06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

184 HOOFDSTUK 4<br />

in het prachtige. De toepassing van deze inzichten op de eigenschappen van de mens<br />

is al even conventioneel.<br />

Verstand is verheven, geestigheid is schoon, stoutmoedigheid is verheven<br />

en grootsch, list is klein maar schoon. De behoedzaamheid, zeide CROM-<br />

WELL, is eene burgemeesterlijke deugd. Waarachtigheid en redelijkheid<br />

zijn eenvoudig en edel; scherts en bevallige vleijerij zijn fijn en schoon.<br />

Bevalligheid is de schoonheid der deugd. Belangloze dienst-ijver is edel,<br />

geslepenheid (politesse) en beleefdheid zijn schoon. Verhevene eigenschappen<br />

boezemen hoogachting, maar schoone eigenschappen liefde, in (Kant<br />

1804:9). 17<br />

Door de heftigheid van de emotie kan het verhevene niet lang volgehouden worden,<br />

daarom moet ze afgewisseld worden met het schone. Samenvattend kan gezegd worden<br />

dat het verhevene een zekere afstand uit bewondering creëert, terwijl het schone<br />

eerder tot toenadering en verbondenheid uitnodigt. Dat geldt zeker op het fysieke<br />

vlak: “Vriendschap heeft hoofdzaaklijk den trek van het verhevene, maar geslachtsliefde<br />

dien van het schoone, aan zich” (Kant 1804:10-11). Kant verbindt het treurspel<br />

eerder met het verhevene en het blijspel met het schone.<br />

Opvallend is Kants voorzichtige toon: een aantal zaken en eigenschappen worden of<br />

verheven, of schoon genoemd, maar vaak wordt die kwalificatie genuanceerd. Het<br />

gaat om “hoofdzaaklijk den trek van het verhevene […], eene zekere waarde en verhevenheid,<br />

terwijl daartegen schalkachtige scherts en vertrouwlijkheid het koloriet van<br />

het schoone in deze gewaarwording verheft” (Kant 1804:10-11; mijn cursivering,<br />

CM). Ondanks de onderscheidingen die Kant vaststelt, blijkt het toch vooral om graduele<br />

verschillen te gaan, waarbij de ene soort de andere niet uitsluit. Zoals eerder<br />

betoogd, kan het schrikwekkend verhevene ook edel zijn, kunnen het schone en het<br />

prachtige elkaar aanvullen, en kan “het edele met het schoone in zekere graden vereenigd<br />

worden” (Kant 1804:11). Zeker in het schrikwekkende verhevene is er zelfs<br />

plaats voor ondeugden en zedelijke gebreken: de stoutmoedigheid van Achilles is verheven<br />

ook al zijn zijn motieven moreel verwerpelijk. Tekenend voor wat volgt in het<br />

deel over het verhevene bij mannen en vrouwen, is de vrouwelijke pendant van dit<br />

laatste voorbeeld: “Het geen de wereld coquetterie in eenen fijnen zin noemt, naamlijk,<br />

eene geslepenheid van eene anders aardige vrouw, om in te nemen en te bekoren,<br />

is veelligt te laken, maar evenwel eenigzins schoon, en wordt gemeenlijk voor de kuische,<br />

ernstige bevalligheid getrokken” (Kant 1804:13).<br />

Alle eigenschappen en kwaliteiten die eerder met het verhevene en het schone geassocieerd<br />

werden, past Kant ook probleemloos toe op de uiterlijke verschijning van<br />

mensen: een grote gestalte wekt achting, een kleine gestalte nodigt uit tot vertrouwelijkheid,<br />

“zwarte oogen en eene bruine kleur, zijn aan het verhevene, blaauwe oogen<br />

en eene blonde kleur meer aan het schoone, verwand” (Kant 1804:13). Kant geeft<br />

zelfs kledingadvies: voorname mensen dragen beter eenvoudige kledij, wie van lager<br />

rang is mag zich opsmukken met sieraden en felle kleuren.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!