Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inkoop door het ABP<br />
Bij het afschaffen van de FPU is de ABP-Pensioenregeling gewijzigd. Vanaf 2006 bouwt de medewerker<br />
meer pensioen op omdat het ABP uitgaat van een lagere franchise en een hoger opbouwpercentage.<br />
Voor een medewerker met een gemiddelde carrière leidt dit tot een pensioen van ongeveer 76% van<br />
zijn gemiddelde loon op 62 jaar en 9 maanden.<br />
Deze hogere opbouw is er dus pas vanaf 2006. Een medewerker die al langer bij het ABP pensioen<br />
opbouwt heeft dus niet zijn hele ABP-periode deze hogere opbouw en heeft daardoor op 62 jaar en<br />
9 maanden een lager pensioen dan zijn nieuwe collega’s die al wel vanaf het begin de hoge opbouw<br />
hebben. Daarom is in het ABP-Pensioenreglement vastgesteld dat het ABP extra pensioen inkoopt.<br />
Deze extra inkoop leidt ertoe dat ook de oudere medewerker op 62 jaar en 9 maanden (na een gemiddelde<br />
carrière) met pensioen kan met een pensioenniveau dat vergelijkbaar is met het niveau dat hij<br />
op 65-jarige leeftijd zou hebben in de oude ABP-regeling (76% van het middelloon). De afspraak voor<br />
de extra inkoop van pensioen geldt voor iedere ABP-deelnemer die<br />
• ABP-deelnemer was op 1 januari 2006,<br />
• die is geboren na 1949 en<br />
• die tot aan hun pensioen in dienst blijven bij een ABP-werkgever.<br />
Dus ook voor de medewerker die onder het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> valt.<br />
Resultaat: met de inkoop door het ABP kan de medewerker op 62 jaar en 9 maanden met pensioen.<br />
Inkoop door de werkgever<br />
De fiscus stelt grenzen aan de pensioenopbouw. Er geldt een maximale pensioenopbouw. Er kan dus<br />
niet onbeperkt worden ingezet. Met de hiervoor genoemde inkoop door het ABP en het ABP Keuzepensioen<br />
(lage franchise en hoog opbouwpercentage) gebruikt het ABP niet alle fiscale ruimte. Binnen<br />
het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> benut de werkgever de resterende fiscale ruimte waardoor de medewerker<br />
nog eerder uit kan treden dan op 62 jaar en 9 maanden. Maximaal kan de werkgever nog 9 maanden<br />
extra pensioen inkopen.<br />
<strong>Het</strong> totaal aan pensioen van de medewerker wordt bepaald door:<br />
• het ABP Keuzepensioen,<br />
• de inkoop van extra pensioen door het ABP,<br />
• de inkoop van extra pensioen door de werkgever wegens <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> en<br />
• eventueel door de medewerker extra opgebouwd pensioen (eigen stortingen in ABP Extra Pensioen<br />
bijvoorbeeld).<br />
Als de medewerker op 62 jaar met pensioen gaat, verspreidt het ABP deze totale pot over het aantal<br />
jaar dat de medewerker naar verwachting pensioen geniet. <strong>Het</strong> is dus niet zo dat de medewerker de<br />
eerste 9 maanden 76% van het gemiddelde loon krijgt en daarna meer of minder. De medewerker kan<br />
hier overigens wel voor kiezen.<br />
11.2 Hoofdlijnen van de afspraak inkoop extra pensioen<br />
De hoofdlijnen van de inkoop van extra pensioen zijn als volgt.<br />
• De werkgever stort op 53-jarige leeftijd voor de medewerker een dan te bepalen bedrag in ABP<br />
Extra Pensioen. Er zijn geen loonheffingen over deze storting verschuldigd.<br />
• Met een van tevoren vastgesteld verwacht rendement leidt dit tot 9 maanden x 76% van het middelloon<br />
op de leeftijd van 62 jaar aan extra pensioen. Daarbij is het middelloon het gemiddelde<br />
loon over de dienstjaren als brandweer- of ambulancemedewerker tot 53 jaar.<br />
136 Vereniging Van nederlandse gemeenten