Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Artikel 9b:25, zesde lid,<br />
CAR<br />
Besluit<br />
Artikel 9b:25,<br />
zevende lid, CAR<br />
5.2.1.2 Een baan gevonden<br />
! Deze<br />
subparagraaf is ten aanzien van de afkoop van de werkgeversbijdragen levensloop niet van toepassing op de<br />
medewerker die ten tijde van de eerste verstrekking van de werkgeversbijdragen levensloop aanspraak had op een<br />
arbeidsongeschiktheidsuitkering en geen werkgeversbijdragen levensloop heeft ontvangen. Zie verder hoofdstuk<br />
10a.<br />
Als de medewerker in het kader van het tweede loopbaanbeleid een andere baan heeft gevonden en<br />
die aanvaardt, stopt het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong>. Op 55-jarige leeftijd heeft de medewerker namelijk geen<br />
bezwarende functie.<br />
Bij het vinden van een nieuwe baan vindt afkoop plaats van de werkgeversbijdragen levensloop en een<br />
werkgeversstorting in ABP Extra Pensioen. De medewerker heeft dus een spaarpot waarmee hij een<br />
periode van onbezoldigd volledig verlof kan financieren. Als hij bij het vinden van een nieuwe baan 20<br />
dienstjaren heeft, is de afkoop van de werkgeversbijdragen levensloop zelfs zo groot, dat hij daarmee<br />
drie jaar een levensloopuitkering van 70% van zijn oude bezoldiging kan krijgen. De medewerker kan<br />
de levensloopuitkering gebruiken om eerder te stoppen met werken. Hoeveel eerder is onder andere<br />
afhankelijk van het pensioen dat hij bij het ABP of een ander pensioenfonds opbouwt. Alleen als de<br />
medewerker bij een ABP-werkgever blijft werken tot aan zijn pensioen krijgt hij de inkoop van extra<br />
pensioen door het ABP (zie paragraaf 11.1).<br />
! De<br />
medewerker krijgt dus de financiële mogelijkheid om eerder te stoppen met werken. Maar de medewerker heeft<br />
bij de nieuwe werkgever geen recht om eerder te stoppen met werken.<br />
5.2.1.3 Salarisgarantie<br />
De medewerker, die in het kader van het loopbaanplan een andere baan vindt en aanvaardt, heeft<br />
recht op een salarisgarantie. De salarisgarantie is bij het vinden van een baan bij de eigen werkgever<br />
anders dan wanneer hij bij een andere werkgever een baan vindt.<br />
Baan bij eigen werkgever<br />
Is sprake van een baan bij de eigen werkgever, dan krijgt de medewerker een garantietoelage ter<br />
hoogte van het negatieve verschil tussen de oude en de nieuwe bezoldiging. De oude bezoldiging<br />
is het bevroren bedrag dat de medewerker in de 12 maanden voorafgaande aan de nieuwe functie<br />
ontving. Deze volgt dus niet de Cao-loonstijgingen met als gevolg dat de garantietoelage wordt afgebouwd<br />
als de nieuwe bezoldiging stijgt.<br />
Voorbeeld<br />
Bas krijgt voor zijn brandweerfunctie een bezoldiging van € 2.500,-. In het kader van het tweede loopbaanbeleid aanvaardt<br />
hij bij zijn eigen werkgever per 1 januari 2019 een nieuwe (niet bezwarende) functie. De bezoldiging hiervoor<br />
is € 2.000,-. Bas krijgt dus een toelage van € 500,-. Op 1 januari 2020 is er een Cao-loonstijging van 1%. De nieuwe bezoldiging<br />
van Bas wordt daardoor € 2020,-. De toelage daalt naar € 480,-. Hierdoor komt zijn totale inkomen nog steeds uit<br />
op € 2.500,-.<br />
Baan bij een andere werkgever<br />
Is sprake van een baan bij een andere werkgever, dan maken de oude werkgever en medewerker<br />
afspraken over een financiële regeling. Dit kan een eenmalige uitkering zijn. Voor de hoogte van die<br />
eenmalige uitkering kunnen werkgever en medewerker aansluiten bij de berekening voor de salarisgarantie<br />
voor de medewerker die na 1 januari 2006 in dienst zijn getreden op een oud <strong>FLO</strong>-functie. Dit is<br />
geregeld in artikel 9a:11, lid 6 CAR.<br />
50 Vereniging Van nederlandse gemeenten