Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
70%-toets<br />
Een uitkering voldoet aan de 70%-toets als de gemiddelde jaarlijkse uitkering gelijk is aan of minder<br />
bedraagt dan 70% van het laatstgenoten reguliere jaarloon. De gemiddelde jaarlijkse uitkering wordt<br />
berekend door de totale uitkering te herrekenen naar een jaarlijkse uitkering over de periode vanaf<br />
ontslag tot aan 24 maanden voorafgaand aan ‘de pensioendatum’. In het geval van het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong><br />
is 24 maanden voorafgaand aan de pensioendatum de 60e verjaardag van de medewerker.<br />
Dit is zo omdat het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> ervan uit gaat dat de medewerker op 62-jarige leeftijd met<br />
pensioen gaat.<br />
! Bij<br />
de 70%-toets moeten alle andere inkomsten die samenhangen met de dienstbetrekking worden meegenomen,<br />
zoals de toekomstige uitkeringen die gefinancierd zijn met de werkgeversbijdragen levensloop (zowel levensloop- als<br />
netto spaarverzekeringsuitkeringen).<br />
Als de gemiddelde jaarlijkse uitkering, rekening houdend met rendementen én de andere inkomsten<br />
die samenhangen met de dienstbetrekking, meer bedraagt dan 70% van het laatstgenoten reguliere<br />
jaarloon, voldoet de uitkering niet aan de 70%-toets. Daarom is de werkgever over alle uitkeringen<br />
eindheffing verschuldigd.<br />
Over uitkeringen die wel voldoet aan de 70%-toets is de werkgever geen eindheffing verschuldigd.<br />
Als de uitkeringen ingaan na de 60e verjaardag van de medewerker, dan zijn die uitkeringen per definitie<br />
VUT-uitkeringen, waarover de werkgever eindheffing verschuldigd is.<br />
12.3.2 Kwantitatieve toets over eenmalige ontslaguitkeringen<br />
Voor eenmalige ontslaguitkeringen wordt gedaan alsof met die eenmalige uitkering gelijkblijvende<br />
periodieke uitkeringen worden aangekocht (stamrecht). Om te bepalen hoe hoog die periodieke<br />
uitkeringen zijn, moet de eenmalige uitkering actuarieel herrekend worden. Dat betekent dat onder<br />
andere rekening moet worden gehouden met rendementen die over het afkoopbedrag zouden kunnen<br />
worden gehaald. Ook bij een eenmalige uitkering moet de werkgever dus de 55-jaar toets en de<br />
70%-toets uitvoeren.<br />
In het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> zijn<br />
• de bonus van een jaarsalaris (een van de vier keuzes voor de medewerker die op 1 januari 2006 20<br />
dienstjaren of meer had) en<br />
• het afkoopbedrag van de werkgeversbijdragen levensloop bij ontslag<br />
eenmalige ontslaguitkeringen waarover de werkgever de kwantitatieve toets moet uitvoeren.<br />
55-jaar toets bij eenmalige uitkering<br />
De 55-jaar toets kan alleen maar eindheffing voorkomen over het afkoopbedrag van de werkgeversbijdragen<br />
levensloop die voor de leeftijd van 55 jaar wordt verstrekt. Dus niet over<br />
• het afkoopbedrag als die wordt verstrekt op of na de 55e verjaardag van de medewerker en<br />
• de bonus van een jaarsalaris.<br />
Dit afkoopbedrag en die bonus worden namelijk pas op of na de 55e verjaardag van de medewerker<br />
uitgekeerd en voldoen daarom per definitie nooit aan de 55-jaar toets. Alleen de 70%-toets kan nog<br />
tot de conclusie leiden dat er geen eindheffing verschuldigd is over het afkoopbedrag en de bonus van<br />
een jaarsalaris (zie hierna bij de 70%-toets).<br />
Voor de afkoop van de werkgeversbijdragen levensloop voorafgaand aan de 55e verjaardag van de<br />
medewerker geldt het volgende.<br />
Vereniging Van nederlandse gemeenten<br />
153