Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
meeldraden in het midden. Bij navraag<br />
bij Aad Vijverberg waar die plant regelmatig<br />
bloeit, blijkt dat de tweedeling inderdaad<br />
ook aanwezig is. Hij maakte<br />
voor mij een foto als toelichting (afb.8).<br />
Zou Backeberg de twee niveaus meeldraden<br />
bij Lobivia apart genoemd hebben,<br />
maar het er bij Echinopsis verder<br />
bij hebben laten zitten? Is het wel een<br />
onderscheidend kenmerk dat zich dan<br />
tot het grote nieuwe geslacht Echinopsis<br />
(sensu Hunt) beperkt?<br />
Dat blijkt niet zo te zijn, want de opnames<br />
die ik maakte van een paar van<br />
mijn epiphyllums vertonen op overtuigende<br />
wijze dat ook hier een buitenste<br />
krans meeldraden én een uit de diepte<br />
opkomende vloed van meeldraden aanwezig<br />
is. Zowel een onbenoemde gekruiste<br />
epiphyllum (die mijn buurman<br />
bioloog voor zijn vrouw had gekweekt<br />
en Augusta had genoemd) evenals Epiphyllum<br />
cv “King Midas” dienen hier als<br />
voorbeeld (afb. 9 en 10).<br />
Niet alleen Echinopsis sensu lato van<br />
Hunt heeft dus een hymen met een ring<br />
meeldraden, maar het komt ook voor bij<br />
meerdere andere cactussen. Tegelijk zijn<br />
er een aantal soorten zoals E. famatinensis<br />
en E. bonniae die dan weer geen<br />
hymenring hebben (worden nu alweer<br />
tot Reicheocactus gerekend). Inmiddels<br />
is er ook weer nieuw DNA-onderzoek<br />
bij Echinopsis gedaan. Tevens zijn er<br />
heel verschillende bestuivers, van bijen,<br />
motten, vleermuizen tot vogels. Natuurlijk<br />
ligt het weer ingewikkelder. Dan rest<br />
de vraag waartoe die meeldraadetages<br />
door de planten zijn ontwikkeld. Zouden<br />
er soms verschillende bestuivende diersoorten<br />
zijn die diverse niveaus in de<br />
bloemkelk benutten?<br />
Koperwieklaan 19<br />
2261CL Leidschendam<br />
morree@ziggo.nl<br />
Aanvulling op “In the picture”<br />
meeldraden<br />
Ludwig Bercht<br />
David Hunt brengt in The New Cactus<br />
Lexicon alle soorten die tot dan waren<br />
ingedeeld in geslachten als Echinopsis,<br />
Lobivia en Acanthocalycium onder<br />
in het supergeslacht Echinopsis. Uit de<br />
beschrijving van het geslacht valt op te<br />
maken dat het samenvoegen vooral is<br />
geschied op basis van het aanwezig zijn<br />
van een zogenaamde hymenring. In “In<br />
the picture” wordt duidelijk getoond hoe<br />
die meeldraden zijn ingeplant. Met uitzondering<br />
van de soorten uit het oude<br />
geslacht Acanthocalycium en de soorten<br />
uit de verwantschap van Echinopsis leucantha<br />
is er een duidelijke afscheiding<br />
tussen de inplanting van de onderste<br />
meeldraden en de hymenring.<br />
266<br />
Overigens, bij de meeste bloemen van<br />
andere cactusgeslachten kan men een<br />
onderscheid zien tussen de primaire<br />
meeldraden, die min of meer de nectarkamer<br />
afsluiten en vaak tegen de stamper<br />
aanstaan, en de secundaire meeldraden,<br />
meer naar boven in de bloembuis<br />
ingeplant. Ter illustratie een bloemsnede<br />
van Gymnocalycium morroense waar dit<br />
duidelijk is te zien.<br />
Helaas wordt het supergeslacht Echinopsis<br />
sensu Hunt met zijn overzichtelijke<br />
onderverdeling door recent DNA-onderzoek<br />
van Schlumpberger en Renner<br />
volledig overhoop gegooid. Het gaat<br />
hier te ver het artikel in al zijn details<br />
te bespreken. Het onderzoek geeft als<br />
©Succulenta jaargang 92 (6) <strong>2013</strong>