06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Noten<br />

<strong>IN</strong>LEID<strong>IN</strong>G 7<br />

1. Caecilius’ werk is niet overgeleverd. Ik gebruik de vertaling van Op de Coul (2000) als referentie,<br />

omdat die de recentste en vlotst leesbare is. Voor de volledigheid wordt vóór elke paginaverwijzing<br />

in Op de Coul (2000) de verwijzing naar de oorspronkelijke onderverdeling van de tekst<br />

in capita (Romeinse cijfers) en zinnen (Arabische cijfers) vermeld. Ik zal verder naar Op de<br />

Couls vertaling verwijzen als Longinus, net zoals naar de vertalingen van bij voorbeeld Demetrius,<br />

Horatius, Quintilianus (respectievelijk door Schenkeveld, Schrijvers en Gerbrandy) zal<br />

verwezen worden als Demetrius (2000), Horatius (1980), Quintilianus (2001). Andere Longinus-vertalingen,<br />

zoals die van Hoogland (1936) en Kuiper (1980), werden, waar nodig, ook<br />

geconsulteerd. Naar die vertalingen wordt verwezen met de naam van de vertaler.<br />

2. Een mooi voorbeeld is De Pruikentijd van W.F.H. Wunderlich: “Zeker is het dat de geheele<br />

maatschappij dier dagen het best is te vergelijken bij een oud en vermolmd gebouw, vol kieren<br />

en scheuren, waardoor de wind vrijen toegang heeft. Iedere nieuwe windvlaag doet het sidderen<br />

op zijne grondvesten, totdat eindelijk een laatste en krachtige ruk alles omverwerpt en in een<br />

puinhoop verandert” (Wunderlich 1903:2).<br />

3. Zie als voorbeeld van de hedendaagse, meer genaunceerde visie op de achttiende eeuw in de<br />

secundaire literatuur: Kloek en Mijnhardt (2001).<br />

4. In feite zijn er nog twee Nederlandstalige teksten over het verhevene die eerder verschenen zijn:<br />

eind zeventiende eeuw verscheen een anonieme vertaling van Du Grand ou du sublime dans les<br />

mœurs (1686) van René Rapin als ’t Groot en ’t Verhevene, in de Zeden, en in de verscheidene<br />

Staaten der menschen (als datum van publicatie is ook 1686 opgegeven). En in 1766 was er het<br />

anonieme Vertoog wegens het verhevene, en de welsprekendheid, in de gewyde schriften uytblinkende.<br />

Omdat in geen van beide werken enige reflectie op kunst of literatuur te vinden is, vallen ze buiten<br />

het bestek van deze studie. Dat geldt ook voor de taalkundige studie Aenleiding tot de kennisse<br />

van het verhevene deel der Nederduytsche sprake van Lambert ten Kate Hermansz. (1723).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!