Nieuwe Nederlanders op het Gymnasium - Kortlopend ...
Nieuwe Nederlanders op het Gymnasium - Kortlopend ...
Nieuwe Nederlanders op het Gymnasium - Kortlopend ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
in situaties waarin zaken geëscaleerd zijn. Die wees de school bijvoorbeeld <strong>op</strong> <strong>het</strong> volgende<br />
relevante cultuurverschil wat betreft <strong>het</strong> onderwijsondersteunend gedrag van<br />
allochtone ouders. Als kinderen van Marokkaanse afkomst na school thuiskomen en<br />
hen wordt gevraagd hoe was <strong>het</strong> <strong>op</strong> school dan zeggen die kinderen ‘goed’ en dan<br />
zeggen die ouders ‘mooi’ en dan is <strong>het</strong> klaar. Dit terwijl autochtone ouders veel meer<br />
vragen stellen, bijvoorbeeld ‘Wat heb je gedaan <strong>op</strong> school?’; ‘Oh dat?’; ‘Vond je <strong>het</strong><br />
leuk?’; ‘Bij welke docent was dat?’. Op deze wijze ontstaat er veel meer kennis bij ouders<br />
over wat er <strong>op</strong> school gaande is. Dit is inderdaad een belangrijk punt. De Engelse<br />
onderwijssocioloog Basil Bernstein heeft er indertijd al <strong>op</strong> gewezen dat dit een cruciaal<br />
cultureel aspect is van de linguïstische ‘restricted code’ (Bernstein, 1975a). Korte,<br />
grammaticaal eenvoudige zinnen geven weinig culturele informatie. De ouders die <strong>het</strong><br />
zelfstandig gymnasium niet van binnenuit kennen, stellen minder vragen dan de<br />
meestal hoog<strong>op</strong>geleide autochtone ouders en kunnen niet vanuit hun eigen referentiekader<br />
meedenken met hun kinderen over Grieks, Latijn, aspecten van de schoolcultuur<br />
(aandacht voor klassieke c.q. westerse kunst en cultuur en dergelijke.<br />
Als je als school <strong>op</strong> dit gebied <strong>het</strong> een en ander wil veranderen lo<strong>op</strong> je volgens de rector<br />
van <strong>het</strong> Barleus <strong>Gymnasium</strong> tegen twee problemen aan: <strong>het</strong> eerste probleem is om<br />
de goede doelgroep te identificeren. Het tweede probleem is om in de doelgroep mensen<br />
te vinden die bereid zijn om daarin te investeren, want ze moeten zelf ook wel wat<br />
doen dan, naar school komen bijvoorbeeld en gesprekken thuis aan tafel.<br />
Juiste verwachtingen creëren<br />
Bij intake gesprekken met alle leerlingen wordt altijd gevraagd: ‘Waarom kies je voor<br />
<strong>het</strong> Barlaeus?’. Dan zeggen ouders en kinderen die <strong>het</strong> systeem niet goed kennen: “dit<br />
is een goede school, dit geeft ons kansen”. Een ander antwoord luidt vaak: “Deze<br />
school is belangrijk voor je maatschappelijke status, dit is toch ongeveer wel de beste<br />
school waar<strong>op</strong> je terecht kunt komen”. Dit is voor hen belangrijker dan de cognitieve<br />
kant van de school. De ouders weten dat ze <strong>op</strong> die school moeten zijn, daar zitten ‘de<br />
slimmerds’ en als je kind dokter of advocaat moet worden, ‘moet je ze naar die school<br />
sturen’.<br />
Ouders die de school goed kennen weten dat <strong>het</strong> een beetje een informele school is en<br />
kennen ook andere kenmerken van de school en kunnen dan beter een afweging maken<br />
in de trant van ‘past die school ook bij mijn kind’. Voor allochtone ouders is dit<br />
veel moeilijker. Die kennen die kenmerken van de school niet en weten ook niet goed<br />
of dat ‘matcht’ met hun kind. In <strong>het</strong> ‘voortraject’ zouden basisscholen hier ook veel<br />
meer oog voor moeten hebben. Basisscholen zijn vooral bezig met ‘<strong>het</strong> niveau van de<br />
leerling’ en ‘de advisering van de leerling’. Ze betrekken te weinig de culturele of de<br />
zachte kant van de school bij hun advisering. Ze hebben daarover te weinig informatie.<br />
75