februari 2013 nummer 1

Verder is er de obesa met wanstaltig
gezwollen meeldraden waar Riet
Maessen in het decembernummer
van Succulenta 2012 melding van
maakte (afb. 10).
Dan zijn er de planten die tot
meervoudige dichotome deling overgaan
zonder dat het tot een bandvorming
(cristaat) leidt. Deze vormen
worden wel als ‘forma polytomica’
aangeduid. Mengvormen van polytomie
en cristaatgroei komen ook
voor. Gordon Rowley geeft dit soort
vormen de naam “Rocky Mountain”.
Helaas is de soort er niet op gebouwd
om een dergelijke drastische
vormverandering te ondergaan en
dat betekent dat er scheuren gaan
optreden. Dat geeft lelijke bruine
plekken.
Ik heb een paar van dergelijke vormen
in mijn bezit, allemaal vrouwelijke
exemplaren en daar valt veel
aan te beleven. Om te beginnen
zijn de stampers niet alleen 3-voudig
maar ook wel 4-, 5- of 6-voudig
en dat levert dan na bestuiving
(met een normale obesa) ook 3- tot
6-hokkige vruchtjes op (afb. 11 en
afb. 12). Op een van die planten
begon zich twee jaar geleden een
soort monstrueuze bloei te ontwikkelen
waarbij een zich nog steeds
uitbreidende kluit cyathia ontstaan is
(afb. 13).
Onder de zaailingen van deze
monstrueuze vormen kom je ook
allerlei afwijkingen tegen. Om te
beginnen zijn er wel eens 3 kiemblaadjes
in plaats van 2 (afb. 14).
Een verschijnsel overigens dat bij
cactussen ook vrij frequent optreedt.
Andere zaailingen gaan vanaf het
begin alsmaar nieuwe ribben maken
zodat er na 1 jaar al wel een stuk of
13 zijn in plaats van de gebruikelijke
8. In het tweede of derde jaar gaat
zo’n zaailing dan over tot dichotome
deling. In afb. 15 zien we een dergelijke
plant nadat de deling voltooid
Afb. 9: E. obesa ssp. obesa met enkele tweeslachtige
cyathia
Afb. 10: E. obesa ssp. obesa met wanstaltige mannelijke
bloeiwijzen foto Riet Maessen
Afb. 11: Een monstrueuze vorm ( “Rocky Mountain”) van E.
obesa ssp. obesa met 3-, 4- en 5-hokkige vruchtjes
©Succulenta jaargang 92 (6) 2013 257