'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
'De vallende wethouder' (2011,pdf) - Harrie Aardema
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
94<br />
4. Een te geringe aandacht in het bestuur (college, raad) voor de inhoud<br />
van de zaak en toekenning van te grote attentiewaarde aan machtsaspecten<br />
(arenacultuur, blokvorming?).<br />
5. Een moeizaam verkeer tussen college en raad blijkend uit onvermogen<br />
te komen tot kaderstelling over en weer, en/of het matig voldoen<br />
aan informatieverplichtingen.<br />
6. Een gebrekkige ambtelijke organisatie en/of gebrekkig management,<br />
wat doorwerkt in matige bestuurlijk-ambtelijke verhoudingen en<br />
gebrekkige patroonmatigheid in sturing van het college of wethouders<br />
(denk aan wethouders die frequent ad hoc, buiten portefeuillehoudersoverleg<br />
om, sturen).<br />
7. Een wankel college met veel partijen, waardoor de verhoudingen<br />
tussen burgemeester en overige collegeleden gespannen kunnen<br />
raken of de verbinding in het college te zwak is.<br />
8. Een bestuurscultuur die de kans op bestuurlijke conflicten vergroot<br />
(cliëntelisme of debatmanieren, waarbij op de man gespeeld wordt en<br />
het taalgebruik grof is; weinig compromisbereidheid).<br />
9. Veel media-aandacht voor het gemeentebestuur, waarbij ook<br />
speculatieve verhalen worden gepubliceerd.<br />
In bestuurlijk risicovolle gemeenten kan het er soms stevig aan toe gaan.<br />
Een van de burgemeesters die wij interviewden schetste een valsituatie<br />
waarbij sprake was van een ‘negatieve, op de man spelende en<br />
populistische bestuurscultuur’. Men gedroeg zich volgens hem<br />
onfatsoenlijk en wilde vooral scoren in de kroeg en op verjaarspartijtjes.<br />
Men bedreigde elkaar achter de schermen: ‘Als je niet voor stemt, weet je<br />
wel wat er met je gebeurt.’ Een van de geïnterviewde ex-wethouders had te<br />
maken met een ‘hoog morgehalte’ in de maatschappelijke achterban. Deze<br />
gemeente kende een geschiedenis van hardnekkige bestuurlijke missers en<br />
nepotisme. De teneur onder de bevolking ten aanzien van het lokale<br />
bestuur was: ‘Het is niks en het wordt ook nooit wat.’ Om hier wat aan te<br />
doen nam de raad ‘veel besluiten die eigenlijk niet kunnen, onder druk van<br />
de bevolking.’ Vergeefs cliëntelisme kennelijk. De raad had niet het<br />
vermogen om adequaat te wegen tussen algemeen belang en private<br />
belangen, waarmee het ‘morgehalte’ alleen maar verder werd<br />
aangewakkerd.