06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

LICHT <strong>IN</strong> DE NE<strong>DER</strong>LANDSE DUISTERNIS 139<br />

Willem Emmery de Perponcher (1740-1819) 76 reageerde op Van Alphens werk met<br />

een Brief, eenige bedenkingen over den aart en ’t wezen van het schoone, behelzende<br />

(1780). De polemiek was echter maar een kort leven beschoren: Van Alphen reageerde<br />

maar één keer op de bezwaren van De Perponcher.<br />

De Perponchers grondbemerking is dat de kunstenaar niet zozeer moet opgeleid worden<br />

door abstracte werken, maar door imitatie van de natuur. In 1770 al had hij Batteux’<br />

adagium dat de opgave van de literatuur imitatio van de natuur (la belle nature,<br />

welteverstaan) was, als volgt vertaald: “Dit doelwit nu niet anders zynde dan ons te<br />

behaagen, ons met vermaak aan te doen, door de beschouwing van de aandoenelijkste,<br />

de schoonste en volmaakste voorwerpen, die zy in de Natuur heeft kunnen vinden,<br />

en die zy ons in haare welnagebootste Schilderyen voor oogen stelt, zal het derhalven<br />

in deeze weluitgekoozen en volmaakste nabootsing zyn, dat het weezen der<br />

waare Dichtkunst eigentlyk bestaan moet” (De Perponcher 1770:146). 77 Om de<br />

dichter tot die schoonheid op te voeden stelt De Perponcher in 1780 de praktijk<br />

boven de theorie: “De algemeene kennis van ’t schoon moeten zy in de oeffenschool<br />

der Natuur verkrygen; en van de meesters in hunne byzondere kunst moeten zy leeren,<br />

hoe die schoonheden in hunne kunst voor te dragen” (De Perponcher 1780:39).<br />

De Man (in Van Alphen 1999:49) stelt dat De Perponcher daarnaast ook het subjectieve<br />

element in Van Alphens inleiding ter discussie stelt, en daar een meer objectieve<br />

visie tegenover stelt. Van Alphen had gesteld dat de dichter een ideaal nastreeft. “Het<br />

ideaal, waar naar de kunstenaar werkt, is, of de werkelijk aanwezende natuur, of de<br />

verbeelde denkbeeldige natuur, of eene gantsch eigene schepping, waartoe slegts de<br />

geringste stoffen uit de natuur genomen zijn. In het eerste geval is hij een navolger der<br />

natuur, in het tweede geval een navolger der schoone natuur, en in een derde geval een<br />

Schepper” (Riedel 1778:43). Dit laatste (en hoogste) ideaal is duidelijk verwant aan<br />

een expressieve poëtica, maar Johannes (1992:133) wijst er in zijn analyse van de verbeeldingskracht<br />

op “dat volgens Van Alphen de werking der dichterlijke verbeeldingskracht<br />

– ook de ‘scheppende’ verbeeldingskracht die hij ziet als een kenmerk<br />

van grootse dichtkunst – het schema van de nabootsing der natuur niet te buiten<br />

gaat; ze is niet ‘creatief’ in de betekenis die sommige romantici aan deze term hechten.”<br />

De termen ‘nabootsing der natuur’ of ‘imitatio’ blijken bij De Perponcher en<br />

Van Alphen een verschillende invulling te krijgen, waardoor de twee langs elkaar<br />

heen lijken te praten.<br />

Van Alphen was zich echter wel bewust van het feit dat deze brief een nieuw soort<br />

polemiek in gang zette. Over De Perponchers brief schrijft hij: “Ik las denzelven niet<br />

alleen met gretigheid en smaak; maar verblijdde mij zeer, dat men, op zulk eene<br />

wijze, een begin maakte met mijne Theorie te beoordeelen” (Riedel 1780:i). Opvallend<br />

is de hoffelijke toon. “De discussie die beiden nu aangaan is er een tussen twee<br />

heren – waardig, bezadigd en vol egards jegens de opponent, maar verraadt niettemin<br />

bij beiden een vurige liefde voor literatuur en een grote betrokkenheid bij de aangesneden<br />

kwesties” (Kloek 1985:53). De discussie leidt echter niet tot een verzoening.<br />

Het ‘debat’ is wel hoffelijk, maar het blijkt een dovemansgesprek te zijn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!