13.07.2015 Aufrufe

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE - Cile

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE - Cile

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE - Cile

MEHR ANZEIGEN
WENIGER ANZEIGEN

Erfolgreiche ePaper selbst erstellen

Machen Sie aus Ihren PDF Publikationen ein blätterbares Flipbook mit unserer einzigartigen Google optimierten e-Paper Software.

<strong>BELGISCH</strong> <strong>STAATSBLAD</strong> — 23.09.2004 — <strong>MONITEUR</strong> <strong>BELGE</strong>689434 o degene die, wanneer hij verplicht is een aangifte krachtens de artikelen 3, 13, 156 tot 159, 161 tot 166, 178, 179,216 tot 222, 317, 320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 of de krachtens deze genomen reglementaire bepalingen te doen,zich ervan onthoudt deze verklaring over te leggen of een opzettelijk onvolledige en onjuiste verklaring overlegt, metde bedoeling de toepassing van de artikelen 3, 13, 156 tot 159, 161 tot 166, 178, 179, 216 tot 222, 317, 320 tot 323, 343,344, 345, 392 tot 406 of de krachtens deze genomen reglementaire bepalingen te ontduiken.Art. 395. Indien een veroordeling krachtens artikel 392 of artikel 397 wordt uitgesproken, kan de rechter, hetzij opverzoek van de procureur des Konings, hetzij op verzoek van het Gewest of op verzoek van de burgerlijke partij, hetzijambtshalve, met het oog op het herstellen van een toestand die gelijkwaardig is aan die welke zonder de overtredingzou hebben bestaan, het verbod bevelen om gedurende een tijdsperiode die de rechter zal vaststellen maar die nietmeer dan één jaar zal mogen bedragen, de installatie of de toestellen te gebruiken of te laten werken die ten grondslagliggen aan de door de overtreding teweeggebrachte vervuiling. De rechter kan dit verbod bevelen zelfs indien deinstallatie of de toestellen de eigendom van iemand anders zijn of tot de inrichting behoren die door een derde wordtuitgebaat. In een dergelijk geval, zal het verbod ten opzichte van deze derde slechts kunnen worden bevolen nadat hijbij het proces betrokken zal zijn geweest en de gelegenheid gehad zal hebben zijn verdedigingsmiddelen naar vorente brengen.Art. 396. Gestraft wordt met de in artikel 394 aangeduide straffen, degene die het uitvoeren van de in hetvoorgaande artikel vermelde verbodsmaatregel weigert of nalaat.Art. 397. Gestraft wordt, volgens het geval, met de in de artikelen 392, 393, of 394 voorziene straffen :1 o degene die, wanneer hij de werkgever is van een in deze artikelen beoogde persoon, aan laatstgenoemde nietde nodige middelen heeft gegeven voor het in acht nemen van de artikelen 3, 13, 156 tot 159, 161 tot 166, 178, 179, 216tot 222, 317, 320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 of de krachtens deze genomen reglementaire bepalingen, rekeninghoudend met de opdracht die hij aan de persoon in zijn dienst had toegewezen;2 o degene die, wanneer hij de werkgever is van een in deze artikelen beoogde persoon, aan laatstgenoemde eenopdracht heeft toevertrouwd waarvoor bedoelde persoon niet de kennis bezat die hem in staat stelde zich vangenoemde opdracht te kwijten met eerbiediging van de artikelen 3, 13, 156 tot 159, 161 tot 166, 178, 179, 216 tot 222, 317,320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 of de krachtens deze genomen reglementaire bepalingen, zonder op de daartoegeëigende manier te hebben gekontroleerd dat bedoelde persoon deze kennis bezat;3 o degene die, wanneer hij de werkgever is van een in deze artikelen beoogde persoon, wist dat een overtredingzou worden begaan of werd begaan en nagelaten heeft de uitwerking hiervan te verhinderen of eraan te verhelpenhoewel hij daartoe de mogelijkheid heeft gehad.Art. 398. De werkgever is burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de boeten, de kosten en de gerechtelijkekosten waartoe zijn aangestelden worden veroordeeld naar aanleiding van een overtreding van de artikelen 3, 13, 156tot 159, 161 tot 166, 178, 179, 216 tot 222, 317, 320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 of de krachtens deze genomenreglementaire bepalingen die in de uitoefening of ter gelegenheid van hun functie werd begaan.Iedere rechtspersoon is burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de boeten, de kosten en de gerechtelijkekosten waartoe haar organen worden veroordeeld naar aanleiding van een overtreding van de artikelen 3, 13, 156 tot159, 161 tot 166, 178, 179, 216 tot 222, 317, 320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 of de krachtens deze genomenreglementaire bepalingen die in de uitoefening of ter gelegenheid van hun functie werd begaan.Art. 399. § 1. De straf kan tot het dubbele van het maximum worden opgetrokken indien een nieuwe in de artikelen392 tot 397 voorziene overtreding wordt begaan binnen een termijn van vijf jaar vanaf een voorgaande veroordelingwegens het overtreden van een van deze zelfde artikelen, uitgesproken door een besluit dat in kracht van gewijsde isgegaan; in een dergelijk geval kan de boete of de straf bovendien niet minder zijn dan het tienvoudige van hetminimum.§ 2. Boek 1 van het Wetboek van strafrecht, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, is op de door onderhavigehoofdstuk voorziene overtredingen van toepassing.Art. 400. § 1. In geval van in de artikelen 392-1 o , 392-2 o , 393-3 o , 393-5 o , 396 en 397 beoogde overtredingen, kan derechter de publicatie van het vonnis op kosten van de overtreder of van zijn medeplichtige gelasten in maximum driedagbladen die door hem worden aangewezen en binnen de termijn die hij vaststelt.§ 2. Onverminderd de artikelen 42 en 43 van het Wetboek van strafrecht, kan in geval van in artikel 392, 2 o , en,beoogde overtredingen, de verbeurdverklaring tevens worden bevolen ten opzichte van roerende zaken die gediendhebben of bestemd waren voor het begaan van de overtreding, wanneer deze de eigendom van de medeplichtige zijnen inbegrepen in geval van toepassing van artikel 85 van het Wetboek van strafrecht.HOOFDSTUK II. — Andere overtredingenArt. 401. Gestraft wordt met een boete van zesentwintig euro tot tienduizend euro, degene die, wanneer hem ditregelmatig werd gevraagd ze te verstrekken, zich ervan onthoudt inlichtingen mede te delen die hem krachtens deartikelen 13 en 165 en krachtens deze genomen reglementaire bepalingen werden gevraagd.Art. 402. Iedere overtreding van artikel 166 wordt gestraft met de door artikel 458 van het Wetboek van strafrechtvoorziene straffen, onverminderd de eventuele toepassing van strafmaatregelen.Art. 403. De Regering kan straffen instellen op de overtredingen van de krachtens de artikelen 3, 13, 156 tot 159,161 tot 166, 178, 179, 216 tot 222, 317, 320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 getroffen reglementen die niet door een vande artikelen van onderhavig hoofdstuk worden bestraft. Deze straffen zullen de politiestraffen niet te boven mogengaan.Art. 404. De in de artikelen 401 tot 403 voorziene straffen kunnen tot het dubbele van het maximum wordenopgetrokken indien, binnen een termijn van twee jaar vanaf een voorgaande veroordeling wegens een overtreding vaneen van deze artikelen, uitgesproken door een besluit dat in kracht van gewijsde is gegaan, een nieuwe overtreding vanhetzelfde artikel door dezelfde bewerker wordt begaan.Alle bepalingen van boek 1 van het Wetboek van strafrecht, zonder uitzondering, van hoofdstuk VII of van artikel85, zijn op de in deze artikelen voorziene overtredingen van toepassing.HOOFDSTUK III. — Vaststelling, opsporing en vervolging van de overtredingen.Art. 405. Onverminderd de plichten van de officieren van de gerechtelijke politie, zijn de burgemeester en de doorde Regering aangewezen ambtenaren en personeelsleden bevoegd om toe te zien op de uitvoering van de artikelen 3,13, 156 tot 159, 161 tot 166, 178, 179, 216 tot 222, 317, 320 tot 323, 343, 344, 345, 392 tot 406 en de krachtens deze genomenreglementaire bepalingen. Ze beschikken over de prerogatieven bedoeld in artikel 61 van het decreet van 11 maart 1999betreffende de milieuvergunning om hun opdrachten te vervullen.De ambtenaren en personeelsleden leggen de eed af voor de rechtbank van eerste aanleg van hun woonplaats.

Hurra! Ihre Datei wurde hochgeladen und ist bereit für die Veröffentlichung.

Erfolgreich gespeichert!

Leider ist etwas schief gelaufen!