05.05.2013 Views

DE OPKOMST VAN HET NEDERLANDSCH GEZAG OOST-INDIE.

DE OPKOMST VAN HET NEDERLANDSCH GEZAG OOST-INDIE.

DE OPKOMST VAN HET NEDERLANDSCH GEZAG OOST-INDIE.

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

18<br />

land zich met die voorstellen vereenigde, onderwierp zich de<br />

Moucheron en sloot hij met de Staten dier beide gewesten in<br />

dien geest eene overeenkoinst.* Toen de tijd naderde om den togt<br />

te ondernemen werd het schriftelijk advies van Moucheron in-<br />

gewonnen. Bij de langdurigeberaadslagingen, welke over alles wat<br />

de onderneming betrof en over de vast te stellen instructien gevoerd<br />

werden, maakte men een ruim gebruik van Moucheron's verkregen<br />

kennis. Eindelijk werden op den. 11 Mei die instructien vast-<br />

gesteld en op den 16 daaraanvolgende door de vergadering der<br />

Staten-Generaal bekrachtigd.<br />

De togt zou ondemomen worden met drie schepen en een jagt.<br />

Twee schepen werden bij de adiniraliteiten van Zeeland en het<br />

Noorder-Kwartier uitgerust; het derde schip met zijn jagt werden<br />

bij de expeditie gevoegd door de Regering van Amsterdam, welke<br />

door den invloed van Plancius daartoe geleid en aangespoord, aan<br />

de onderneming zich wilde aansluiten, maar afzonderlijke instructien<br />

uitreikle. De schepen door Holland en Zeeland toegerust, moes-<br />

ten stevenen door de straat gelegen tusschen Waygats en het<br />

vasteland, in de zee van Tartarije (de Kara-zee), langs bet door<br />

Plinius genoemde promontoriuni Tabin (C. Taimyr?), zooveel<br />

mogelijk de kust houdende naar eene straat Amur, door welke<br />

men meende in China te geraken. Plancius daarentegen was van<br />

oordeel, dat men niet, zoo als Moucheron voorschreef, tusschen<br />

Waygats en Rusland den doortogt zoeken moest, maar gebeel<br />

benoorden Nova Zemla oin. Als leerling van Mercator deelde hij<br />

de denkbeelden en de meening, welke deze aardrijkskundige in<br />

zijne poolkaait had uitgedrukt, dat in het hooge Noorden<br />

« Enripus ob celerem fluxum nunquam congelalur.<br />

In dien zin ontvingen de Amsterdamsche schepen hunne voor-<br />

schriften. Op den 5 Junij 1594 aanvaardden de schepen hunnen<br />

togt. Cornelis Cornelisz. van Enkhuizen, die lange jaren voor de<br />

1 Resol. Zeeland, 29 April 1594 en Resol. Zeeland, 8 Junij 1594.<br />

Vergelijk ook van der Chijs, Gesch. der stichting der Ver. 0.1. Comp.,<br />

pag. 23.<br />

W

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!