CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
50 HENRICUS HOLLMANN<br />
soms tot in kleine bijzonderheden afdalende bepalingen verraden<br />
een grote zorg en eerbied voor het liturgisch gebed en<br />
zijn ceremonies.<br />
Wat nu het door hem gevoerde beleid betreft, bij al zijn<br />
liefde voor de orde en zijn streven naar haar vooruitgang was<br />
hij een uitermate praktisch man, die systematisch te werk ging<br />
en met de beschikbaar komende krachten allereerst haar voort-<br />
bestaan wilde verzekeren. Als eerste vereiste daartoe zag hij het<br />
vergroten van haar arbeidsterrein ; daardoor immers zou haar<br />
bestaan minder afhankelijk worden van lokale politieke omstandigheden,<br />
de orde zou een ruimer en internationaler karakter<br />
krijgen, gemakkelijker nieuwe leden winnen en een veelzijdiger<br />
werkzaamheid kunnen ontplooien. Op deze uitbreiding<br />
van leefruimte moest dan zo spoedig mogelijk de innerlijke<br />
consolidatie volgen5. Daarbij kwam nog, dat de aanwas aanvankelijk<br />
vrij snel verliep. In 1850 telde de orde al tussen de<br />
veertig of vijftig priesters, terwijl de toename aan broeders<br />
naar verhouding zeker niet ongunstig te noemen was. Een groot<br />
deel der clerici waren bij hun intrede reeds priester of theologant<br />
en werden na hun noviciaat dus terstond of spoedig beschikbare<br />
arbeidskrachten. Alleen al te Uden waren er in vijf<br />
jaar veertien dergelijke personen vrij gekomen ; te St.-Agatha<br />
waren er dit vijf. Het was duidelijk, dat alleen Uden en St.-<br />
Agatha geen voldoende en geschikte werkgelegenheid boden<br />
aan priesters, die, althans voor een groot deel, reeds voor hun<br />
intrede in de orde, gedurende enkele jaren een vorming hadden<br />
ontvangen die gericht was op zielzorgelijke activiteiten, of die<br />
als zielzorger reeds werkzaam waren geweest.<br />
In het verschil van facet tussen het kruisherenleven te Uden<br />
en dat te St.-Agatha zal feitelijk geen verandering komen, voordat<br />
van den Wijmelenberg zich in februari 1855 voorgoed te<br />
St.-Agatha vestigt. Ook al was hij reeds als commissaris generaal<br />
met de leiding der orde als geheel belast, toch zal hij, uit<br />
overwegingen van respect en gezond verstand, het beleid van<br />
Simon Gielen, die reeds bijna een halve eeuw het ambt van<br />
5 De betekenis van van den Wijmelenberg voor de orde wordt hier ter plaatse<br />
slechts terloops en onder een bepaalde gezichtshoek belicht. Voor een vollediger<br />
beeld, zie de verder aangehaalde levensschetsen van de hand van L. Emond, H.<br />
van Rooyen en A. van Asseldonk.