februari 2013 nummer 1

Mammillaria schiedeana
Het groeigebied van deze goudgeel
bedoornde juweeltjes vinden
we in de oostelijke Sierra Madre van
Mexico. Ze hebben een flink verspreidingsgebied
maar komen ter
plekke heel sporadisch voor, meestal
onder struiken en in rotsspleten. In
cultuur zijn ze niet al te moeilijk, mits
we spaarzaam zijn met water geven.
Een mineraalrijk substraat met ook
wat humus voldoet prima.
Vermeerderen kan door stekken en
zaaien en ze groeien goed op eigen
wortel. Na enkele jaren beginnen ze
te spruiten. De bleekgele bloemen
verschijnen in het voorjaar.
Het zijn vrij weekvlezige planten en
ze kunnen dus wat spintgevoelig zijn; de aanwezigheid van spint is moeilijk op te
merken door de dichte bedoorning.
Tijdens de winterrust houden we ze droog bij een minimumtemperatuur van 7 0 C.
Een even zo mooie vorm is M. schiedeana ssp. dumetorum
Turbinicarpus alonsoi
Een zeer gewilde liefhebbersplant,
pas ontdekt en beschreven in 1995-
1996. De vindplaats ligt in de diepe
kloof van de Rio Xichú in Mexico;
het verspreidingsgebied is hooguit
een vierkante kilometer groot.
In cultuur zijn het prima uit zaad op
te kweken, solitair groeiende planten.
Ze stellen weinig eisen en groeien
het liefst in een doorlatend leemachtig
substraat. Ze kunnen een flinke
penwortel vormen, dus een wat diepere
pot is aan te raden. Tijdens de
groeiperiode om de twee weken een
matige watergift, hiertussen de potkluit
steeds op laten drogen.
De prachtig magenta gekleurde
bloemen verschijnen in het voorjaar als de planten 4 tot 5 jaar oud zijn. Ze kunnen
meerdere malen per jaar bloeien.
Gedurende de winterrust houden we ze licht en droog bij een minimumtemperatuur
van 8 0 C.
Diepeneestraat 4
4454 BJ Borssele
©Succulenta jaargang 92 (5) 2013 209