dat het gemis aan stof-