CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
CLAIRLIEU - Canons Regular Blog
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
VORMING TOT PRIESTER-KLOOSTERLING 39<br />
rij met pyramidevormig dak. Hij rook de zilte wind van de zee<br />
die de zilveren nevelsluiers verjoeg en ontdekte telkens weer<br />
torens en molens tegen de heldere morgenhemel. Als de zon wat<br />
feller werd zocht je de schaduw van de Alkmaarder Hout, waar<br />
het zo heerlijk koel was in de brede lanen met statige, ruisende<br />
bomen.<br />
St.-Agatha zelf was niet meer dan een gehucht met grotendeels<br />
verspreid liggende boerderijen, in de uiterste oosthoek van Bra<br />
bant. Het lag dicht bij de Maas, die de natuurlijke grens vormde<br />
met Limburg op zijn smalst. Langs de weiden en een afhellende<br />
landweg tussen meidoornhagen en wilgebomen viel de rivier<br />
in enkele minuten te bereiken. Staande aan de oever van dat<br />
wijde, snel voortglijdende water, zag je aan de overkant het<br />
aanlegsteigertje en boven op de dijk het veerhuis en de groene<br />
oevers die omhoogglooiden. Daarachter de daken van Middelaar,<br />
dicht rond het kerkje met zijn grijze, spitse torentje. In de<br />
verte het wazige paars van de Mookse bergen, vlak tegen de<br />
Duitse grens, waar het grote Reichswald begon. Naar links, in<br />
een mime bocht van de Maas, zag je de kerktoren van Cuyk. Er<br />
voer een rijnaak voorbij, die rustig stroomopwaarts gleed en<br />
brede rimpels in het water trok, dat zachtjes tegen de walkant<br />
klotste. Links aan de overkant de mine van een oud kasteel en<br />
in de verte de toren en wat hoge geveltjes van Gennep. Liep je<br />
vanuit de kloosterpoort in tegenovergestelde richting, door het<br />
oprijlaantje met de knotwilgjes aan weerszijden, naar de baan<br />
die tussen uitgestrekte akkers en door kleine dorpen naar<br />
Boxmeer voerde, dan rezen op de achtergrond de dennebossen<br />
als een donkere wal tegen de lucht. Er waren allerlei binnenwegen,<br />
met karresporen in het mulle zand, tussen hoge Canada's<br />
of eikebomen. De boerderijen waren kleiner dan de Noord-<br />
hollandse, niet zo kraakhelder, maar zeker zo gemoedelijk. De<br />
mensen waren over het algemeen niet zo groot van gestalte,<br />
maar stevig gebouwd. Ze leken ongedwongener, spraakzamer en<br />
goedlachser. Ook de klederdracht verschilde ; de Brabantse poffer<br />
met zwierende linten was heel wat omvangrijker dan het<br />
kleine Westfriese kapje met de gouden oorijzers. Onder de<br />
boeren zag je er nog met koppen die zo van een schilderij van<br />
Breughel of Teniers leken weggelopen. Een pretje op zijn tijd