31.07.2013 Views

6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente

6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente

6.2 Ontwerpgrepen - Universiteit Twente

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.4 Conclusie<br />

omgeving werd door hun activiteiten belangrijker dan de -intrinsiekefunctie<br />

van het object zelf. Bovendien hebben ze door het zichtbaar<br />

maken van het belang van deze culturele betekenis gezorgd voor een<br />

belangrijke relativering van de dogmatische functionalistische ontwerpcanon.<br />

Bij de uitwerking van deze aanval op het functionalisme bleef<br />

de oorspronkelijke gebruiksfunctie van de objecten echter nogal eens<br />

onderbelicht, denk aan de Carlton ‘room-divider’ van Ettore Sottsass.<br />

Daardoor werd het postmodern ontwerp niet bepaald omarmd door<br />

de gevestigde industrie en bleef de manier van ontwerpen beperkt tot<br />

objecten uit de wereld van de toegepaste kunst: tafels, stoelen, lampen,<br />

servies en aanverwante huiselijke objecten. Tegelijkertijd versterkte dit<br />

het idee van inhoudsloosheid.<br />

Het probleem van de vermeende oppervlakkigheid wordt mooi verwoord<br />

door Ghislaine Kieft: ‘Een probleem voor het modernisme was in<br />

hun ontwerpen ‘sprakeloos’ te zijn [...] Voor Sottsass en de zijnen is het<br />

probleem, naar het mij voorkomt, niet zozeer te spreken, maar daarbij<br />

ook eloquent te zijn, dat wil zeggen ons te voorzien van krachtige, welsprekende,<br />

kernachtige beelden; metaforen die ons overtuigen en die de<br />

ironie overstijgen.’ (Kieft 1984: p.26). Peter Zec verzucht tegelijkertijd<br />

over het Neue Design: ‘Wir ersetzen immer das alte Dogma durch ein<br />

neues Dogma.’ (Hauffe 1994: p.150). Niettemin vormde juist het Neue<br />

Design een belangrijke inspiratiebron voor een volgende lichting tegendraadse<br />

ontwerpers die in de jaren negentig bekend zou worden onder<br />

de naam ‘Droog Design’ (Ramakers 1993: pp.44-47).<br />

‘Anything goes’ als nihilistische opvolger van de dogmatische modernistische<br />

ontwerpreligie (Drukker 2007) leek dus al met al een weinig<br />

aanlokkelijk perspectief, maar bleek niettemin een blijvertje, want zoals<br />

Gwendolyn Ristant terecht opmerkte; ‘The discussion of the eighties<br />

[…] has led to a broader notion of design. It has now become common,<br />

not only among young designers, to think about design in conceptual<br />

terms.’ (Erlhoff et al. 1990: p.207). Precies dat conceptuele denken zullen<br />

we in een later stadium terugvinden in een centrale rol.<br />

93

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!