08.09.2013 Views

Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice

Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice

Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Artikel 9b:1 en<br />

artikel 9b:3 CAR<br />

Besluit<br />

Besluit<br />

levensloop heeft ontvangen. Paragraaf 6 is van toepassing op de medewerker die in december 2006<br />

in aanmerking kwam voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering en daarom zijn werkgeversbijdragen<br />

levensloop niet heeft ontvangen<br />

4.1 Voorwaarden voor toepassing overgangrecht<br />

Om onder het <strong>overgangsrecht</strong> te vallen van deze groep, moet de medewerker aan elk van de volgende<br />

zeven voorwaarden voldoen.<br />

1. Hij moet op 31 december 2005 werkzaam zijn geweest bij een gemeentelijk beroepsbrandweerkorps<br />

of bij een gemeentelijke ambulancedienst.<br />

2. Hij moet op 31 december 2005 een functie hebben gehad die recht gaf op <strong>FLO</strong>.<br />

3. Hij moet sinds 31 december 2005 onafgebroken een functie hebben gehad die op 31 december 2005<br />

recht gaf op <strong>FLO</strong>.<br />

4. Hij moet geboren zijn na 1949.<br />

5. Hij moet op 1 januari 2006 een bezwarende functie hebben.<br />

6. Hij moet bij het bereiken van de oude <strong>FLO</strong>-leeftijd een bezwarende functie hebben.<br />

7. Hij moet op 1 januari 2006 20 dienstjaren of meer hebben.<br />

! De<br />

situatie op 1 januari 2006 is bepalend voor het antwoord op de vraag onder welke overgangsgroep een mede-<br />

werker valt. Bij de telling op 1 januari 2006 gaat het om hele dienstjaren, dus 12 maanden. Dat betekent dat de<br />

medewerker die op 1 maart 1986 als brandweerman in dienst is getreden op 1 januari 2006 19 jaar en 10 maanden als<br />

dienstjaren heeft. Dit is minder dan 20 dienstjaren. Deze medewerker valt dus niet onder deze groep overgangsgerechtigen.<br />

Hij valt onder de overgangsgroep ‘minder dan 20 dienstjaren’.<br />

4.1a Medewerker met arbeidsongeschiktheidsuitkering bij eerste storting levensloop<br />

De medewerker die ten tijde van de eerste verstrekking van de werkgeversbijdragen levensloop aanspraak<br />

had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft geen werkgeversbijdragen levensloop ontvangen.<br />

De aanspraken tot 59 jaar zijn gelijk aan hetgeen in dit hoofdstuk beschreven wordt. Ook de<br />

regels voor de inkoop van het extra pensioen zijn op hen van toepassing. Paragraaf 4.2.2 is op hen niet<br />

van toepassing. In plaats daarvan wordt in hoofdstuk 10a beschreven welke rechten deze medewerker<br />

heeft vanaf 59 jaar.<br />

4.2 De rechten<br />

Deze medewerker heeft de volgende rechten<br />

• vier keuzemogelijkheden bij het bereiken van de leeftijd van 55 jaar (paragraaf 4.2.1),<br />

• onbezoldigd volledig verlof bij het bereiken van de leeftijd van 59 jaar (paragraaf 4.2.2) dat is gefinancierd<br />

met werkgeversbijdragen levensloop (hoofdstuk 10) 1 ,<br />

• inkoop extra pensioen (hoofdstuk 11).<br />

Figuur 2<br />

Keuzes Onbezoldigd volledig verlof Pensioen<br />

Oude <strong>FLO</strong>-leeftijd 59 jaar 62 jaar<br />

1 Dit is niet van toepassing op de medewerkers die ten tijde van de eerste verstrekking van de werkgeversbijdrage levensloop<br />

aanspraak hadden op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Op deze medewerkers is in plaats daarvan hoofdstuk<br />

10a van toepassing.<br />

26 Vereniging Van nederlandse gemeenten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!