06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

234 HOOFDSTUK 4<br />

tekst dient in grote mate als basis voor de andere twee. De Redevoering over het verhevene<br />

(1808) van Theodorus van Swinderen (de Groninger in het gezelschap) biedt<br />

een verdere vereenvoudiging van Kants principes – uit mijn bespreking zal ook blijken<br />

dat die vereenvoudiging ten dele tot een uitholling van Kants vernieuwende<br />

inzichten leidt. In de derde tekst, Redevoering over het gevoel van het verhevene van<br />

J.F.L. Schröder (1810) wordt opnieuw teruggegrepen naar Van Hemerts redevoering,<br />

maar Schröder legt een aantal eigen klemtonen.<br />

Tot slot bespreek ik kort de twee bekroonde inzendingen van een prijsvraag uit 1808<br />

van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem. Beide teksten<br />

zijn uit het buitenland afkomstig, maar werden in 1811 met een Nederlandse vertaling<br />

gepubliceerd.<br />

4.3.1. Paulus van Hemert: Kants Erhabene bevattelijk<br />

uitgelegd<br />

4.3.1.1. Aan den lezer: inleiding<br />

Op 1 februari 1804 hield Paulus van Hemert een spreekbeurt voor de eerbiedwaardige<br />

leden van het genootschap Felix Meritis. 123 In september van datzelfde jaar presenteerde<br />

zijn uitgever M. Schalekamp die tekst al aan het publiek – op basis van zijn<br />

voorwoord kan vermoed worden dat dit niet helemaal naar de zin van Paulus van<br />

Hemert was. 124 Dat voorwoord “Aan den lezer” opent met een understatement, en<br />

een pleidooi voor gedegen vergelijkend onderzoek:<br />

Bekend is het, altans behoort het onder wijsgeerige Onderzoekers te<br />

wezen, dat de theorie van het Verhevene, zoo wel als die van het Schoone,<br />

door den wijduitgestrekten invloed der critische Wijsgeerte, eene zeer aanmerkelijke<br />

gedaantewisseling ondergaan heeft. Alle verändering, intusschen,<br />

sluit niet, noodzaaklijk, verbetering in. De vraag blijft derhalve, of<br />

deze nieuwe theorie het redelijke doel der Wijsgeerte, in der daad, beter<br />

beschiete, en alzo op vastere gronden ruste, dan de voormalige theoriën der<br />

genen, die naar Wijsheid zoeken. Magtspreuken doen hier, zoo weinig als<br />

ergends elders, af. Beroep op gezag is voor wijsgeerige geesten bespottelijk.<br />

Naauwkeurige vergelijking alleen kan beslissen. Beide de theoriën, de oude<br />

en de nieuwe, moeten, tot dat einde, vooräf, in den grond gekend, en derzelver<br />

verschil behoorelijk worden opgemerkt (Van Hemert 1804:iii-iv).<br />

Zoals eerder in religieuze aangelegenheden pleit Van Hemert ook hier weer tegen<br />

dogmatisme en voor kritisch onderzoek – en uiteraard betekent kritisch voor Van<br />

Hemert (ook en eigenlijk vooral) ‘in de geest van Kants kritische filosofie’. De tijd<br />

dat esthetische en poëticale discussies konden beslecht worden met een verwijzing<br />

naar autoriteiten als Aristoteles, Horatius, Quintilianus, Cicero, of Longinus is voorbij:<br />

“Naauwkeurige vergelijking alleen kan beslissen.” Van Hemert sluit niet bij voor-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!