Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Besluit<br />
11.2.8 Niet ABP-dienstjaren<br />
Zoals hiervoor is aangegeven geeft de werkgever aan het ABP door welke jaren ABP-dienstjaren<br />
volgens het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> waren. <strong>Het</strong> ABP levert vervolgens per jaar de benodigde gegevens<br />
aan. Voor een aantal medewerkers levert dit een praktisch probleem op. Zo was de vrijwilliger bij<br />
de brandweer geen deelnemer van het ABP. Terwijl het vrijwilligersjaar wel als dienstjaar meetelt in<br />
het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong>. <strong>Het</strong> ABP beschikt niet over inkomensgegevens over de jaren als vrijwilliger.<br />
Ditzelfde geldt voor de medewerker die eerst bij een ambulancedienst van een ziekenhuis in de particuliere<br />
sector heeft gewerkt. Deze jaren maken voor de ambulancemedewerker onderdeel uit van de<br />
dienstjaren waarover de werkgever het gemiddelde inkomen moet berekenen. De werkgever kan de<br />
inkomens van deze jaren dus niet opvragen bij het ABP. Als er sprake is van vrijwilligersjaren of jaren<br />
bij een niet bij het ABP aangesloten organisatie vraagt de werkgever alleen gegevens over de bij het<br />
ABP aangesloten jaren op bij het ABP.<br />
Voor de jaren die het ABP niet kent, geldt in eerste instantie dat de medewerker zelf zijn inkomen in<br />
deze jaren moet aantonen. Als de medewerker dit inkomen niet kan aantonen en dat inkomen is ook<br />
niet (meer) bekend bij de werkgever van toen, kan de werkgever de volgende leidraad hanteren.<br />
! <strong>Het</strong><br />
inkomen in niet ABP-dienstjaren moet niet meer vermenigvuldigd worden met de deeltijdfactor. De medewerker<br />
geeft namelijk het inkomen op dat hij werkelijk genoot.<br />
Leidraadinkomen vrijwilligers<br />
Voor vrijwilligersjaren gaat de werkgever uit van het gemiddelde inkomen van een vrijwilliger in het<br />
jaar voorafgaand aan de storting. Daarbij geldt het bedrag dat de werkgever voor die rang in dat jaar<br />
gemiddeld heeft verstrekt aan vaste jaarvergoeding, uurbedrag voor oefeningen en cursussen en uurbedrag<br />
voor brandbestrijding en hulpverlening. De medewerker moet dus wel zijn rang(en) doorgeven<br />
en hoe lang hij die heeft gehad. Als hij dit niet meer weet of dit niet aannemelijk kan maken, en de<br />
werkgever heeft de vrijwilligersjaren wel meegeteld voor het aantal dienstjaren op 1 januari 2006,<br />
besluit de werkgever over rang en inkomen voor de betreffende vrijwilligersjaren.<br />
De NVBR heeft een eenvoudigere rekenmethode voor de berekening van de inkomens van vrijwilligersjaren<br />
ontwikkeld, de NVBR-norm. Deze methode wijkt af van het systeem van leidraadinkomens,<br />
dat hierboven is beschreven. De NBVR-rekenmethode voor vrijwilligersjaren is wel eenvoudiger toe te<br />
passen.<br />
Voorbeeld<br />
Xander is geboren in 1957. Xander heeft in 1988 bij de vrijwillige brandweer gewerkt in de rang van hoofdbrandwacht.<br />
Vanaf 2000 is hij in dienst getreden bij de beroepsbrandweer. In 2010 doet zijn werkgever een storting in ABP Extra Pensioen.<br />
Xander weet niet meer wat in 1988 zijn inkomen was. Hij weet ook niet meer hoe vaak hij uitgerukt is en hoe vaak<br />
hij geoefend heeft. De werkgever kan voor de berekening van de hoogte van de storting voor 1988 de vergoedingen<br />
hanteren die in 2010 aan de rang van hoofdbrandwacht zijn gekoppeld. Daarnaast kan de werkgever voor het aantal<br />
uitrukken en oefeningen aansluiten bij het gemiddelde daarvan in 2010. Dat is 30 uur uitruk en 60 uur aan oefeningen<br />
en cursussen. <strong>Het</strong> totale inkomen over 1988 bestaat, uitgedrukt naar waarde in 2010, uit:<br />
• € 314,- aan vaste jaarvergoeding<br />
• 30 x € 23,21= € 696,30<br />
• 60 x € 12,38 = € 742,80<br />
<strong>Het</strong> totaalinkomen voor 1988, uitgedrukt naar waarde in 2010, is dus € 1.753,10.<br />
Dit totaalbedrag hoeft niet meer geïndexeerd te worden.<br />
! <strong>Het</strong><br />
leidraadinkomen van een vrijwilliger hoeft niet meer te worden geïndexeerd. Er wordt namelijk uitgegaan van<br />
het inkomen een jaar voorafgaand aan storting. Dit leidraadinkomen hoeft ook niet meer te worden vermenigvuldigd<br />
met de deeltijdfactor. Er wordt al van de feitelijke situatie uitgegaan.<br />
142 Vereniging Van nederlandse gemeenten