Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Artikel 9b:52 CAR<br />
Besluit<br />
Besluit<br />
Besluit<br />
Besluit<br />
Artikel 5a:2 CAR<br />
8.3 De medewerker geboren vóór 1950 die recht heeft op een FPU-uitkering<br />
Om onder het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> te vallen van de groep medewerkers geboren vóór 1950 die recht<br />
hebben op een FPU-uitkering, moeten deze medewerkers naast de voorwaarden genoemd in paragraaf<br />
8.1, op de dag voorafgaand aan het FPU-ontslag in een niet-bezwarende oud <strong>FLO</strong>-functie<br />
werken.<br />
Deze medewerker kan kiezen uit twee mogelijkheden. Welke mogelijkheid financieel gunstiger is, ver-<br />
schilt per medewerker. Bepalend voor de keuze die de medewerker maakt is of hij eerder wil stoppen<br />
met werken of juist langer wil doorwerken.<br />
8.3.1 Eerste keuzemogelijkheid<br />
De medewerker krijgt FPU-ontslag op de eerste van de maand volgend op die waarin hij 60 jaar en drie<br />
maanden wordt. Tot de leeftijd van 62 jaar vult de werkgever de FPU-uitkering van het ABP aan tot<br />
80% van de oude bezoldiging. Van 62 tot aan 65 jaar vult de werkgever de FPU-uitkering van het ABP<br />
aan tot 70% van de bezoldiging. De meeste werkgevers hebben een overeenkomst met het ABP dat<br />
die de berekening en uitbetaling van de aanvulling van de werkgever uitvoert. <strong>Het</strong> ABP declareert de<br />
kosten voor de aanvulling vervolgens bij de werkgever.<br />
8.3.2 Tweede keuzemogelijkheid<br />
De medewerker krijgt FPU-ontslag op enig moment na de leeftijd van 60 jaar en drie maanden. De<br />
werkgever vult de FPU-uitkering van het ABP aan volgens de regels van de FPU Gemeenten. Bij de FPU<br />
Gemeenten is de hoogte van de aanvulling afhankelijk van de leeftijd van de medewerker op 31 december<br />
2005. Ook is het moment waarop de medewerker voor het eerst gebruik maakt van (deeltijd-)<br />
FPU van belang (voor, op of na het bereiken van de spilleeftijd). De meeste werkgevers hebben een<br />
overeenkomst met het ABP dat die de berekening van de aanvulling van de werkgever uitvoert en de<br />
kosten voor de aanvulling declareert bij de werkgever.<br />
Spilleeftijd<br />
Ook de spilleeftijd voor de FPU is van belang. Dit is:<br />
• voor een medewerker geboren vóór of op 1 april 1947 de leeftijd van 61 jaar en twee maanden.<br />
• voor een medewerker geboren na 1 april 1947 de leeftijd van 62 jaar en drie maanden.<br />
Voor de medewerker die valt onder de dienstjarenovergangsregeling van het ABP is er een speciale<br />
spilleeftijd.<br />
FPU Gemeenten<br />
De volgende tabel geeft het recht op FPU Gemeenten aan.<br />
Tabel 8<br />
Leeftijd medewerker op 31 december FPU-aanvulling als percentage van de berekeningsgrondslag<br />
2005<br />
bij uittreden op de spilleeftijd<br />
56 6,9<br />
57 8<br />
58 9,4<br />
59 11,3<br />
60 14<br />
61 of ouder 16<br />
Vereniging Van nederlandse gemeenten<br />
75