06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

72 HOOFDSTUK 2<br />

2.4.2. Over pijn, genoegen en genot<br />

“The first and simplest emotion which we discover in the human mind, is Curiosity.<br />

By curiosity, I mean whatever desire we have for, or whatever pleasure we take in<br />

novelty” (Burke 1958:31). In tegenstelling tot bij Addison – die het nieuwe nog naast<br />

het schone en het grootse presenteerde – is bij Burke het nieuwe geen factor in<br />

“pleasures of the imagination”, maar in de manier waarop de mens de gehele wereld<br />

tegemoet treedt. We zoeken steeds weer het nieuwe op in de confrontatie met de<br />

objecten van de realiteit.<br />

Op die confrontatie kan op twee manieren gereageerd worden: met pijn (pain) of met<br />

genoegen (pleasure). 67 “Pain and pleasure are simple ideas, incapable of definition”,<br />

stelt Burke (1958:32). 68 De mens ervaart echter niet voortdurend ofwel pijn, ofwel<br />

genoegen: er is een derde toestand en die noemt Burke onverschilligheid (indifference).<br />

Deze drie gemoedstoestanden zijn onmiskenbaar en onafhankelijk van elkaar<br />

aanwezig 69 , al is het wel zo dat als het genoegen wegvalt de toestand van onverschilligheid<br />

die erop volgt vergezeld gaat van een zachte, aangename rust. Zo gaat ook het<br />

wegvallen van pijn gepaard met een nazinderen van het angstgevoel, dat in het verlengde<br />

van pijn ligt: “For fear being an apprehension of pain or death, it operates in<br />

a manner that resembles actual pain” (Burke 1958:57). Burke (1958:35) gebruikt het<br />

beeld van de zee om zijn stelling te illustreren: na de storm blijven de golven iets heviger<br />

deinen dan normaal. Na de ervaring van pijn blijft er een “remain of horror”<br />

(Burke 1958:35) sluimeren, en als dat verdwenen is, valt de mens terug in een staat<br />

van onverschilligheid. Met een positief genoegen – m.a.w. een genoegen dat op geen<br />

enkele manier gekleurd is door de aan- of afwezigheid van pijn – heeft dit niets te<br />

maken.<br />

Toch, zo erkent Burke, gaat het wegvallen van pijn gepaard met een gevoel van verlichting.<br />

Deze vorm van genoegen, die niet positief, maar relatief is, noemt Burke<br />

delight, genot. “As I make use of the word Delight to express the sensation which<br />

accompanies the removal of pain or danger; so when I speak of positive pleasure, I<br />

shall for the most part call it simply Pleasure” (Burke 1958:36-37).<br />

Het wegvallen van pijn resulteert in genot. Maar het wegvallen van genoegen kan drie<br />

verschillende vormen aannemen. Als het genoegen lang genoeg geduurd heeft, als<br />

met andere woorden het genoeglijke effect zijn volledige duur gekend heeft, vervalt<br />

de mens in onverschilligheid (indifference). Als het echter abrupt afgebroken wordt,<br />

volgt een gevoel van teleurstelling (disappointment). De derde vorm staat enigszins los<br />

van de andere twee. Onverschilligheid en teleurstelling sluiten elkaar uit: ofwel is het<br />

genoegen uitgeput, ofwel is het afgebroken. In de derde vorm gaat het niet om het<br />

moment van verlies, maar om het feit dat het genoegen in kwestie definitief verloren<br />

is. Als de mens een genoegen gesmaakt heeft, maar bij het einde van die ervaring van<br />

waarlijk positief genoegen beseft dat het nooit meer terugkomt, ervaart hij verdriet<br />

(grief). Burke typeert verdriet niet als een vorm van pijn: “in grief, the pleasure is still<br />

uppermost; and the affliction we suffer has no resemblance to absolute pain” (Burke

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!