68886 <strong>BELGISCH</strong> <strong>STAATSBLAD</strong> — 23.09.2004 — <strong>MONITEUR</strong> <strong>BELGE</strong>9 o ″last van de dienst″ : het geheel der verplichtingen die opgelegd worden aan de persoon die, naar gelang hetgeval, de hoedanigheid van abonnee of gebruiker heeft;10 o ″verzamelleidingen″ : leidingen die de rioleringen verbinden met de plaatsen die voorzien zijn of vermoedelijkvoorzien zijn voor de zuivering van afvalwater;11 o ″comité voor watercontrole″ : comité ingesteld bij artikel 4;12 o ″wateradviescommissie″ : commissie ingesteld bij artikel 3;13 o ″internationale commissie ter bescherming van de Maas″ : de internationale commissie ingesteld bij hetinternationale Maas-akkoord;14 o ″internationale commissie ter bescherming van de Schelde″ : de internationale commissie ingesteld bij hetinternationale Schelde-akkoord;15 o ″meter″ : meetinstrument en toebehoren voor de bepaling van de over een bepaalde periode verbruiktewaterhoeveelheid;16 o ″dienstencontract voor sanering″ : overeenkomst gesloten tussen een producent van tot drinkwaterverwerkbaar water en de ″Société publique de gestion de l’eau″ (Openbare maatschappij voor waterbeheer) waarbij dewaterproducent de dienst van de ″Société″ huurt om volgens een bepaalde planning de openbare sanering te verrichtenvan een waterhoeveelheid die overeenstemt met de geproduceerde waterhoeveelheid om via het openbare leidingennetin het Waalse Gewest te worden verdeeld;17 o ″ dienstencontract inzake waterzuivering en -opvang″ : overeenkomst gesloten tussen de ″Société publique deGestion de l’Eau″ en de erkende waterzuiveringsmaatschappijen waarbij laatstgenoemden tegen vergoeding in naamen opdracht van eerstgenoemde overheidstaken, onderzoeken, de bouw van zuiveringssystemen en de zuivering vanbepaalde hoeveelheden afvalwater uitvoeren;18 o ″ dienstencontract voor de bescherming van tot drinkwater verwerkbaar water″ : overeenkomst gesloten tusseneen producent van tot drinkwater verwerkbaar water die dat water voor verdeling over de openbare leidingen bestemten de ″Société publique de Gestion de l’Eau″ waarbij laatstgenoemde tegen vergoeding de bescherming van totdrinkwater verwerkbaar water zoals bepaald in de programma’s bedoeld in artikel 318, § 2, laat uitvoeren;19 o ″controles van de emissies″ : controles die een specifieke emissiegrens vereisen, bijvoorbeeld een emissiegrenswaarde,of waarbij op een andere wijze grenzen of voorwaarden worden opgelegd aan de gevolgen, de aard of aanandere kenmerken van een emissie of van functioneringsvoorwaarden die de emissies beïnvloeden;20 o ″niet-bevaarbare waterlopen″ : de rivieren en beken die de regering niet bij de klasse van bevaarbarewaterlopen heeft ondergebracht, stroomafwaarts van het punt waarop hun waterbekken minstens honderd hectarebedraagt. Dat punt wordt oorsprong van de waterloop genoemd;21 o ″milieukosten″ : kostprijs van de schade van het watergebruik voor het leefmilieu, de ecosystemen en degebruikers van het leefmilieu;22 o ″kosten voor de hulpbron″ : kostprijs van de uitputting van de bodemrijkdom die het teloorgaan van bepaaldemogelijkheden voor andere gebruikers teweegbrengt als gevolg van het inkrimpen van de bodemrijkdommen tot onderhet natuurlijke hernieuwings- of recuperatiecijfer;23 o ″reële kostprijs voor de sanering″ : kostprijs, berekend per kubieke meter, die de gezamenlijke kostprijs voorde openbare sanering van het huishoudelijk afvalwater inhoudt;24 o ″reële kostprijs voor de verdeling″ : kostprijs, berekend per kubieke meter, die de gezamenlijke kostprijs voorde waterproductie en de waterverdeling inhoudt, met inbegrip van de kostprijs voor de bescherming van het met hetoog op de openbare verdeling ontnomen water;25 o ″datum van de kennisgeving″ : de eerste dag na de afgifte aan de post van het stuk waarvan kennis gegevenwordt;26 o ″lozing van afvalwater″ : het afvalwater dat via leidingen of via elk ander middel, met uitzondering van hetnatuurlijke afvloeien van hemelwater, in grondwater of oppervlaktewater binnendringt;27 o ″directe lozing in het grondwater″ : lozing van verontreinigende stoffen in grondwater zonder dat het via debodem of de ondergrond doorsijpelt;28 o ″verdeler″ : uitbater van de dienstverlening ″openbare waterverdeling″;29 o ″internationaal stroomgebiedsdistrict″ : een land- en zeegebied bestaande uit één of meerdere aan elkaargrenzende stroomgebieden van meerdere lid-Staten van de Europese Gemeenschap, met de bijkomende grond- enkustwateren, dat als voornaamste eenheid voor het stroomgebiedsbeheer wordt omschreven;30 o ″kustwateren″ : de oppervlaktewateren, gelegen aan de landzijde van een lijn waarvan elk punt zich op eenafstand bevindt van één zeemijl zeewaarts van het dichtstbijzijnde punt van de basislijn vanwaar de breedte van deterritoriale wateren wordt gemeten, zo nodig uitgebreid tot de buitengrens van een overgangswater;31 o ″binnenwateren″ : het stilstaand of stromende water op het landoppervlak en het grondwater aan de landzijdevan de basislijn vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten;32 o ″koelwater″ : het water dat in de nijverheid gebruikt wordt voor de afkoeling in open kringloop en dat niet inaanraking is gekomen met de af te koelen stoffen;33 o ″voor menselijke consumptie bestemd water″ : water, dat onbehandeld of na behandeling bestemd is omgedronken te worden, te koken, levensmiddelen te bereiden of voor andere huishoudelijke doeleinden, ongeacht deherkomst ervan, en ongeacht of het verdeeld wordt via een distributiekanaal via leidingen of vanaf eenprivé-aansluitpunt, een watertankwagen of -boot, evenals het water dat verstrekt wordt aan de voedingsmiddelenbedrijvenvia een distributienet voor het in die ondernemingen bewerkt of behandeld wordt;34 o ″oppervlaktewater″ : binnenwateren, met uitzondering van grondwater, overgangswater en kustwateren,behalve voor zover het de scheikundige toestand betreft, ook de territoriale wateren;35 o ″gewoon oppervlaktewater″ : het water van de bevaarbare waterwegen, het water van de niet-bevaarbarewaterlopen, met inbegrip van hun ondergrondse loop, de beken en rivieren, zelfs met intermitterend stromend waterstroomopwaarts van het punt waar ze ondergebracht zijn bij de niet-bevaarbare waterlopen, het water van meren,vijvers en ander stromend en stilstaand water, met uitzondering van het water van de kunstmatige afvoerwegen;36 o ″overgangswater″ : een oppervlaktewaterlichaam in de nabijheid van een riviermonding, dat gedeeltelijk zoutis in de nabijheid van kustwateren maar dat in belangrijke mate beïnvloed is door zoetwaterstromen;37 o ″tot drinkwater verwerkbaar water″ : alle grond- of oppervlaktewater dat op natuurlijke wijze of na eenaangepaste fysisch-chemische of microbiologische behandeling bestemd is om verdeeld te worden en zonder gevaarvoor de gezondheid gedronken kan worden;
<strong>BELGISCH</strong> <strong>STAATSBLAD</strong> — 23.09.2004 — <strong>MONITEUR</strong> <strong>BELGE</strong>6888738 o ″grondwater″ : al het water dat zich onder het bodemoppervlak bevindt in de verzadigde bodem enrechtstreeks in voeling staat met de bodem of ondergrond;39 o ″afvalwater″ :- het kunstmatig verontreinigd water of het water waarvan gebruik is gemaakt, met inbegrip van het koelwater;- het kunstmatig van regen afkomstige afvloeiend hemelwater;- het met het oog op lozing gezuiverde water;40 o ″afvalwater uit de landbouw″ : het afvalwater dat afkomstig is van bedrijven waar dieren gehouden of gefoktworden en die daardoor een globale afvoer van vervuilende stoffen tot stand brengen die lager is dan een door deregering vastgesteld cijfer en die noch permanente dierentuinen of -parken zijn. Voor de toepassing van de artikelen275 tot en met 316 wordt dat water gelijkgesteld met huishoudelijk afvalwater, behoudens door de regeringtoegestane afwijking;41 o ″huishoudelijk afvalwater″ :a) het water dat enkel bevat :- water afkomstig van sanitaire installaties;- water afkomstig uit keukens;- water afkomstig van de schoonmaak van gebouwen zoals woningen kantoren, ruimtes voor klein- ofgroothandel, schouwburgen, kazernes, campings, gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat,hospitalen, klinieken en andere inrichtingen waar niet-besmettelijke zieken ondergebracht zijn en verzorgd worden,zwembaden, hotels, restaurants, drankslijterijen, kapsalons;- water afkomstig van de thuis verrichte huishoudelijke was;- water afkomstig van de reiniging van niet van motoren voorziene rijtuigen (fietsen, tandems, driewielers enz) envan rijwielen met hulpmotoren (cyclinderinhoud die de 50 cm 3 niet te boven gaat);- water afkomstig van de reiniging van minder dan tien voertuigen en hun aanhangwagens per dag (zoalsvoertuigen, bestelwagens en vrachtwagens, autobussen en autocars, tractoren, motorfietsen), met uitzondering vanspoorvoertuigen;- evenals, in voorkomend geval, regenwater;b) afvalwater afkomstig van wasinrichtingen waarvan de wasmachines uitsluitend door de klanten wordengebruikt;c) afvalwater afkomstig van fabrieken, werkplaatsen, opslagplaatsen en laboratoria die minder dan zevenpersonen tewerkstellen, behalve indien de overheid die bevoegd is voor de toekenning van de milieuvergunning of demilieuverklaring ontvangt, oordeelt dat het afvalwater schadelijk is voor de riolering en/of voor de normale werkingvan een waterzuiveringsstation of het milieu dat het afvalwater ontvangt en dat niet als bij de klasse van hethuishoudelijk afvalwater mag worden ondergebracht;42 o ″industrieel afvalwater″ : ander afvalwater dan huishoudelijk afvalwater en afvalwater uit landbouw;43 o ″openbare riolering″ : openbare waterafvoerwegen, bestaande uit ondergrondse leidingen bestemd voor deopvang van afvalwater;44 o ″zuivering″ : primaire, secundaire of gepaste afvalwaterbehandeling, voor lozing ervan in een stroomgebied,met het oog op de inachtneming van de normen en voorschriften met betrekking tot het stedelijk afvalwater en met hetoog op het bekomen, in het ontvangende milieu, van water dat beantwoordt aan de dwingende waarden of aan derichtwaarden, overeenkomstig de bepalingen betreffende het ontvangende water;45 o ″oppervlaktewatertoestand″ : de algemene aanduiding van de toestand van een oppervlaktewaterlichaam,bepaald door de ecologische en de scheikundige toestand ervan, en wel door de slechtste van beide toestanden;46 o ″grondwatertoestand″ : de algemene aanduiding van de toestand van een grondwaterlichaam, bepaald door deecologische en de scheikundige toestand ervan, en wel door de slechtste van beide toestanden;47 o ″scheikundige toestand van oppervlaktewater″ : de aanduiding van de concentratie aan verontreinigendestoffen in het water, het sediment of de levende wezens;48 o ″scheikundige toestand van grondwater″ : de aanduiding van de geleidbaarheid en van de concentraties aanverontreinigende stoffen in een grondwaterlichaam;49 o ″ecologische toestand″ : de aanduiding van de kwaliteit van de structuur en van het functioneren van deaquatische ecosystemen die met het oppervlaktewater geassocieerd zijn;50 o ″kwantitatieve toestand″ : de aanduiding van de mate waarin een grondwaterlichaam door directe of indirectewateronttrekking beïnvloed wordt;51 o ″ambtenaar belast met de invordering″ : de ambtenaar die in het ambt van de ″ontvanger der belastingen enretributies″ is geïnstalleerd bij het secretariaat-generaal van het ministerie van het Waalse Gewest, Afdeling Thesaurie;52 o ″sociaal waterfonds″ : het financiële mechanisme omschreven in de artikelen 237 tot en met 251 waaraan deverdelers, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de ″Société publique de Gestion de l’Eau″ een bijdrageleveren;53 o leveranciers :a) de uitbater van een openbaar net voor de waterdistributie via waterleidingen;b) de uitbater van een privé-wateraansluitpunt waardoor de verbruikers via waterleidingen bevoorraad kunnenworden zonder dat een openbaar waterleidingennet ingeschakeld wordt;c) de operator die water verstrekt met een watertankwagen of -boot;54 o ″slijk″ : de stof voortgebracht bij het schoonmaken van een septische put;55 o ″woning″ : individuele woning in de zin van artikel 1, 4 o , van de Waalse Huisvestingscode;56 o ″meer″ : een massa stilstaand landoppervlaktewater;57 o ″kunstmatig waterlichaam″ : oppervlaktewaterlichaam dat tot stand komt door de menselijke bedrijvigheid;58 o ″oppervlaktewaterlichaam″ : een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer,een reservoir, een rivier, een stroom of een kanaal, een deel van een rivier, een stroom of een kanaal, overgangswaterof een strook kustwater;59 o ″sterk veranderd waterlichaam″ : oppervlaktewaterlichaam dat door fysische kwaliteitswijzigingen ingevolgede menselijke bedrijvigheid wezenlijk is veranderd van aard, zoals aangewezen door de stroomgebiedsoverheid;