06.09.2013 Views

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

JUIGCHEN IN DEN ADEL DER MENSCHLIJKE NATUUR

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

362 CONCLUSIE<br />

neemt het verhevene zelfs goddelijke dimensies aan. In alle andere interpretaties worden<br />

zedelijk en stichtelijk als bijna-synoniemen beschouwd. Tekenend is dat Loosjes<br />

ervoor koos het werk van Beattie te vertalen omwille van de “Stigting, in eenen godsdienstigen<br />

zin” (Loosjes in Beattie 1785: ii). Die religieuze bekommernis gold ook<br />

voor Paulus van Hemert, die daarmee trouwer bleef aan zijn religieuze roeping dan<br />

aan Kant. De ervaring van het verhevene is een verrijkende ervaring, en die verrijking<br />

heeft in de overgrote meerderheid van de Nederlandse interpretaties een religieuze<br />

connotatie. Dat hangt nauw samen met de ethische dimensie van het verhevene, die<br />

door alle Nederlandse bijdragen sterk benadrukt werd – soms zelfs sterker dan bij<br />

hun buitenlandse inspiratiebronnen. Bilderdijk spant hier de kroon. Deze religieuze<br />

inslag is niet helemaal nieuw: ook John Dennis verbond het verhevene expliciet met<br />

God en godsdienst, maar in de latere invullingen van Burke, Kant en Schiller is die<br />

nadruk toch een stuk minder sterk, of zelfs geheel afwezig.<br />

Deze moraliserende en religieuze klemtonen zijn al merkbaar in twee vroege teksten<br />

over het verhevene, die ik niet behandeld heb, omdat in geen van beide van enige<br />

reflectie op kunst en literatuur sprake is, namelijk de Nederlandse vertaling van Du<br />

Grand ou du sublime dans les mœurs (1686) van René Rapin als ’t Groot en ’t Verhevene,<br />

in de Zeden, en in de verscheidene Staaten der menschen, en het anonieme Vertoog<br />

wegens het verhevene, en de welsprekendheid, in de gewyde schriften uytblinkende<br />

(1766). De tekst van Rapin is een toepassing van het retorische begrip ‘verheven’ op<br />

morele karaktertypes. Het Vertoog wegens het verhevene is een ongetwijfeld goedbedoeld<br />

werk, dat moet aantonen dat de Bijbel het meest hoogstaande literaire werk<br />

aller tijden is, dat nooit overtroffen zal worden. ‘Verheven’ moet voor dit werk enkel<br />

in zijn meest letterlijke betekenis begrepen worden als ‘boven elk ander werk verheven’;<br />

van enige theoretische beschouwing is in dit werk geen sprake. 1 Verder dan een<br />

aantal vage aanduidingen komt de anonieme auteur niet. Er wordt wel verwezen naar<br />

Longinus, maar de auteur gaat niet in discussie met hem, hij neemt geen standpunten<br />

over, hij citeert hem enkel als de heiden die – ondanks zijn ongeloof – de grootsheid<br />

van het Bijbelse fiat lux ingezien heeft.<br />

Dit fiat lux-motief is in elke Nederlandse interpretatie van het verhevene een stuk<br />

sterker dan het fiat obscuritas van Burke. Enkel in de door Kant geïnspireerde bijdragen<br />

wordt de nadruk minder sterk gelegd, maar in elke bijdrage uit die traditie wordt<br />

het belang van het schriklijk verhevene gerelativeerd. Gert-Jan Johannes heeft de<br />

Nederlandse literatuurtheorie van deze periode beschreven als gekenmerkt door<br />

kleinschaligheid en eenvoud, omdat de Nederlandse cultuurdragers van de lange<br />

achttiende eeuw die eigenschappen ook als typerend voor de Nederlandse volksaard<br />

beschouwden: “de grootheid van Nederland schuilt in de bescheiden kracht van de<br />

edele eenvoud” (Johannes 1997:9). Daar hoorden het spectaculaire verhevene van<br />

Burke en Kant niet in thuis. Johannes verliest echter uit het oog dat de edele eenvoud<br />

evenzeer tot het verhevene kan leiden, en daar speelden de meeste verhandelaars over<br />

het verhevene gretig op in (soms via het concept van het naïeve).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!