06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

LICHT <strong>IN</strong> DE NE<strong>DER</strong>LANDSE DUISTERNIS 137<br />

(Van Alphen in Riedel 1778:98). Als er iets verhevens is aan duivels, dan is het te vinden<br />

in hun verleden als engelen dat ze nog meedragen. Van Alphen meent Riedels<br />

onderverdeling van de soorten van het verhevene te moeten bijsturen:<br />

Gelijk er van het verhevene in de fraaie wetenschappen tweeërlei soorten<br />

zijn, het een, wanneer de zaak, die voorgesteld wordt, zelve verheven is;<br />

het ander, wanneer de verhevenheid gelegen is in de kunstige voorstelling,<br />

dat er ook zo in het zedelijk verhevene twee soorten zijn: het eerste, wanneer<br />

de daad, de neiging, het karakter zelf verheven is; en het ander, wanneer<br />

de daad enz. in zig zelf zedelijk kwaad is, maar egter zulke natuurlijke volkomenheden<br />

van den geest vooronderstelt, die onze verwondering verwekken<br />

(Van Alphen in Riedel 1778:99-100)<br />

Het lijkt mij dat Van Alphen Riedels onderscheidingen te strikt neemt. Hij noemt<br />

hier het ‘natuurlijk verhevene’ niet, maar maakt wel een onderscheid tussen het ‘zedelijk<br />

verhevene’ en het ‘verhevene in de fraaie wetenschappen’. Het verhevene in kunst<br />

is echter de nabootsing – de imitatio – van het verhevene in de werkelijkheid. De imitatio<br />

is niet beperkt tot het natuurlijk verhevene: in literatuur kan ook het zedelijk<br />

verhevene afgebeeld worden. Zedelijk en natuurlijk verhevene sluiten elkaar niet uit<br />

– het zedelijk verhevene werd zelfs als een complement van het natuurlijke geïntroduceerd:<br />

“De verhevenheid wordt nog grooter, wanneer er voornemens bij komen, die<br />

zulk eene spanning en stemming der geesteskragten verraden, welke het gewone doelwit<br />

der menschen schijnt te boven te gaan” (Riedel 1778:92-93; mijn cursivering,<br />

CM). De toepassing van Mendelssohns twee soorten van het verhevene op Riedels<br />

verhevene is dus niet zo vanzelfsprekend als hij het wil laten uitschijnen. In het geval<br />

van het verhevene in de voorwerpen volstaat het om het concept ‘voorwerp’ op te rekken,<br />

zodat ook morele waarden erin kunnen gevat worden. Dan is kunst de imitatio<br />

waarin de kunst als natuur verschijnt, en dan kan ze zowel het natuurlijke als het<br />

zedelijke verhevene afbeelden. Als de verhevenheid echter ontleend wordt aan de<br />

kunstige voorstelling, dan gaat het niet meer om het gerepresenteerde, maar om de<br />

representatie. Dan wordt het kunstwerk zelf, als object, de bron van het verhevene,<br />

wat tegen de gedachte ingaat dat “kunst, […] daar juist het minst kunst schijnt te<br />

zijn, waar zij het zulks allermeest is!” (Riedel 1778:95).<br />

Aansluitend op Van Alphens invoeging, somt Riedel de fouten op die tegen het grote<br />

en het verhevene in de schone kunsten kunnen begaan worden. De eerste is gezwollenheid:<br />

overdreven bombastisch taalgebruik – in het licht van ‘kunst die het minst<br />

kunst schijnt te zijn’: te kunstig. Dat ook de Nederlandse letteren niet vrij zijn van<br />

deze zonde, blijkt uit de voorbeelden die Van Alphen toevoegt. 73 Een volgende fout<br />

is grote voorwerpen al te nauwgezet te gaan beschrijven – ironisch genoeg gebruikten<br />

Engelsen het woord Dutch om extreme nauwgezetheid mee aan te duiden. 74 Ook als<br />

“een voorwerp, dat op zig zelf verheven is, in de voorstelling al te zeer opgesmukt<br />

wordt” gaat het verhevene verloren. Opnieuw wordt het fiat lux als voorbeeld aangehaald,<br />

met als conclusie: “Eenvoudigheid wordt hier grootschheid” (Riedel<br />

1778:106).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!