15.01.2019 Views

februari 2013 nummer 1

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

van de in etages<br />

groeiende stengels. In<br />

aanleg staan er steeds<br />

3 cyathia bij elkaar<br />

maar vaak komt alleen<br />

de middelste<br />

tot ontwikkeling. Die<br />

heeft alleen mannelijke<br />

bloemen (meeldraden).<br />

De beide<br />

buitenste cyathia zijn<br />

tweeslachtig. Eerst<br />

ontwikkelen zich de<br />

mannelijke bloemen<br />

(afb. 7) en als die verdrogen<br />

dan komt de<br />

vrouwelijke bloem<br />

(stamper, afb. 8). Alle<br />

cyathia zijn heldergeel<br />

van kleur. Dit bloeigedrag<br />

met een centrale<br />

mannelijke bloeiwijze<br />

geflankeerd door<br />

2 vrouwelijke cyathia vinden we wel vaker<br />

bij euphorbia’s, bijvoorbeeld bij E.<br />

canariensis.<br />

Rijpe vruchtjes zijn ongeveer 8 mm in<br />

diameter en purperrood van kleur (afb.<br />

9).<br />

Voor de cultuur wordt een luchtig<br />

mengsel met weinig organisch materiaal<br />

en veel toevoegingen als lava, puimsteen,<br />

kleibrokjes enz. aanbevolen.<br />

Liever geen turf gebruiken. Van maart<br />

tot september ruim water geven. In de<br />

winter moet de temperatuur minimaal<br />

12 0 C, maar liever nog wat hoger zijn.<br />

Vermeerdering door stekken, die vrij gemakkelijk<br />

wortelen, of door middel van<br />

zaaien. Zaad is redelijk goed verkrijgbaar<br />

en het is boeiend om te zien hoe<br />

uit de tere kiemplant met de 2 kiemblaadjes<br />

zich een woest bestekelde plant<br />

ontwikkelt (afb. 10).<br />

In vorstvrije landen wordt E. grandicornis<br />

wel aanbevolen voor heggen. Snoei<br />

wordt uitstekend verdragen. Geiten eten<br />

wel de hoekjes eraf maar de bestekelde<br />

kanten laten ze met rust. Het melksap<br />

schijnt de dieren niet te deren.<br />

Afb. 9: Vruchtvorming bij een E. grandicornis in het Jan Celliers Park<br />

(Pretoria, Zuid Afrika).<br />

Foto Dr. Johann C. Knobel<br />

Literatuur:<br />

Berger, A. (1907). Sukkulente Euphorbien,<br />

p. 52-53, Ulmer Verlag, Stuttgart, .<br />

Brown, N.E. (1897). Hooker’s Icones<br />

Plantarum 26, plates 2531, 2532.<br />

Brown, N.E., Hutchinson, J. en Prain, D.<br />

(1915). Euphorbiaceae in Thiselton-Dyer,<br />

Flora Capensis, William Clowes and<br />

Sons, London, Vol 5, sect 2, part 2, p.<br />

367-368.<br />

Goebel, K. von (1889). Pflanzenbiologische<br />

Schilderungen, N. G. Elwert’sche<br />

Verlagsbuchhandlung, Marburg.<br />

Laren, A.J. van (1932). Vetplanten, Verkade’s<br />

fabrieken N.V., Zaandam.<br />

Pax, F. (1905). Monographische Übersicht<br />

über die afrikanische Arten aus<br />

der Sektion Diacanthium der Gattung<br />

Euphorbia in Engler’s Botanische<br />

Jahrbücher 34, p. 74<br />

Weiss, J.E. (1893). Neubert’s Deutsches<br />

Garten-Magazin 46, p. 291.<br />

Maasdijk 11<br />

6629 KD Appeltern<br />

Thd@roc.a12.nl<br />

©Succulenta jaargang 92 (4) <strong>2013</strong> 159

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!