'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Welke competenties moet een wethouder verder hebben? 62 Een zeer<br />
ervaren en succesvolle wethouder: ‘Je niet opwinden over kleine dingen,<br />
niet te dogmatisch zijn (dan kun je geen compromissen sluiten), als de<br />
inhoud minder sterk is het met communicatie kunnen redden, je moet<br />
voorzichtig zijn met publiciteit, een zekere voorzichtigheid hebben, je<br />
moet elkaar wat kunnen gunnen, loyaal zijn, je moet pikordes accepteren<br />
en zeker geen ruzie maken met het alfamannetje want dat gaat niet goed<br />
aflopen.’ Een burgemeester: ‘Je moet inhoudelijke diepgang hebben en<br />
toch het vermogen om los te laten. Dit beheersen wethouders gemiddeld<br />
genomen niet.’ Een ex-wethouder: ‘Je moet vooral proberen een beetje<br />
ontspannen te zijn en liefst met wat humor.’ Een andere ex-wethouder:<br />
‘Je moet als wethouder altijd goed in de achteruitkijkspiegel kijken: hoe<br />
lopen de hazen. Daarnaast moet je over vakmanschap beschikken,<br />
problemen kunnen oplossen. Verder moet je niet te lang vasthouden aan<br />
een bepaalde portefeuille, dat is een grote valkuil. Je moet op tijd kunnen<br />
switchen.’ Er is volgens hem meer een soort ‘boerenslimheid’ voor nodig<br />
dan een hoog IQ.<br />
Belangrijk wordt vooral gevonden dat je als wethouder kunt ‘meebewegen’.<br />
Dus dat je niet alleen maar gaat voor de eigen wens en het eigen<br />
gelijk, maar beseft dat je als bestuurder opereert in een complex<br />
democratisch krachtenveld met per definitie meerdere wensen, belangen<br />
en overtuigingen die alle in meerdere of mindere mate hun erkenning<br />
nodig hebben. Een wethouder moet op tijd kunnen omschakelen van zijn<br />
inhoudelijke gelijk naar de politieke realiteit die om een andere reactie<br />
vraagt. Als de raad je iets aanwrijft helpt het op enig moment niet meer als<br />
je je gelijk blijft herhalen vanuit de inhoud. Het vermogen om dit tijdig in<br />
te zien en daar ook naar te handelen is niet ieder gegeven.<br />
62 Uiteraard zijn in de literatuur de nodige ‘officiële competenties’ beschreven. De<br />
wethoudersvereniging noemt er 9: analytisch vermogen, oordeelsvorming, overtuigingskracht,<br />
inlevingsvermogen, onderhandelen, politieke sensitiviteit, resultaatgerichtheid, samenwerken,<br />
sturend vermogen (Wethoudersvereniging 2010). Vulperhorst noemt er 20, onderverdeeld naar<br />
waarden (visie, perspectief ambities, idealen), basisvaardigheden (verstand van financiën,<br />
procesmanager autonoom in besluiten, authentiek, collegiaal, vaardig in omgang met<br />
ambtenaren), prestaties (agenda 4 jaar, doelen, resultaat, liefde voor de uitvoering) en cultuur<br />
(open houding, flexibel, oplossingsgericht, snelheid van denken en handelen, horizontale<br />
externe samenwerking, integer en transparant) (Vulperhorst 2010: 21). Carabain noemt vijf<br />
basiskwaliteiten (integriteit, affiniteit met de portefeuille, omgevingssensitief zijn, leiderschap<br />
tonen, communicatief vaardig), tien bestuurlijke vaardigheden (visie tonen, interpersoonlijke<br />
sensitiviteit, weerbaarheid, voortvarendheid, teamspeler, beïnvloedingsvermogen, prioriteiten<br />
stellen, innovatiedrang, netwerken, communicatieve vaardigheden) en vier bestuursstijlen<br />
(leider, verbinder, netwerker, vernieuwer) (Carabain 2009: 35 e.v.)<br />
61