06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

108 HOOFDSTUK 3<br />

Het schone werkt in op het gemoed via gevoelens, en onderhoudt zodoende ook een<br />

rechtstreeks verband met “de natuer van ’s menschen geest”. De idee dat via de esthetische<br />

ervaring, de ervaring opgewekt door de aanschouwing van het schone, tot diepere<br />

kennis van de mens zelf kan gekomen worden is een radicalere versie van Burkes<br />

opvatting dat het schone gevoelens van liefde veroorzaakt en dus tegemoet komt aan<br />

een basisbehoefte van de mens, namelijk de gemeenschap. Mendelssohn stelt hier<br />

immers dat een analyse van die ervaring tegelijkertijd een analyse van het mens-zijn<br />

inhoudt. Dat Van Goens het daarmee volmondig eens was, moge blijken uit zijn<br />

opmerking dat hij Mendelssohns bewijsvoering niet citeert, omdat hij van plan is het<br />

volledige werk waaruit het citaat komt te vertalen. 13<br />

Wien het gezegde niet genoeg is, om het aengestipte groot en wichtig nut<br />

van soortgelyke onderzoek te vatten: die vestige zich enkel op het vermaek<br />

’t geen noodwendig uit ene nasporing volgen moet, waerdoor wy tot de<br />

springvederen der gevoelens of gewaerwordingen opklimmen, die de<br />

voortbrengselen der schone kunsten en wetenschappen in ’t gemeen, en<br />

die der Dichtkunde in ’t byzonder, als de volkomenste van allen, in ons<br />

verwekken (Van Goens in Mendelssohn 1774:v-vi).<br />

Van Goens’ toegeving aan de lezer die niet bereid is te aanvaarden dat dieper inzicht<br />

in kunst ook dieper inzicht in de mens meebrengt, komt een beetje vals over: wie<br />

geen wijsgeer is, moet zich dan maar beperken tot liefhebberij – Van Goens lijkt die<br />

lezer te degraderen tot een amateur, terwijl hij zelf (uiteraard) een professional is. Wie<br />

echter wel wil meestappen in het leerproces, zal “trapsgewyze ene goede, fyne, en kiesche<br />

smaek verkrygen” en zal geleidelijk aan ook schoonheden ontdekken die voor de<br />

leek onopgemerkt blijven.<br />

In de antieke Oudheid wist men dat, zo stelt Van Goens: hij verwijst naar de kunstliefde<br />

van Socrates en Horatius, noemt Aristoteles, Dionysius van Halicarnassus,<br />

Longinus, Cicero, Quintilianus als grote meesters. Maar onder invloed van platonisten<br />

verviel deze studie van de kunst: overal zocht men allegorieën, en samen met de<br />

kennis van het schone verviel de goede smaak. Dankzij figuren als Bacon, Descartes,<br />

Leibniz en Newton werd de wetenschappelijke studie in ere hersteld, en met de<br />

nieuwe wetenschap groeide ook het besef dat kunst anders moest bekeken worden.<br />

Wijsbegeerte en literatuur worden weer verzoend: Van Goens gebruikt het beeld van<br />

één tempel voor twee godinnen.<br />

Het grote werk is bereids gedaen. Beiden der Godinnen is reeds een<br />

gemeenen Tempel gesticht. Leibnitz staet voor haer, en legt haere handen<br />

te zaemen. De Bevalligheden ontgespen den gordel van Venus, die de Letterkunde<br />

zoo lang alleen bezeten had, om er ook de Wysbegeerte intesluiten.<br />

In den schoot der laetste legt Montagne, terwyl de eerste hem toelagcht<br />

om wiens hals hy syn arm geslaegen heeft. Aen het autaer staen<br />

Montesquieu, Fontenelle, d’Alembert, Diderot, Cesarotti, Boscowich,<br />

Harris, Gerard, Home, Hume, Sulzer, Kaestner, Abt, Iselin, Moses [Men-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!