Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In hoofdstuk 14, bijlage e en f is een overzicht te vinden waarin naast de loonheffingen bij het sparen<br />
en opnemen van levensloop- of netto spaarverzekeringstegoed en de verschillende onderdelen van<br />
het <strong>FLO</strong>-<strong>overgangsrecht</strong> ook de conclusie over de van toepassing zijnde eindheffing in de verschillende<br />
situaties te vinden is.<br />
12.2 Kwalitatieve toets<br />
De kwalitatieve toets houdt in dat de vraag beantwoord moet worden of de regeling uitsluitend gericht<br />
is op het ontslaan van oudere medewerkers.<br />
• Als het antwoord op die vraag ‘nee’ is, dan wordt wel voldaan aan de kwalitatieve toets. Er is dan<br />
geen eindheffing verschuldigd over uitkeringen op grond van die regeling. De kwantitatieve toets is<br />
dan niet meer nodig.<br />
• Bij het antwoord ‘ja’ wordt niet voldaan aan de kwalitatieve toets. De regeling wordt dan aangemerkt<br />
als VUT-regeling. Alleen de kwantitatieve toets kan dan nog eindheffing op uitkeringen op<br />
grond van die regeling voorkomen.<br />
<strong>Het</strong> resultaat van uitvoerig overleg met de belastingdienst is dat<br />
• de bonus van één jaarsalaris voor de medewerker in een bezwarende functie die op 1 januari 2006<br />
20 dienstjaren of meer had en<br />
• de afkoop van werkgeversbijdragen levensloop bij ontslag voor beide groepen medewerkers in een<br />
bezwarende functie<br />
• de regeling voor volledig buitengewoon verlof voor medewerkers met aanspraak op een arbeidsongeschiktheidsuitkering<br />
die geen werkgeversbijdragen levensloop hebben ontvangen<br />
niet aan deze kwalitatieve toets voldoen. Dit betekent dat de werkgever hierover eindheffing moet<br />
betalen tenzij de kwantitatieve toets dit voorkomt.<br />
12.3 Kwantitatieve toets<br />
De kwantitatieve toets moet worden toegepast op uitkeringen op grond van een regeling die op<br />
basis van de kwalitatieve toets als VUT-regeling is aangemerkt. De kwantitatieve toets wijst uit of de<br />
werkgever in een individueel geval, gelet op de hoogte en de periode van de uitkeringen, nog buiten<br />
de reikwijdte van artikel 32ba Wet op de loonbelasting 1964 blijft. <strong>Het</strong> besluit waarin deze toets wordt<br />
uitgelegd is in eerste instantie gericht op de toetsing van periodieke uitkeringen. Hieronder valt ook<br />
de regeling voor volledig buitengewoon verlof zoals die in hoofdstuk 10a is beschreven. Daarna bevat<br />
het besluit informatie over hoe een werkgever eenmalige ontslaguitkeringen toetsen. Binnen het <strong>FLO</strong><strong>overgangsrecht</strong><br />
zijn de bonus van een jaarsalaris en het afkoopbedrag van de werkgeversbijdragen<br />
levensloop dergelijke eenmalige ontslaguitkeringen.<br />
12.3.1 Algemene beschrijving kwantitatieve toets<br />
Er is op basis van de kwantitatieve toets geen sprake van een periodieke VUT-uitkering als wordt voldaan<br />
aan één van onderstaande toetsen:<br />
55-jaar toets<br />
Een uitkering voldoet aan de 55-jaar toets, als<br />
• de uitkeringen in ieder geval eindigen uiterlijk op de dag voordat de ex-medewerker de 55-jarige<br />
leeftijd heeft bereikt waarbij<br />
• die uitkeringen op jaarbasis niet hoger zijn dan 100% van de laatstgenoten bezoldiging (om precies<br />
te zijn: het om wat in de belastingwetgeving ‘het reguliere jaarloon’ wordt genoemd).<br />
Over uitkeringen die voldoen aan de 55-jaar toets, is geen eindheffing verschuldigd.<br />
152 Vereniging Van nederlandse gemeenten