CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
152 HENRICUS HOLLMANN<br />
bevreemding er over uit dat, terwijl juist alle vier de definitoren<br />
in Belgie zijn, er slechts twee met de zaak gemoeid worden. Er<br />
wordt beweerd, dat Hoogwaardig Heer er een superdefinitorium<br />
op na houdt. Daarmee is Honhon het evenwel niet eens : ,,raad<br />
vragen of laten definieren zijn verschillende zaken. En Hoog<br />
waardig Heer moet toch iets raad hebben en waar zou hij die<br />
anders zoeken dan bij de oude definitoren, die hem nabij zijn ?"<br />
Omtrent de aanstelling van Huvenaars tot prior schrijft Hon<br />
hon : ,,Hoogwaardig Heer zegt na rijp beraad en langdurig gebed<br />
tot dit besluit gekomen te zijn en overtuigd te wezen dat<br />
dit de H. Wil Gods is. Ik geloof het misschien sterker dan<br />
Hoogw. Heer. Maar zou de Wil Gods niet geweest zijn dat<br />
Matthieu (= Konings) die zware beproeving kreeg en de professoren<br />
dat leed ondervonden om zich te vormen en de scherpe<br />
kanten af te vijlen van hun karakter of manieren. Zou dan de<br />
H. Wil Gods niet volbracht zijn ? En is het Gods Wil wel, dat<br />
er hardnekkig wordt voortgegaan ? Gods H. Wil is zoo schoon,<br />
zoo zoet, zoo rechtvaardig." Verder wijst Honhon nog op de<br />
grote verdiensten van Konings voor Hannut. De zienswijze, die<br />
hij hier heeft ontwikkeld, zal waarschijnlijk aldus verklaarbaar<br />
zijn : hij neemt aan, dat de benoeming van Huvenaars, maar<br />
eveneens diens weigering, beschikkingen van Gods Wil waren.<br />
De eerste ziet hij dan als een middel, dat God heeft willen gebruiken<br />
om Konings te beproeven en te louteren. Dit doel is,<br />
naar hij veronderstelt, bereikt. Het is hem dan verder duidelijk,<br />
dat Konings als prior te Hannut de man der Voorzienigheid is.<br />
Dan vervolgt Honhon : ,,Nu geloof ik wel, zoo ik alles goed<br />
had kunnen zeggen en schrijven, dat Hoogw. Heer anders<br />
zou gehandeld hebben. Toch had ik van Hoogw. Heer en<br />
ook van zijn Hollandsche raadgevers verwacht, dat zij de<br />
teekenen des tijds beter zouden ingezien hebben of althans zich<br />
in deze zaak minder competent zouden geoordeeld hebben. Een<br />
weinig twijfel ware hier de moeder geweest van grootere voorzichtigheid...<br />
Denk, Hoogw. Heer, dat dit alles geschreven<br />
is om U voor te lichten, dat ik plicht en recht heb als oudste<br />
definitor dit te doen en dat ik U.H.E. in niets wil bedroeven<br />
maar U leed te besparen tracht in de toekomst. Moge dezen