VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ONDERZOEK<br />
doet over de handhaving van de voorlopige hechtenis, […] het tegelijk ook uitspraak [doet]<br />
over het verzoekschrift” 587 . Hierbij kan men zich evenwel de vraag stellen of die elementaire<br />
verduidelijking niet beter uitdrukkelijk in de wet zou worden opgenomen, daar de huidige<br />
algemene verwijzing voor enige verwarring dreigt te zorgen. De koppeling van de procedure<br />
aan art. 21-24 WVH heeft o.i. ook tot gevolg dat personen die verdacht worden van een nietcorrectionaliseerbare<br />
misdaad in beginsel slechts om de drie maanden de kans krijgen om een<br />
beperkingsmaatregel aan te vechten, vermits de automatische controle door de raadkamer,<br />
ingevolge art. 22 lid 2 WVH, eveneens slechts om de drie maanden geschiedt. Zulks lijkt ons<br />
echter geen discriminatie te vormen, aangezien de verdachte in dat geval nog steeds de<br />
mogelijkheid geniet alsnog een maandelijkse controle af te dwingen via een verzoekschrift tot<br />
invrijheidstelling overeenkomstig art. 22bis WVH 588 , zodat hij op dat moment eveneens zijn<br />
verzoekschrift tot opheffing of wijziging van de beperkingsmaatregel kan neerleggen.<br />
Daarmee wordt echter ook meteen duidelijk dat de verdachte van een nietcorrectionaliseerbare<br />
misdaad, die enkel bezwaren heeft tegen een hem opgelegde<br />
beperkingsmaatregel, maar niet tegen de voorlopige hechtenis als dusdanig, alsnog de<br />
voorlopige hechtenis zelf zal moeten aanvechten via een verzoekschrift tot invrijheidstelling,<br />
aangezien hij enkel op die manier het ‘onderzoeksgerecht dat oordeelt over de voorlopige<br />
hechtenis’, maandelijks kan vatten.<br />
150. UITZONDERING OP HET PRINCIPIËLE GELIJKE NIVEAU <strong>VAN</strong> ONDERZOEKSRECHTER <strong>EN</strong><br />
RAADKAMER – De bevoegdheid van de raadkamer vormt in dezen een opmerkelijke<br />
uitzondering op de regel dat de raadkamer “geen hiërarchische overste [is] van de<br />
onderzoeksrechter” 589 . In dat opzicht verschilt de procedure van art. 20 §6 WVH in<br />
belangrijke mate van die van het strafrechtelijk kort geding in art. 61quater Sv. die, zoals<br />
gebruikelijk 590 , de kamer van inbeschuldigingstelling aanwijst als beroepsinstantie tegen een<br />
door de onderzoeksrechter bevolen beslagmaatregel. Zij verschilt eveneens van de<br />
theoretische beroepsmogelijkheid bij de kamer van inbeschuldigingstelling tegen een verbod<br />
van vrij verkeer 591 . Ten slotte verschilt zij ook van de beoordeling door de raadkamer,<br />
587 Eindverslag van de commissie ‘basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden’: verslag<br />
namens de commissie voor de justitie uitgebracht door de heren Vincent DECROLY en Tony <strong>VAN</strong> PARYS,<br />
Parl.St. Kamer 2000-01, nr. 50-1076/001, 144.<br />
588 R. VERSTRAET<strong>EN</strong>, Handboek strafvordering, Antwerpen, Maklu, 2007, 540.<br />
589 R. VERSTRAET<strong>EN</strong>, Handboek strafvordering, Antwerpen, Maklu, 2007, 587.<br />
590 F. HÉLIE, Traité de l’instruction criminelle ou théorie du code d’instruction criminelle, II, Brussel, Bruylant,<br />
1865, 443.<br />
591 Supra nr. 103.<br />
95