You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Of bedoelt hij misschien, dat<br />
Weingartia crispata een complex van<br />
zeer nauw verwante, maar uiterlijk zeer<br />
verschillende vormen is? Deze mening<br />
kan momenteel niemand tegenspreken.<br />
Maar evengoed ook niet bevestigen met<br />
de ons ter beschikking staande methoden!<br />
De opvatting zou in ieder geval niet<br />
stroken met herkenbaar te onderscheiden.<br />
Een reden voor mij om de door De<br />
Vries gebruikte namen te handhaven.<br />
Maar we zijn er nog niet. Gertel voorziet<br />
dat deze afwijkende populaties zich<br />
in een relatief korte tijd weer vermengen<br />
met naburige populaties, waardoor een<br />
gebruikelijke variatie ontstaat.<br />
Eerlijk gezegd kan ik het betoog van<br />
Gertel niet volgen. Wat is een relatief<br />
korte tijd? Een jaar? Een eeuw? Waren<br />
de bedoelde populaties oorspronkelijk<br />
ook al crispata’s? Wat is een gebruikelijke<br />
variatie? Is het vermoeden van<br />
Gertel ingegeven door biologische wetmatigheden?<br />
Moeten we aannemen, dat<br />
het aantal taxa in de komende eeuwen<br />
sterk gereduceerd wordt? Ik zou juist<br />
een toename verwachten als gevolg van<br />
soortvorming.<br />
Heeft bestuiving van verschillende zogenaamde<br />
“crispata”-populaties fertiele<br />
nakomelingen tot gevolg, zoals de redactie<br />
van Succulenta wil? Ik voerde<br />
afgelopen seizoen verschillende kruisbestuivingen<br />
uit, die in het geval van crispata<br />
een pover resultaat hadden. Dit gegeven<br />
ondersteunt de verwachting van<br />
Gertel geenszins. Zijn hier geciteerde argumentatie<br />
lijkt mij dan ook geen reden<br />
om de door De Vries beschreven soorten<br />
als synoniemen op te vatten.<br />
Literatuur:<br />
Gertel W. (2012). Sulcorebutia crispata<br />
var. muelleri, Succulenta 91 (5):<br />
206-214.<br />
Hentzschel, G., (1999). Het geslacht<br />
Sulcorebutia Backeberg emend.<br />
Succulenta 78 (3): 131–142.<br />
Hunt D. (2006). The New Cactus<br />
Lexicon, p. 4, dh books.<br />
Redactie Succulenta (2012).<br />
Opmerkingen/aanvullingen van de redactie,<br />
Succulenta 91 (5): 237.<br />
Ritz C., Martin L., Mecklenburg R.,<br />
Goremykin V. & Hellweg F. (2007).<br />
The molecular phylogeny of Rebutia<br />
(Cactaceae) and its allies demonstrates<br />
the influence of paleogrography<br />
on the evolution of South American<br />
mountain cacti. American Journal of<br />
Botany 94(8): 1321-1332.<br />
Gagarinstraat 17<br />
1562 TA Krommenie<br />
Naschrift redactie (Rob Bregman)<br />
Natuurlijk blijven uiterlijke kenmerken onmisbaar voor het herkennen en op naam brengen<br />
van plantensoorten. Het probleem hierbij is echter waar je de grens legt en hoe je waargenomen<br />
verschillen interpreteert. Wat is bv. het verschil tussen “grijsachtig blauw” en “blauwachtig<br />
grijs”, om een bekende conference van Henk Elsink uit de jaren ’70 te citeren. Dat<br />
is subjectief en daarom wordt nu de voorkeur gegeven aan het zgn. biologisch soortbegrip,<br />
dwz. alle planten die in de natuur met elkaar kruisen en fertiele nakomelingen voortbrengen,<br />
behoren tot dezelfde soort. Dat is ook de mening van David Hunt en in dat opzicht verschillen<br />
wij dus niet van opvatting.<br />
Planten die met elkaar kruisen moeten wat betreft hun DNA veel met elkaar gemeen hebben.<br />
Daarom hebben ze veel gemeenschappelijke kenmerken maar ook een aantal verschillen,<br />
net zoals wij mensen uiterlijke overeenkomsten en verschillen vertonen. Die gemeenschappelijke<br />
kenmerken gebruiken we om een soort te karakteriseren en te herkennen, de<br />
verschillen gebruiken we om de variatiebreedte van de soort aan te geven. We gebruiken<br />
hiervoor dus nog steeds morfologische kenmerken, gewoon omdat we van de meeste planten<br />
niet weten waarmee zij wel of niet kunnen kruisen.<br />
©Succulenta jaargang 92 (1) <strong>2013</strong> 41