Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Besluit<br />
Artikel 9b:53 CAR<br />
Besluit<br />
Artikel 9b:51 CAR<br />
Besluit<br />
Voorbeeld<br />
Jos is geboren op 12 mei 1948 en heeft recht op FPU. Hij kiest er niet voor om op 60 jaar en drie maanden te stoppen<br />
met werken (keuzemogelijkheid 1). Hij kiest ervoor om door te werken tot zijn FPU-spilleeftijd (62 jaar en drie maanden).<br />
Omdat hij op 31 december 2005 57 jaar oud was ontvangt hij van zijn werkgever vanaf spilleeftijd een aanvulling op de<br />
FPU-uitkering van 8% van zijn berekeningsgrondslag.<br />
Actuariële herrekening FPU-uitkering en aanvulling werkgever<br />
Als de medewerker eerder uittreedt dan de spilleeftijd dan is zijn FPU-uitkering en de aanvulling van<br />
de werkgever lager. Bij uittreding na spilleeftijd is er sprake van een verhoging van beide uitkeringen.<br />
<strong>Het</strong> ABP rekent uit hoe dat actuarieel neutraal is. Per saldo komt het erop neer dat de medewerker het<br />
totaalbedrag dat hij zou krijgen vanaf de spilleeftijd tot aan zijn 65e ook krijgt als hij eerder of later<br />
uittreedt. Dat totaalbedrag wordt dan over meer respectievelijk minder maanden uitgesmeerd.<br />
8.3.3 Verrekening inkomsten<br />
Voor beide keuzemogelijkheden geldt dat de aanvulling op de FPU-uitkering mogelijk wordt gekort als<br />
de medewerker na zijn FPU-ontslag inkomsten gaat genieten. De korting is gelijk aan het bedrag dat<br />
de FPU-uitkering, de aanvulling daarop van de werkgever en de nieuwe inkomsten samen de laatstgenoten<br />
bezoldiging overstijgen.<br />
Versimpeld voorbeeld verekening inkomsten bij keuzemogelijkheid 1<br />
Leons bezoldiging is € 3.000,- per maand. Hij gaat met volledig FPU-ontslag op de leeftijd van 60 jaar en drie maanden.<br />
Leon heeft een FPU-uitkering van € 1.200,- per maand. Deze wordt tot Leon 62 jaar is aangevuld door de werkgever met<br />
€ 1.200,- per maand (namelijk tot 80% van € 3.000,-. Zijn totale inkomen is daarom gelijk aan € 2.400,- per maand. Nu<br />
gaat Leon na zijn FPU-ontslag ergens anders werken waar hij € 1.100,- per maand verdient. Zonder verrekening zou hij in<br />
totaal € 3.500,- aan inkomen hebben. Er wordt dus € 500,- gekort op de uitkering van Leon. Na verrekening houdt Leon<br />
dus een inkomen van € 3.000,- over. Dit is verspreid over € 1.100,- aan nieuwe inkomsten, € 700,- aan FPU-aanvulling<br />
vanuit de werkgever en € 1.200,- aan FPU van het ABP.<br />
8.3.4 IZA-zorgverzekering (vervallen)<br />
8.3.5 Loonheffingen en de aanvulling op de FPU<br />
Zodra de medewerker FPU-ontslag heeft gehad is op zowel de FPU-uitkering als de aanvulling door<br />
de werkgever de groene tabel van toepassing. Dat is zo omdat het gaat om inkomsten uit vroegere<br />
dienstbetrekking. De werkgever mag de arbeidskorting niet toepassen. Over inkomsten uit vroegere<br />
dienstbetrekking zijn verschuldigd:<br />
• Loonbelasting<br />
• Premies volksverzekeringen<br />
• Lage inkomensafhankelijk ziektekostenbijdrage<br />
Hoewel de lage inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet (4,95% in 2010) van toepassing is,<br />
wordt die bijdrage wel volledig vergoed. Dat is afgesproken in het FPU-reglement. <strong>Het</strong> ABP vergoedt<br />
deze bijdrage over de FPU-uitkering, de werkgever vergoedt deze bijdrage over de aanvulling.<br />
8.4 De medewerker geboren na 1949<br />
Om onder het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> te vallen van de groep medewerkers geboren na 1949, moeten zij<br />
naast de voorwaarden genoemd in paragraaf 8.1, op 1 januari 2006 20 dienstjaren of meer hebben.<br />
8.4.1 Inhoud <strong>overgangsrecht</strong><br />
De medewerker heeft eenmalig recht op een forse werkgeversbijdrage levensloop. Die werkgeversbijdrage<br />
is gelijk aan 2% van het gemiddelde jaarsalaris over de 20 dienstjaren die direct voorafgaan aan<br />
1 januari 2006. Dat komt neer op 40% van het gemiddelde jaarsalaris over de dienstjaren van 1986 tot<br />
76 Vereniging Van nederlandse gemeenten