31.07.2013 Views

6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente

6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente

6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.2 De aanloop<br />

25 ) Zie hoofdstuk 1.5, figuur 1.30,<br />

hieraan voorafgaande.<br />

26 ) Zie ook paragraaf 1.4.4, tabel 1.1,<br />

hieraan voorafgaande.<br />

27 ) De rest van de serie bestond uit<br />

adaptaties van de ‘Hillhouse’ stoel<br />

met hoge rug van Charles Rennie<br />

Mackintosh, de caféstoel van<br />

Michael Thonet, de ‘Wassily’ buisstoel<br />

van Marcel Breuer en de kunststof<br />

stapelstoel ‘Universale’ van Joe<br />

Colombo (Sato 1988: pp.197-198).<br />

kenissen ligt volgens hem het cliché dus op de loer [Figuur 2.15]. Jencks<br />

ondermijnt hiermee echter zijn eigen theorie, want je kunt niet tegelijkertijd<br />

vóór herkenbaarheid zijn en tégen het cliché, wat immers niets<br />

anders betekent dan een overmatige vorm van herkenbaarheid. Deze<br />

manier van werken moest niettemin zorgen voor een betere communicatie<br />

met het gebruikerspubliek, iets wat volgens Jencks de modernistische<br />

architectuur niet (meer) lukte.<br />

Nu moge het duidelijk zijn dat de ontwerp avant-garde natuurlijk niet<br />

zomaar ‘antiek’, ‘volkskunst’ en ‘kitsch’ kon gaan ontwerpen om met<br />

het publiek te communiceren. Dat zou eigenlijk niet meer dan reactionair<br />

conservatisme zijn. De herkenbaarheid waar Pruys, Venturi en<br />

Jencks het over hadden, moest dus op een andere - interessante - manier<br />

aangebracht of opgeroepen worden. Een minder direct voorbeeld<br />

van herkenbaarheid in de architectuur dan het ‘Face House’ van Kazumasa<br />

Yamashita is de fictieve stad van Rem Koolhaas en Zoe Zenghelis<br />

[Figuur 2.16]. Hier is de herkenbaarheid ook dubbel uitgevoerd, maar<br />

niet op de manier van Jencks theorie. Koolhaas en Zenghelis hebben<br />

door de letterlijke combinatie van twee verschillende werelden die niet<br />

direct met elkaar te maken hebben -architectuur en kunstwerken- een<br />

soort interne spanning in het geheel aangebracht. Hierdoor worden de<br />

objecten herkenbaar en toch vervreemdend tegelijk, net als het wijnglas-als-kandelaar<br />

object van Marcel Wanders25 .<br />

Naast de introductie van het vernieuwende aspect van de directe betekenisgeving,<br />

moest er natuurlijk ook nog ‘afgerekend’ worden met de<br />

modernisten. Het postmodernisme was immers nadrukkelijk alles wat<br />

het modernisme niet was. De Italiaanse ontwerper Alessandro Mendini<br />

deed dit op humoristische wijze in zijn serie ‘Redesigning the Modern<br />

Movement; Irony for Great Work’ in 1978. Samen met de aangepaste<br />

‘Superleggera’ van Giò Ponti [Figuur 2.18] is de Rietveldstoel uit de<br />

serie (onbedoeld misschien) een sterk statement [Figuur 2.19]. Door<br />

het kruis is het een scherp commentaar geworden op de de moderne<br />

beweging. Door de strikte uitgangspunten was deze stroming immers<br />

tot een dogmatische ontwerpreligie 26 verworden (Drukker 2007). De<br />

andere objecten uit de serie 27 waren wat aanpassing betreft wat meer<br />

recht-toe-recht-aan, zo werd een plastic stoel van Joe Colombo voorzien<br />

van drip-painting naar voorbeeld van de schilderijen van Jackson<br />

75

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!