CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
PRIOR TE SINT-AGATHA 87<br />
1889 zelfs acht. Zeker, het zijn nog geen indrukwekkende getallen,<br />
maar vergeleken met de voorafgaande jaren betekenen<br />
ze toch een merkelijke vooruitgang10. Wel valt aan te nemen, dat<br />
de ziekelijke toestand van Wilhelmus Smits gedurende zijn laatste<br />
levensjaren veel zal hebben afgeremd ; om die reden kon in<br />
1888 zelfs geen capitulum intermedium worden gehouden. En<br />
uiteraard houdt zich zulk een kapittel, meer dan een capitulum<br />
generate, met de praktische en soms op korte termijn te nemen<br />
beslissingen bezig. Het enige wat in de jaren 1881-1889 aan<br />
nieuwe initiatieven ondernomen werd, was de oprichting van<br />
een priestercollege te Uden in 1888, een overigens qua stijl<br />
weinig indrukwekkend en bescheiden gebouwtje, dat uiterlijk<br />
veel op een dorpsschool leek en door de studenten schertsenderwijs<br />
ook wel als de melkfabriek betiteld werd. Maar daartoe was<br />
men dan ook in staat gesteld door de grote vrijgevigheid van<br />
de uit Uden geboortige priester J. Pulsers, die professor was<br />
aan het Amerikaans college te Leuven. Financieel betekende<br />
deze onderneming dus praktisch geen risico en het Udense klooster<br />
kon er alleen maar beter van worden, zij het dan in beschei<br />
den mate. Wel zou het echter in de loop der jaren aan de orde<br />
talrijke roepingen gaan schenken11.<br />
Op 13 december 1889 stierf Wilhelmus Smits. Juist veertien<br />
dagen later werd hij als magister generaal opgevolgd door de<br />
directeur van het Udens college, Martinus Manders.<br />
Uit een brief van prior Smits aan de St.-Agathase procurator<br />
J. de Vlams12, gedateerd op 19 juni 1874, en een, gericht aan<br />
van den Wijmelenberg van 28 augustus 1878, blijkt dat Smits<br />
en zijn Udense huisgenoot en onderdaan Manders nu juist geen<br />
gelijkgestemde zielen waren. Daarin beklaagt Smits zich over<br />
het lastig, vitterig en eigenwijs karakter van Manders. Die<br />
klachten over onhandelbaarheid van zijn onderdanen beperken<br />
10 Aantal der klein-geprofesten : in 1882 drie fraters en een broeder ; in 1883<br />
een frater en drie broeders ; in 1884 vier fraters ; in 1885 drie fraters ; in 1886<br />
vijf fraters en twee broeders ; in 1887 twee fraters en drie broeders ; in 1888 vier<br />
fraters ; in 1889 zes fraters en twee broeders ; in 1890 twee fraters en een broeder.<br />
11 J. Francino, In Cruce Vita, Rotterdam, 1936, p. 97 ; W. J. F. Bos, Uden en<br />
zijn college, Rotterdam, 1936, passim.<br />
12 Archief van St.-Agatha : ,,Bijdragen...".