'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
128<br />
wethouders in de afgelopen jaren op zijn gestruikeld is de Wet maatschappelijke<br />
ondersteuning (WMO) of de Wet werk en bijstand (WWB) - als<br />
voorbeelden van twee decentralisatieopgaven - nimmer een reden voor<br />
vertrek geweest.<br />
Ad g) In hoeverre is anciënniteit van het wethouderschap een factor van betekenis?<br />
Anciënniteit van het wethouderschap kan enerzijds statusverhogend zijn,<br />
als betrokkene krediet opbouwt door een aantal moeilijke dossiers tot een<br />
goed einde te brengen. Anderzijds zagen we eerder in dit rapport dat voor<br />
veel wethouders de houdbaarheidsdatum na de eerste bestuursperiode<br />
snel naderbij komt. Een tweede bestuursperiode is daarvoor gevoeliger dan<br />
de eerste bestuursperiode. Na acht jaar is het in veel gevallen over met de<br />
‘gunfactor’. Wethouders sneuvelen zelden zeer snel na het aantreden,<br />
uitgezonderd wethouders voor wie het wethouderschap evident<br />
ongeschikt is - dan wordt soms al snel ‘het kaf van het koren gescheiden’.<br />
Ad h) Speelt het lid zijn van een traditionele dan wel lokale partij een rol?<br />
De verslaglegging in hoofdstuk 3 liet zien dat de politieke versplintering<br />
die de laatste jaren heeft plaatsgevonden een factor is die het functioneren<br />
van wethouders heeft bemoeilijkt. Er ontstond minder voorspelbaarheid.<br />
Vooral - maar zeker niet uitsluitend - nieuwe lokale partijen kunnen zich<br />
blijkens onze cases nogal agressief, populistisch en cliëntelistisch<br />
opstellen en missen soms voldoende politiek-bestuurlijke ervaring.<br />
Daardoor kunnen er ‘gekke dingen’ gebeuren. Vertegenwoordigers van<br />
nieuwe lokale partijen wierpen zich nogal eens op als vertolkers van<br />
maatschappelijk ongenoegen. Wethouders kunnen daar veel last van<br />
hebben.<br />
Ad i) Welke andere factoren zijn van invloed in het proces van ‘vallen’ van wethouders?<br />
Een factor die in het voorgaande enkele malen is genoemd is het kennelijk<br />
minder ontwikkelde vermogen tot zelfreflectie van veel wethouders, tegen<br />
de achtergrond van een juiste inschatting van hun positie in het college en<br />
tegenover de raad. Deze factor bepaalt in hoge mate het persoonlijke<br />
optreden van de wethouder en is daarmee dus zeer relevant. In hoofdstuk 2<br />
bleek immers dat het persoonlijke optreden van de wethouder doorslaggevend<br />
is bij het trotseren van een dreigende val. Daarom op deze plaats<br />
nog iets meer aandacht voor de factor zelfreflectie. Zoals vermeld in een<br />
eerdere voetnoot komt in het onderzoek van Vulperhorst naar voren dat<br />
zestig procent van de wethouders zijn positie in het college sterk tot zeer<br />
sterk vindt, de rest acht zijn positie vergelijkbaar met die van andere