06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

LICHT <strong>IN</strong> DE NE<strong>DER</strong>LANDSE DUISTERNIS 121<br />

delssohn vandaag niet geboekstaafd staat als een sleutelfiguur in het denken over het<br />

verhevene: zijn interpretatie (en zeker die van 1758) was ingebed in de longiniaansretorische<br />

traditie, en vond daardoor minder aansluiting bij Burkes sublime, dat<br />

samen met Kants Erhabene als een breukmoment beschouwd wordt. 38 Maar in die<br />

longiniaans-retorische traditie is Mendelssohn zonder twijfel één van de belangrijkste<br />

figuren van de achttiende eeuw.<br />

3.1.3. De receptie van Van Goens’ vertaling<br />

Zoals eerder al aangehaald: Van Goens was een gerespecteerd man in het buitenland.<br />

Vermoedelijk is zijn Nederlandse vertaling van Mendelssohns verhandeling via zijn<br />

vele contacten in Duitsland terechtgekomen. Het feit dat het gerecenseerd werd,<br />

illustreert zowel het belang van die contacten als zijn goede reputatie in het buitenland.<br />

Bovendien nam Mendelssohn Van Goens’ opmerkingen ter harte: in de volgende<br />

druk van zijn Verhandeling vermeldt Mendelssohn nadrukkelijk Van Goens’<br />

vertaling. Van Goens’ welwillende kritiek zal daar ook niet vreemd aan geweest zijn:<br />

telkens als hij andere teksten betrekt op Mendelssohns Verhandeling, geeft hij Mendelssohn<br />

gelijk, of streeft hij een verzoening van de standpunten na.<br />

Achteraan in de tweede druk van de Verhandeling over het verhevene en naive in de<br />

fraeje wetenschappen liet uitgever Samuel de Waal vier lovende recensies van Van<br />

Goens’ vertaling en een commentaar van Mendelssohn drukken. Deze korte besprekingen<br />

werden uiteraard vanuit commerciële motieven toegevoegd, maar dat doet<br />

niet af aan het feit dat Van Goens’ werk niet onopgemerkt bleef in Duitsland, én dat<br />

de vertaling lovend onthaald werd. Toch werden een aantal kanttekeningen gemaakt,<br />

die in de Nederlandse discussie zouden terugkeren en uitvergroot worden.<br />

In de Allgemeine Deutsche Bibliotek wordt Van Goens “als einen Man […], der mit<br />

seinem Verfasser wetteifern kann” (Mendelssohn 1774:ongenummerde bijlage)<br />

genoemd. Toch vraagt de recensent zich af waarom er onder de verschillende bijkomende<br />

voorbeelden die Van Goens geeft geen enkele oorspronkelijk Nederlandstalige<br />

tekst te vinden is. Ook de Deutsche Bibliothek der Schönen Wissenschaften vindt<br />

dat deze verhandeling de vertaler tot eer strekt. Van Goens stond al bekend als kenner<br />

van de Griekse en Latijnse literatuur, maar laat zich in dit werk van een andere kant<br />

zien, namelijk “von der seite des guten geschmacks” (Mendelssohn 1774:ongenummerde<br />

bijlage). Ook hier oogst Van Goens lof om zijn invoegingen. De Erfurtische<br />

gelehrte Zeitung stelt: “Man kann von diesem Manne leicht erwarten, dass er etwas<br />

mehr als die gewöhnlichen Uebersetzer geleistet” (Mendelssohn 1774:ongenummerde<br />

bijlage). Van Goens lost de verwachtingen in door zijn bijkomende voorbeelden,<br />

zijn opmerkingen, en de voorrede. Bovendien is de recensent zo te spreken over<br />

de vertalingen van de poëtische voorbeelden, dat hij de wens uitspreekt dat Van<br />

Goens “zur ehre unsrer nation” (Mendelssohn 1774:ongenummerde bijlage) eens<br />

een volledig dichtwerk zou vertalen. Ook de recensent van de Almanach der Deutschen<br />

Musen waardeert het feit dat door dergelijke vertalingen de eigen cultuur uitgedragen<br />

wordt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!