You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
gevormd door een aaneenschakeling<br />
van tuberkels.<br />
De tuberkels zijn lichtelijk<br />
afgerond, de vorm<br />
aannemend van uitwassen<br />
of van goed gemarkeerde<br />
tepels, met een lengte van<br />
1,5 cm en een hoogte van<br />
2,5 à 3 cm.<br />
Areolen: Op het bovenste<br />
gedeelte van de tuberkels<br />
geplaatst, met wol, maar<br />
nooit erg veel. De wol<br />
wordt minder bij de groei<br />
van de plant. De areolen<br />
hebben een behoorlijke<br />
afmeting en zijn boven op<br />
de top van de tuberkels afgerond<br />
(op het punt waar<br />
de bedoorning ontspringt).<br />
Vervolgens zet de areool zich voort aan<br />
de bovenkant van de tuberkels in een<br />
nauwe groef van 1 à 2 mm breedte en 1<br />
à 1,5 cm lengte, om te eindigen bij het<br />
begin van het bloeipunt, in de directe<br />
nabijheid van de basis van de daarboven<br />
liggende tuberkel. Met zijn twee afgeronde<br />
uiteinden en met een verbindingsgroef<br />
geven deze areolen de vorm van<br />
een halter weer. Ditzelfde aspect is terug<br />
te vinden bij A. scheeri ssp. scheeri.<br />
Deze areolen zijn ook de plaats, over<br />
de hele lengte van hun groef, van de 5<br />
honingklieren die een kleverige stof uitscheiden,<br />
bestemd om insecten aan te<br />
trekken. Deze klieren zijn vooral zichtbaar<br />
op de oudere areolen die hun wol<br />
verloren hebben.<br />
Aantal doorns: In totaal 11 tot 14, zeer<br />
robuust.<br />
Randdoorns: Bij volwassen planten 9 tot<br />
10, die twee groepen vormen. Hiervan<br />
wijzen 3 tot 5 randdoorns altijd naar de<br />
kop van de plant, vervolgens staan er<br />
2 paarsgewijs en horizontaal. Al deze<br />
doorns, met een rechte punt, hebben<br />
een plat gedeelte van ongeveer 2 mm.<br />
Vervolgens wijzen 3 randdoorns naar de<br />
onderkant van het plantenlichaam, zij<br />
hebben een gehaakt uiteinde, rond en<br />
Afb. 6: Jonge Ancistrocactus crassihamatus (in mei 2000 gezaaid),<br />
7,5 cm hoog en 8cm Ø<br />
niet afgeplat. Al deze randdoorns hebben<br />
een oker tot okerroze kleur of oker<br />
met een paarsachtige gloed, de punt is<br />
zwart of donkerbruin. Na verloop van tijd<br />
worden ze grijs. Ze worden 1 tot 2,5 cm<br />
lang.<br />
Middendoorns: Er zijn 1 tot 4 middendoorns<br />
met een doorsnede van 1 tot 1,5<br />
mm, stevig. Hiervan hebben er 3 een<br />
rechte punt en zijn 2 tot 2,5 cm lang.<br />
Een doorn heeft de vorm van een vishaak,<br />
deze laatste staat duidelijk haaks<br />
op de as van het plantenlichaam. Hij is<br />
4,5 tot 6 cm lang. Deze middendoorns<br />
en vooral de langste met de haakdoorn<br />
hebben een meer donkere kleur dan<br />
de randdoorns, vaak donkerbruin of<br />
tabakskleurig.<br />
Bloemen: Dagbloeiers. De bloemen<br />
staan in de top van de plant, openen<br />
zich nooit helemaal, klokvormig met<br />
een grootte van 2 cm. De bloembladen<br />
hebben een middenstreep van min<br />
of meer paars tot donkerpaars en altijd<br />
met lichte randen. Stamper van rozeachtig<br />
geel tot purper. Helmdraden geelachtig<br />
purper, helmknoppen en stuifmeel<br />
crèmekleurig.<br />
Bloeitijd: Juni en juli op de natuurlijke<br />
vindplaats.<br />
©Succulenta jaargang 92 (4) <strong>2013</strong> 169