Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6.9 Vermogenspositie<br />
De vermogenspositie is gerelateerd aan de balans en de ontwikkeling van de balansposten. Dit<br />
betekent dat de vermogenspositie van de gemeente beoordeeld kan worden aan de hand van het<br />
eigen vermogen, vreemd vermogen, de bezittingen en schulden.<br />
Omvang vermogen<br />
Het vermogen van de gemeente is opgebouwd uit eigen vermogen en vreemd vermogen. Het<br />
eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat van de jaarrekening, waarbij de reserves<br />
zijn in te delen naar algemene reserves, bestemmingsreserves, egalisatiereserves en<br />
inkomensreserves. Het vreemd vermogen bestaat vervolgens uit voorzieningen, geldleningen en<br />
overige schulden.<br />
Een oordeel over de omvang van het vermogen kan worden gegeven door middel van de<br />
solvabiliteit en de ratio Weerstandscapaciteit. De solvabiliteit geeft de mate weer waarin de<br />
gemeente in staat is om aan de langlopende financiële verplichtingen te voldoen. De ratio<br />
Weerstandscapaciteit geeft de mate waarin de gemeente aan financiële verplichtingen kan<br />
voldoen die voortvloeien uit effectuering van risico’s zonder dat ingegrepen hoeft te worden in de<br />
uitvoering van de reeds geplande activiteiten.<br />
Omdat bestemmingsreserves, egalisatiereserves en voorzieningen gekoppeld zijn aan specifieke<br />
bestedingsdoelen en deze in het verlengde hiervan gekoppeld zijn aan uitvoeringsplannen, wordt<br />
de omvang van de bestemmingsreserves binnen het kader van vermogenspositie als goed<br />
beoordeeld. Ook de omvang van de inkomensreserves op balansdatum worden als goed<br />
beoordeeld.<br />
Een oordeel over de omvang van de geldleningen kan gegeven worden aan de hand van de<br />
verhouding tussen afschrijvingen en aflossingen en voor wat betreft de overige schulden aan de<br />
hand van de liquiditeit van de gemeente.<br />
Navolgend worden de diverse componenten behandeld.<br />
Solvabiliteit<br />
De solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen op de<br />
balans. Hierbij is dan de vraag aan de orde of de gemeente voldoende eigen vermogen heeft om<br />
aan de langlopende financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteit brengen we in een ratio tot<br />
uitdrukking door het eigen vermogen af te zetten tegen het totale vermogen.<br />
Als we deze ratio tussen het eigen en totaal vermogen berekenen dan komen we uit op 0,15. Dit<br />
betekent dat van iedere geïnvesteerde euro 85% terugbetaald moet worden. Op basis van de<br />
balans van de jaarrekening 2011 was de solvabiliteit volgens deze benadering 0,24. De solvabiliteit<br />
vertoont hiermee een dalende tendens. De daling van de solvabiliteit ten opzichte van de<br />
jaarrekening 2011 wordt voornamelijk veroorzaakt door een afname van de reservepositie en een<br />
toename van de schulden.<br />
De minimumeis die de gemeente aan de solvabiliteit van “zware” maatschappelijke partners stelt<br />
ligt tussen de 0,25 en 0,50. Hier tegen afgezet kan de solvabiliteit als te laag worden<br />
gekwalificeerd. Daar komt bij dat er vooruitlopend op een aantal grote investeringen een aantal<br />
financieringen zijn aangetrokken, waardoor de omvang van de aflossingen hoger is dan het totaal<br />
aan afschrijvingen. Dit effect is echter tijdelijk van aard. In een ideale situatie is er sprake van<br />
evenwicht tussen de omvang aflossingen en afschrijvingen.<br />
Voorgaande heeft echter geen effect op de kredietwaardigheid van de gemeente. Met een<br />
afgeleide triple A-rating heeft de gemeente de hoogst haalbare kredietwaardigheidsstatus. De<br />
kredietwaardigheid is dan ook uitstekend. Voor een nadere toelichting op de financieringspositie<br />
van de gemeente <strong>Venlo</strong> wordt verwezen naar de paragraaf Financiering in hoofdstuk 4.4.<br />
6-23