06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

90 HOOFDSTUK 2<br />

Noten<br />

1. James Kirwan gaat zelfs zo ver Longinus en Boileau in zijn geschiedenis van het verhevene<br />

bewust te negeren: volgens hem is “sublimity” vóór de achttiende-eeuwse Britse interpretaties<br />

gewoon een synoniem voor “excellence” (Kirwan 2005:vii). Hij begint zijn eerste hoofdstuk in<br />

1704, met John Dennis.<br />

2. Verder afgekort tot Enquiry. Ik maak gebruik van de standaardeditie van J.T. Boulton uit 1958.<br />

3. Een Nederlandse vertaling van fragmenten uit Reflections on the Revolution in France draagt de<br />

veelzeggende titel Het wezen van het conservatisme (2002). Tot vandaag sleept Burke een conservatief<br />

imago mee. Burke zelf typeerde zich als “Old Whig”, tegenover de “New Whigs”, die de<br />

Franse Revolutie wel steunden. Wessel Krul vat Burkes conservatisme mooi samen in zijn inleiding<br />

tot de vertaling van de Enquiry: “Politiek was in de ogen van Burke niet een streven naar<br />

een toestand van blijvende stabiliteit, maar een voortdurend spel van krachten rondom een<br />

denkbeeldig midden” (Krul in Burke 2004:17).<br />

4. “[T]o claim Burke as a ‘Romantic’ would be manifestly absurd – he is rooted too firmly in his<br />

empirical age” (Boulton in Burke 1958:lvii).<br />

5. “Á la fin du XVIIIe siècle et au début du XIXe, une mode de l’obscur régna dans les beaux-arts,<br />

sous l’influence directe de la Recherche philosophique de Burke, mal comprise et caricaturée”<br />

(Saint Girons 1993:157).<br />

6. Krul (2005:34) beklemtoont dat Burke geen enkel contemporain literair werk noemt. “The<br />

works chosen by Burke all had, and still have, an uncontested position in the literary canon.<br />

Homer and Virgil are his favourites, followed by Horace and Lucrece; from the Bible, the Book<br />

of Job, the Psalms and Ecclesiasticus furnish fitting passages. In English literature, Burke limits<br />

himself to the great trinity of Spenser, Shakespeare and Milton, with a distinct preference for<br />

Milton” (Krul 2005:36).<br />

7. Patey (1997:11-21) dicht Dennis een cruciale rol toe in het ‘ontstaan’ van literaire kritiek in de<br />

vroege achttiende eeuw, omdat hij in A Large Account of the Taste in Poetry (1702) als eerste een<br />

lijst van kenmerken van een goed criticus opstelde. De criticus moet zich inpassen in “polite discourse”,<br />

is zelf niet noodzakelijk schrijver, en moet vooral een gentleman zijn. Dennis gaat uit<br />

van de superioriteit van een upper class, die hoger opgeleid is en (dus) goede smaak heeft, tegenover<br />

the vulgar, die enkel van oppervlakkigheden kan genieten.<br />

8. “Little Queen Anne Man” is ontleend aan een verwijzing van Byron naar Pope.<br />

9. Dennis voelde zich miskend en was nogal opvliegend van aard. De combinatie van deze twee<br />

elementen bracht hem vaak in opspraak. “Mr. Dennis happened once to go to the play, when a<br />

tragedy was acted, in which the machinery of thunder was introduced, a new artificial method<br />

of producing which he had formerly communicated to the managers. Incensed by this circumstance,<br />

he cried out in a transport of resentment, ‘That is my thunder by G-d; the villains will<br />

play my thunder, but not my plays.’ This gave an alarm to the pit, which he soon explained. He<br />

was much subject to these kind of whimsical transports, and suffered the fervor of his imagination<br />

often to subdue the power of his reason” (Cibber 1753:234). Dit incident zou volgens de<br />

Oxford English Dictionary aan de basis van de Engelse uitdrukking “to steal one’s thunder” liggen.<br />

10. Dr. Johnson verwijst wel naar hem, maar kent hem in de jaren 1780, in The Lives of Poets, geen<br />

apart lemma toe. Dat dat zijn lot zou worden, werd in Theophilus Cibbers The Lives of the Poets<br />

uit 1753 al enigszins geanticipeerd. “His perpetual misfortune was, that he aimed at the empire<br />

of wit, for which nature had not sufficiently endowed him; and his ambition prompted him to

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!