08.09.2013 Views

Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice

Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice

Het FLO-overgangsrecht - EveryOffice

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

! Gevolg<br />

van het opschuiven is dat de referteperiode voor de oude bezoldiging ook opschuift. Die referteperiode is na-<br />

melijk altijd de periode van 12 maanden voorafgaand aan de daadwerkelijke ingangsdatum van het minder werken.<br />

Waarom opschuiven?<br />

De reden van een medewerker om het moment van minder werken op te schuiven is bijvoorbeeld dat<br />

hij langer pensioen wil opbouwen. Opschuiven geeft de medewerker de mogelijkheid om later met<br />

pensioen te gaan. Dit heeft dubbel effect: hoger vanwege langere opbouw maar ook hoger vanwege<br />

latere ingangsdatum van het pensioen (de medewerker hoeft minder lang te doen met zijn pensioenpot).<br />

Een andere reden is als de medewerker al voor zijn 55e levenslooptegoed heeft opgenomen. Langer<br />

doorwerken zorgt er dan voor dat hij minder lang gebruik hoeft te maken van het restant van zijn<br />

tegoed, zodat hij toch op 62 jaar met pensioen kan.<br />

Voorbeeld later met pensioen tegen hoger pensioen<br />

Louise is geboren op 18 december 1959.<br />

Zij heeft op 1 januari 2006 18 dienstjaren bij de gemeentelijke brandweer. Zij valt dus in de overgangsgroep ‘minder dan<br />

20 dienstjaren’. Op 1 januari 2008 heeft zij 20 dienstjaren. Daardoor heeft zij recht op het maximum aan werkgeversbijdragen<br />

levensloop en op volledige inkoop van extra pensioen.<br />

De brandweer is Louise’s eerste overheidsfunctie.<br />

In haar functie kon zij op de leeftijd van 55 jaar met <strong>FLO</strong>.<br />

Louise schuift het moment waarop zij minder gaat werken op naar de leeftijd van 56 jaar.<br />

Op 1 januari 2016 gaat zij 50% werken tegen 90% van de oude bezoldiging. Vanaf haar 57e krijgt Louise gedeeltelijk<br />

betaald verlof tegen 80% van haar oude bezoldiging. Vervolgens krijgt zij vanaf haar 60e drie jaar lang een levensloopuitkering<br />

van 70% van haar oude bezoldiging.<br />

Gedurende haar actieve leven bouwt Louise pensioen op. Op 1 januari 2016 heeft zij dus 28 pensioenjaren. Daarna<br />

bouwt Louise volledig pensioen op over de periode 56 tot 60 jaar. Ook gedurende haar onbezoldigd volledig verlof<br />

bouwt Louise volledig pensioen op. Dit is van haar 60e tot haar 63e. Louise heeft dus gedurende 35 jaar pensioen opgebouwd<br />

op het moment dat zij op haar 63e met pensioen gaat. Dit is 1 jaar langer, dan wanneer Louise op de leeftijd van<br />

55 minder was gaan werken. Ook omdat Louise later met pensioen gaat, is het pensioen dat zij krijgt hoger.<br />

Voorbeeld tussentijds levenslooptegoed opgenomen<br />

Jochum is geboren op 2 december 1969.<br />

Hij heeft op 1 januari 2006 10 dienstjaren bij de gemeentelijke brandweer. Hij valt dus in de overgangsgroep ‘minder dan<br />

20 dienstjaren’. Op 1 januari 2016 heeft hij 20 dienstjaren. Daardoor heeft hij recht op het maximum aan werkgeversbijdragen<br />

levensloop en op volledige inkoop van extra pensioen.<br />

In zijn functie kon hij op de leeftijd van 55 jaar met <strong>FLO</strong>.<br />

Jochum schuift het moment van minder werken op naar de leeftijd van 56 jaar. Op 1 januari 2026 gaat hij 50% werken<br />

tegen 90% van zijn oude bezoldiging. Op zijn 58e krijgt hij gedeeltelijk betaald verlof tegen doorbetaling van 78% van<br />

zijn oude bezoldiging. Dit duurt tot zijn 60e.<br />

Jochum heeft vier kinderen. Hij heeft twee jaar lang, in 2018 en 2019, volledig ouderschapsverlof opgenomen, waarvan<br />

een jaar voor 50% betaald en een jaar onbetaald. Dat laatste jaar heeft hij gefinancierd met 70% levenslooptegoed.<br />

Vanwege deze tussentijdse opname verliest Jochum zijn garantie op het doeltegoed. Hij wijkt namelijk af van het LOGApad<br />

(zie paragraaf 10.5).<br />

Op zijn 60e heeft Jochum nog 140% in zijn levenslooppot zitten. Jochum kan hiervan twee jaar een levensloopuitkering<br />

opnemen van 70% van zijn oude bezoldiging.<br />

Jochum kan nu wanneer hij 62 is met pensioen. Dit is hetzelfde moment als hij met pensioen had gekund wanneer hij<br />

tussentijds geen levenslooptegoed had opgenomen en hij het moment van minder werken niet met een jaar had opgeschoven.<br />

Ook de hoogte van zijn pensioen is gelijk aan het pensioen dat hij had gehad als hij het moment waarop hij<br />

minder ging werken niet had opgeschoven.<br />

Vereniging Van nederlandse gemeenten<br />

53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!